Judith van Setten-van den Brink

In deze blogreeks over de zorgplicht van de werkgever is eerder geschreven over de vergaande verantwoordelijkheid van de werkgever om een veilige werkplek te creëren. Een werknemer heeft echter zelf ook een eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat hij veilig kan werken.

In deze blogreeks over de zorgplicht van de werkgever is eerder geschreven over de vergaande verantwoordelijkheid van de werkgever om een veilige werkplek te creëren. Een werknemer heeft echter zelf ook een eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat hij veilig kan werken. In deze blog staat daarom de positie van de werknemer centraal.   

Wat wordt er verstaan onder een werknemer?

Met een werknemer wordt in deze blog gedoeld op de definitie zoals art. 1 van de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet) daarover spreekt. Hierbij gaat het om werknemers in loondienst, maar ook om uitzendkrachten, thuiswerkers, vakantiewerkers en stagiairs.

Vrijwilligers vallen niet onder het werknemersbegrip van art. 1 Arbowet. In een aantal gevallen is echter voor risicovolle werkzaamheden wel de Arbowet van toepassing. Daarnaast geldt de zorgplicht van de werkgever onder omstandigheden ook voor vrijwilligers

Welke verplichtingen heeft een werknemer?

Voor de invulling van de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer vormt de Arbowet een eerste aanknopingspunt. Artikel 11 van de Arbowet bepaalt dat een werknemer verplicht is om, overeenkomstig zijn opleiding en de door zijn werkgever gegeven instructies, naar vermogen te zorgen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en voor die van zijn collega’s op zijn werkplek.

Een werknemer is met name verplicht om:

  1. Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken;

  2. De persoonlijke beschermingsmiddelen die hem ter beschikking zijn gesteld op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen;

  3. Aangebrachte beveiligingen of arbeidsmiddelen niet te veranderen of zonder noodzaak weg te halen en op de juiste wijze te gebruiken;

  4. Mee te werken aan de voor werknemers georganiseerde instructies;

  5. Wanneer hij gevaren voor de veiligheid of de gezondheid opmerkt deze direct te melden aan zijn werkgever of leidinggevende;

  6. Zijn werkgever en andere deskundige personen (zoals een preventiemedewerker, bhv'er of arbodienstverlener) indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen.

De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de Arbowet. Zij controleert of organisaties de verplichtingen uit de Arbowet nakomen. Wanneer een werkgever of een werknemer zich niet houdt aan de Arbowet, zal de Inspectie veelal eerst een waarschuwing geven. Indien er niets verandert, kan de Inspectie een boete uitdelen.

Bedrijfsongeval: wie is aansprakelijk?

In de vorige blog kwam al naar voren dat de werkgever een vergaande zorgplicht heeft om een veilige werkomgeving te garanderen. De werkgever is dan ook in principe aansprakelijk voor de schade, tenzij de werkgever aantoont dat 1) hij zijn zorgplicht is nagekomen of 2) de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

Opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer wordt in de praktijk niet snel aangenomen. Het is vaste rechtspraak dat aansprakelijkheid van de werknemer pas kan worden aangenomen indien de werknemer zich bewust is van ‘het roekeloze karakter’ van zijn -onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande-  gedraging. De werkgever zal dus moeten bewijzen dat de werknemer bewust risico heeft genomen. Dit moet zo ernstig zijn dat de (eventuele) zorgplicht van de werkgever daarbij in het niet valt. Wil de werkgever dus een succesvol beroep doen op opzet of bewuste roekeloosheid, dan moet hij aantonen dat het gedrag van de werknemer ongepast of onverantwoordelijk is, dat niet van hem kon worden verwacht dat hij daartegen zou waarschuwen of het gedrag zou verbieden. Alleen een mate van eigen schuld is dus onvoldoende voor het aannemen van aansprakelijkheid van de werknemer.

Opnieuw zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van de werkgever de feiten en omstandigheden rondom een bedrijfsongeval cruciaal. In de vorige blog stond ik stil bij twee uitspraken waarin geoordeeld werd dat de werkgever niet voldeed aan de zorgplicht. In het vervolg van deze blog zal ik stilstaan bij praktijkvoorbeelden waarin de feiten en omstandigheden anders uitvallen.

Werknemer valt door het dak: roekeloos handelen

In de volgende zaak werd roekeloos handelen van de werknemer wel aangenomen. Een werknemer was in opdracht van zijn werkgever werkzaam op het dak van een manege waar een lichtstraat moest worden aangebracht of vervangen. De werknemer was met een harnasgordel gekoppeld met een lange vallijn aan een in de lengterichting over het dak gespannen kabel. Op die manier kon de werknemer het dak gezekerd belopen en had daarnaast ook een paar meter ruimte rondom zich om gezekerd te manoeuvreren. De werknemer heeft op een gegeven moment zijn vallijn losgekoppeld van de kabel, is een aantal stappen naar achteren gelopen en is vervolgens door een licht doorlatende dakplaat zeven meter naar beneden gevallen. Hierbij heeft de werknemer letsel opgelopen. De werknemer heeft vervolgens zijn werkgever aansprakelijk gesteld.

De kantonrechter overwoog dat de werknemer ervaren en goed geïnstrueerd was. Volgens de kantonrechter wist de werknemer dan ook dat hij deze werkzaamheden aangelijnd moest verrichten en er valt niet in te zien dat de werknemer zich niet bewust is geweest van de risico’s en gevaren die het werken op een hoog en hellend dak meebrengt. De kantonrechter weegt daarbij ook mee dat de werknemer de situatie ter plekke goed kende, dat hij voorafgaand aan de start van het werk had meegeholpen om de beveiligingsvoorzieningen op het dak aan te brengen en dat hij zelf had aangegeven dat de kans op doorzakken bij dit soort dakbedekking groot was. De werknemer had volgens de kantonrechter bovendien geen reden om zichzelf los te koppelen, want hij had in aangelijnde toestand voldoende ruimte om het werk te verrichten. De werknemer was zich bewust van de risico’s en gevaren, en heeft er toch bewust voor gekozen zichzelf los te koppelen.

Werknemer glijdt uit: voldaan aan de zorgplicht

In een andere zaak gleed een schoonmaakster in het hotel waarin zij werkzaam was uit over een gangvloer. De gangvloer was nat als gevolg van een regenbui. De werkneemster droeg geen veiligheidsschoenen, ter plaatse lagen geen anti-sliptegels en er waren geen waarschuwingsborden neergezet. Had de werkgever hier aan de zorgplicht voldaan? De Hoge Raad sloot zich aan bij het oordeel van het hof dat van het hotel niet in redelijkheid kon worden gevergd om na regen in het hotel direct en overal waarschuwingsborden te plaatsen. Daarbij meende de Hoge Raad dat het een feit van algemene bekendheid is bij mensen die vertrouwd zijn met het klimaat in Aruba dat er rekening moet worden gehouden met gladheid na een regenval.

Conclusie

Een werknemer heeft een eigen verantwoordelijkheid die onder meer omschreven is in art. 11 Arbowet. De zorgplicht van de werkgever weegt weliswaar zwaar, maar in sommige gevallen leidt de eigen verantwoordelijkheid tot het oordeel dat de werkgever niet aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt na een overkomen bedrijfsongeval. De feiten en omstandigheden rondom een bedrijfsongeval zijn daarbij doorslaggevend.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises