Jan Willem van Dommelen
Soms moet je verhuizen na een ongeval omdat je huis niet kan worden aangepast aan je blijvende beperkingen. Meestal is de voor het ongeval aansprakelijke partij verzekerd.
Soms moet je verhuizen na een ongeval omdat je huis niet kan worden aangepast aan je blijvende beperkingen. Meestal is de voor het ongeval aansprakelijke partij verzekerd. Dan moet die verzekeraar voor de verhuizing opdraaien. Uitgangspunt daarbij is dat het slachtoffer recht heeft op een gelijkwaardige woning en een situatie die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de situatie voorafgaand aan het ongeval.
En dat is natuurlijk een stevige zoektocht waarbij de letselschadeadvocaat, het slachtoffer, ergotherapeut(en), bouwkundig adviseur(s) en de aansprakelijke partij vaak nauw samenwerken. Het doel is een nieuwe woning te vinden die aan alle eisen voldoet zodat degene die het ongeval is overkomen zo goed als mogelijk kan functioneren zoals hij dat gewend was voor het ongeval, of dat hij thuis verzorgd kan worden.
Maar voor een aansprakelijke verzekeraar is het vaak wel even slikken. Want ook alle extra kosten die meekomen met de verhuizing doen mee. Denk aan inrichtingskosten, verbouwingskosten, advieskosten, aanvullende woonlasten en ook de eventuele extra kosten voor gas, elektra en belastingen.
In een recente zaak van ons kantoor bepaalde de rechter dat een slachtoffer van een verkeersongeval, die blijvend knieletsel had opgelopen, kan verhuizen naar een rolstoeltoegankelijke koopwoning mét tuin. De betrokkende heeft voortaan een trippelstoel nodig, krukken en een rollator. De persoon in kwestie hoeft geen genoegen te nemen met de verhuizing naar een goedkoper appartement, wat volgens rechtbank “een verslechtering van de woonsituatie” zou zijn.
Die uitspraak betekende dat de verzekeraar diep in de buidel moest tasten. Omdat passende woningen na jarenlang zoeken niet werden gevonden, is uiteindelijk met hulp van de rechtbank en geld van de verzekeraar een kavel gekocht waarop nu een nieuw aangepast huis wordt gebouwd.