Op 1 januari treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Het doel van de wet is om vaste contracten minder vast te maken en flexibele contracten minder flex en zo vaste contracten aantrekkelijker te maken. Of dat doel gehaald wordt valt te bezien, maar dat de wet grote gevolgen zal hebben voor het arbeidsrecht staat wel vast. Dit is het vierde deel van een serie over WAB, zodat u straks goed voorbereid het nieuwe jaar in kan. Deze keer gaat het over de ketenregeling.

Ketenregeling

Momenteel krijgen werknemers (verplicht) een vast contract na 3 tijdelijke contracten of als ze langer dan 2 jaar in dienst zijn. De keten van tijdelijke contracten kan worden onderbroken doordat er meer dan 6 maanden onderbreking is tussen twee contracten. Dit wordt ook wel samengevat met  3 < 2 < 6.

Per 1 januari verandert dit in  3 < 3 < 6. Pas na 3 jaar aan tijdelijke contracten dient de werknemer een vast contract aangeboden te krijgen. De andere regels blijven hetzelfde. De keten kan dus nog steeds onderbroken worden door minimaal 6 maanden en 1 dag tussen twee opvolgende tijdelijke contracten te laten. Bij de berekening van de driejaartermijn worden de tijden tussen de contracten meegeteld, tenzij er meer dan 6 maanden tussen twee opvolgende contracten zit.

Geen overgangsrecht

Er is geen sprake van overgangsrecht. Wie op 31 december 2019 nog niet meer dan twee jaar in dienst is krijgt dus te maken met de nieuwe regel. Vanaf 1 januari geldt dan de 3-jaarstermijn. U kunt derhalve iemand die op 31 december 2019 de 2-jaarstermijn nog niet is gepasseerd een tijdelijk contract aanbieden zonder dat een contract voor onbepaalde tijd ontstaat, tenzij het gaat om het 4e contract.

Uitzonderingen

Voor de ketenregeling gelden drie uitzonderingen. De regeling is niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (BBL’ers) of 18-minners die gemiddeld ten hoogste 12 uur per week werken. Wanneer iemand niet meer aan deze uitzonderingsvoorwaarden voldoet, omdat iemand met zijn opleiding stopt of 18 jaar wordt, dan start de keten.

De derde uitzondering geldt ten aanzien van AOW’ers. Voor de contracten die na het bereiken van de AOW-leeftijd zijn gesloten geldt de regel  6 < 4 < 6. Pas bij het zevende contract of na 4 jaar ontstaat een contract voor onbepaalde tijd.

CAO

Bij CAO kan van de ketenregeling worden afgeweken. Tot 31 december is het alleen mogelijk om de 6 maanden termijn te verkorten tot 3 maanden voor functies die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden (zogenaamd seizoenswerk) gedurende een periode van ten hoogste 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend. De beperking tot seizoenswerk vervalt.

Onderwijsuitzondering

Voor het onderwijs (basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs) is de hele ketenregeling buiten toepassing verklaard indien het gaat om vervanging in verband met ziekte van iemand die onderwijs geeft of een onderwijsondersteunende functie met lesgebonden of behandeltaken heeft.

Verband met andere WAB-wijzigingen

De wijziging van de ketenregeling staat niet op zichzelf. Was het voorheen zo dat de transitievergoeding pas was verschuldigd bij twee jaar dienstverband en dus nagenoeg samenviel met de tweejaarstermijn van de ketenregeling is dat vanaf 1 januari niet langer het geval. De transitievergoeding is dan verschuldigd vanaf dag één van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast komt er per 1 januari een hoge en lage ww-premie. De lage premie gaat gelden voor vaste contracten met een vaste urenomvang. Beide wijzigingen tezamen zouden voor uw organisatie kunnen betekenen dat het aantrekkelijker is om iemand eerder een vast contract aan te bieden in plaats van gebruik te maken van het extra jaar dat de ketenregeling u per 2020 biedt.

Lees ook:

Deel dit artikel

Expertises