Marieke Quaak


De wet legt op de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van zijn werknemers en regelt de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade die werknemers lijden als gevolg van het niet-nakomen van die zorgplicht.

De wet legt op de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van zijn werknemers en regelt de aansprakelijkheid van de werkgever voor schade die werknemers lijden als gevolg van het niet-nakomen van die zorgplicht. De zorgplicht van de werkgever houdt –kort gezegd- in dat de werkgever de redelijke maatregelen moet treffen om ervoor te zorgen dat zijn werknemers tijdens de uitoefening van de werkzaamheden geen schade lijden. Wat die maatregelen precies in dienen te houden, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In ieder geval moet de werkgever zodanige maatregelen treffen en aanwijzingen geven als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden.

Reikwijdte zorgplicht

Het is vaste rechtspraak dat niet spoedig mag worden aangenomen dat de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan. De zorgplicht heeft dus een ruime strekking. De achtergrond van de verstrekkende zorgplicht is immers dat het de werkgever is die de arbeidsomstandigheden kan bepalen en dat de werknemer zich daarbij in een afhankelijke positie bevindt.

Invulling zorgplicht

De zorgplicht van de werkgever wordt door de rechter in concrete gevallen ingevuld. Regelgeving, zoals de Arbeidsomstandighedenwet en hierop gebaseerde besluiten zijn daarbij onder meer van belang. De niet-naleving van dergelijke wettelijke voorschriften kan een grote rol spelen bij de beoordeling of de wettelijke zorgplicht is geschonden. Soms is de werkgever zelfs verplicht tot het nemen van verdergaande maatregelen dan waartoe de arbeidsomstandighedenwetgeving verplicht. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat deze wetgeving slechts een minimumniveau aan bescherming waarborgt en dat verdergaande maatregelen nodig zijn om een veilige werkomgeving te creëren.

Aansprakelijkheid tenzij voldaan aan zorgplicht

De wet beschermt de positie van de werknemer die schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever is aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan of dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dit betekent concreet dat, wanneer voldaan is aan de eis dat de werknemer schade lijdt in de uitoefening van de werkzaamheden, op de werkgever de bewijslast rust van de feiten en omstandigheden dat  ófwel aan zijn zorgplicht is voldaan ófwel sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Het blijkt in de praktijk moeilijk te zijn om bewijs te leveren dat wel aan de zorgplicht is voldaan ófwel sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Van bewust roekeloos handelen is bijvoorbeeld slechts sprake als de werknemer zich tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloze karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust is geweest.

Schade buiten de eigen werkplek en werktijd

De werkgever kan soms ook aansprakelijk zijn voor schade die de werknemer oploopt buiten de eigenlijke werkplek of buiten de werktijd. Schade die wordt opgelopen tijdens werkgerelateerde activiteiten zoals een bedrijfsuitje kan onder omstandigheden vallen onder het bereik van art. 7:658 BW. De uitleg van schade ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’ gaat echter niet zover dat de werkgever ook altijd zorg moet dragen voor de veiligheid van de werknemer in de privésituatie.

Zorgplicht: ook voor de ZZP’er?

Uit de rechtspraak volgt dat een opdrachtgever soms ook aansprakelijk kan zijn voor door een ZZP’er geleden schade in de uitoefening van zijn opdracht. Wanneer de ZZP’er vergelijkbare werkzaamheden verricht als de werknemers kan een dergelijke zorgplicht voor een ZZP’er ook op de opdrachtgever rusten.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises