André Bussink
Vandaag heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een al jaren durende ontslagkwestie van een NGK-predikant. Belangrijke vraag was of de eigen regels van het kerkgenootschap ondergeschikt zijn aan de wettelijke bepalingen van het arbeidsrecht. Het antwoord op die vraag is belangrijk voor het oordeel of het ontslag van de predikant onredelijk of onrechtmatig was. Uit het oordeel van de Hoge Raad volgt dat een kerkgenootschap eigen regels mag maken voor de rechtsverhouding met een predikant en daarbij mag afwijken van het wettelijke arbeidsrecht.
Vorig jaar oordeelde het gerechtshof nog dat tussen de kerk en de predikant een zodanige arbeidsrelatie bestond, dat sprake was van een arbeidsovereenkomst en getoetst moest worden aan het wettelijke arbeidsrecht. Vervolgens oordeelde het hof dat het ontslag van de NGK-predikant op onderdelen “onredelijk” en “onrechtmatig” was.
Hiermee maakte het hof korte metten met de benadering die de relatie tussen predikant en kerk kwalificeert als een overeenkomst naar ‘eigen aard’. In deze benadering kan in de relatie predikant-kerkgenootschap van een arbeidsovereenkomst geen sprake zijn omdat de gezagsverhouding tussen predikant en kerkgenootschap niet vergelijkbaar is met die in een ‘normale’ werkgever-werknemer relatie. Een predikant staat immers (ook) onder goddelijk gezag, zo wordt dan geredeneerd. Het gevolg van deze redenering is dat aanstelling en ontslag van een predikant beheerst moeten worden door de eigen interne regelingen en allerlei beschermende bepalingen uit het arbeidsrecht achterwege dienen te blijven.
De Hoge Raad maakt op haar beurt korte metten met de uitspraak van het gerechtshof. In het ‘domineesarrest’ van vandaag oordeelt de Hoge Raad dat het hof in zijn uitspraak een “verkeerde maatstaf” heeft aangelegd. De inrichtingsvrijheid van kerkgenootschappen brengt volgens de hoogste rechter met zich mee dat een kerkgenootschap de rechtsverhouding met een predikant naar eigen inzicht kan regelen en daarbij in beginsel mag afwijken van het wettelijke arbeidsrecht.
De Hoge Raad overweegt als volgt:
“Art. 2:2 lid 2 BW bepaalt dat kerkgenootschappen worden geregeerd door hun eigen statuut, voor zover dit niet in strijd is met de wet. Deze bepaling berust op het beginsel van de scheiding tussen kerk en staat. (…) Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat het begrip ‘wet’ in deze bepaling verwijst naar bepalingen van fundamentele aard of ‘sterk dwingend recht’, waarbij is gedacht aan ‘zeer zwaarwegende dwingendrechtelijke bepalingen’. Gelet op het voorgaande brengt de in art. 2:2 lid 2 BW vervatte inrichtingsvrijheid mee dat een kerkgenootschap de rechtsverhouding tot een geestelijk ambtsdrager in zijn statuut in beginsel naar eigen inzicht kan vormgeven. Daarbij is afwijking van dwingend recht mogelijk, tenzij dat recht een belang van zo fundamentele aard beschermt dat afwijking van dat dwingend recht in de omstandigheden van het geval, ondanks de aan kerkgenootschappen toekomende inrichtingsvrijheid, niet kan worden aanvaard.”
Vervolgens komt de Hoge Raad tot de volgende conclusie:
“Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor (…) is vermeld, kent NGK Hattem eigen regelingen over de rechtsverhouding tot zijn predikant. Die verhouding is een interne kerkelijke verhouding, die NGK Hattem in zijn statuut heeft vormgegeven. Met de daarin voorkomende bepalingen is onmiskenbaar beoogd de toepasselijkheid van de [arbeidsrechtelijke, AB] bepalingen van titel 10 van Boek 7 BW op die verhouding uit te sluiten. De in die bepalingen uitgewerkte ontslagregeling wijkt niet zodanig af van het dwingend recht waarop de predikant zich in dit geding beroept (…) dat daardoor belangen van fundamentele aard worden geschonden.”
“Uit het voorgaande volgt dat het hof (…) ten onrechte heeft geoordeeld dat het dwingend recht waarop de predikant zich beroept, prevaleert boven het statuut van NGK Hattem.”
De Hoge Raad laat met haar uitspraak het kerkrecht prevaleren boven het arbeidsrecht en sluit daarmee aan bij het standpunt dat veel kerkrechtdeskundigen in de literatuur innemen.
Zie ook:
Hoge Raad geeft voorrang aan kerkrecht in zaak Ngk Hattem (RD.nl)
Hoge Raad zet streep door baanbrekend Hattemer domineesarrest (ND.nl)