Cobie Voorberg

Evaluatie verplicht ouderschapsplan

Vanaf 1 maart 2009 is het verplicht voor ouders die gaan scheiden om een ouderschapsplan op te stellen. In het ouderschapsplan worden de belangrijkste afspraken tussen ouders vastgelegd: de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, informatieuitwisseling en kinderalimentatie.

Het doel van het ouderschapsplan is:

  • het contact tussen ouders en kinderen na de scheiding te bevorderen;

  • conflicten over deze onderwerpen te verminderen;

  • daarmee de nadelige gevolgen van de echtscheiding voor de kinderen te beperken.

Kortom, meer oog voor de belangen van kinderen.

Nu, vijf jaar later, is het tijd om de balans op te maken. Heeft het verplichte ouderschapsplan zijn doelstellingen gehaald?

Nee, zo lijkt de conclusie. Staatssecretaris Teeven bood in december 2013 het WODC1 rapport Evaluatie Ouderschapsplan aan de Tweede Kamer aan. In het rapport wordt gesteld dat er positieve ontwikkelingen te zien zijn, maar dat er geen aanwijzingen zijn dat de doelstellingen van het ouderschapsplan gehaald worden.

Een positief punt is de toename van het aantal echtscheidingen waarbij de ouders afspraken over de kinderen hebben gemaakt. Het ouderschapsplan stimuleert ouders om stil te staan bij de gevolgen die de echtscheiding voor de kinderen heeft. De houding van ouders is hierbij van groot belang en daarin zijn grote verschillen tussen ouders.

Het WODC onderscheidt drie ‘soorten’ ouders: ouders die de gevolgen van hun echtscheiding goed willen regelen en daar zelf redelijk goed uitkomen, ouders die hun relationele problemen blijven uitvechten en er samen niet uitkomen en ouders die daar tussenin zitten: zij zijn nog niet in staat met elkaar te overleggen of het overleg verloopt moeizaam. Met name bij de laatste groep valt winst te behalen door het verplichte ouderschapsplan. Deze groep zou zonder deze verplichting wellicht geen afspraken hebben gemaakt. Zij worden er vroegtijdig op gewezen welke consequenties hun scheiding heeft voor de kinderen en dat daarvoor onderlinge afstemming nodig is. Voor de andere twee groepen geldt echter dat het verplichte ouderschapsplan weinig toevoegt. De eerste groep maakt zonder het verplichte ouderschapsplan ook al goede afspraken. In vechtscheidingen zou het ouderschapsplan zelfs leiden tot meer conflicten, zo volgt uit het rapport. Ouders willen hun gelijk halen en strijden voor gelijkwaardig ouderschap.

De Utrechtse kinderrechter Gerritse zegt in een interview met Trouw (26 februari 2014) dat het goed is dat ouders door het verplichte ouderschapsplan gedwongen worden om na te denken over de gevolgen van de scheiding en dat zij de kinderen daar ook actief bij moeten betrekken. De kinderrechter toetst vervolgens of de kinderen ook daadwerkelijk betrokken zijn: kinderen vanaf 12 jaar mogen een brief naar de rechter schrijven of kunnen op een kinderverhoor zelf verschijnen voor de kinderrechter en hun mening geven over het ouderschapsplan. Dat zorgt ervoor dat in de rechtspraak de belangen van het kind veel meer het uitgangspunt zijn dan voor de invoering van het ouderschapsplan.

Wellicht is op dat punt nog meer winst te behalen en kunnen scheidende ouders zelf bewust en actief op zoek naar wat nu echt in het belang van hun kinderen is. Uiteindelijk is dat een gezamenlijk belang van beide ouders.

1 Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises