André Bussink
In een recente uitspraak (5 april 2022) laat de kantonrechter zich uit over de (on)toelaatbaarheid van fysiek handelen jegens leerlingen. Aan de orde is de vraag of ontslag de enige maatregel is als een leerkracht een grens overgaat.
André Bussink
In een recente uitspraak (5 april 2022) laat de kantonrechter zich uit over de (on)toelaatbaarheid van fysiek handelen jegens leerlingen. Aan de orde is de vraag of ontslag de enige maatregel is als een leerkracht een grens overgaat.
In een recente uitspraak (5 april 2022) laat de kantonrechter zich uit over de (on)toelaatbaarheid van fysiek handelen jegens leerlingen. Aan de orde is de vraag of ontslag de enige maatregel is als een leerkracht een grens overgaat. De conclusie is dat een school eerst serieus minder vergaande sancties moet overwegen.
De leerkracht in deze zaak was werkzaam op een school voor speciaal (voortgezet) onderwijs en heeft als doelgroep leerlingen met gedragsproblemen of (psychiatrische) stoornissen. In december 2021 was een 17-jarige leerling met andere kinderen knalerwten aan het gooien. De leerkracht had daar ’s ochtends al wat van gezegd. ’s Middags gebeurde dit opnieuw waarna de leerkracht de leerlink apart nam. Daarbij heeft hij de leerling met zijn hand in het gezicht geslagen. De school besluit, na het incident met de leerkracht besproken te hebben, de leerkracht te schorsen en dient een ontbindingsverzoek in.
De school benadrukt dat fysiek contact nooit is toegestaan, behalve in uitzonderlijke omstandigheden waarvan volgens de school geen sprake was. Ook neemt de school het de leerkracht kwalijk het incident niet uit eigen beweging te hebben gemeld, terwijl de leerkracht wist dat fysiek contact altijd gemeld moest worden. Naar aanleiding van een eerder incident met fysiek contact, was deze meldplicht immers aan de orde gesteld. Ook had de leerkracht niet de moeder van de leerling op de hoogte gebracht van het incident. Volgens de school is met dit alles sprake van verwijtbaar handelen en/of van een verstoorde arbeidsverhouding die beide zowel op zichzelf als gezamenlijk ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen.
Volgens de rechter verdiende het voorval met knalerwten een serieuze reactie. Een klap is volgens de rechter echter een “stellig af te keuren fysieke reactie”. Voor de klap is geen excuus gelet op de ongelijke machtsverhouding tussen leerkracht en leerling. De rechter stelt de volgende pedagogische grens: “Een leraar hoort niet naar een leerling uit te halen, ook niet als die leerling zich zeer storend of wellicht zelfs gevaarlijk gedraagt en eerdere waarschuwingen heeft genegeerd.”. De rechter neemt het verder zwaar op dat de leerkracht niet uit eigen beweging het incident bij zijn leidinggevende heeft gemeld. Daartegenover staat dat de leerkracht 35 jaar onderwijservaring had en een goede staat van dienst. Ook heeft de leerkracht berouw getoond en na het incident direct excuses aangeboden.
Hoewel de leerkracht duidelijk over de schreef is gegaan, had de school volgens de kantonrechter meer oog moeten hebben voor de gevolgen van ontslag voor de leerkracht en dus ook de mogelijkheden van een maatregel van een waarschuwing/berisping of overplaatsing onder ogen moeten zien. Volgens de rechter zag de school van meet af aan geen andere uitkomst dan een beëindiging van het dienstverband. Al met al is de rechter van oordeel dat het weliswaar verwijtbare handelen in dit geval niet onverbiddelijk moet leiden tot beëindiging van het dienstverband.
Weliswaar is voor de rechter voldoende duidelijk dat de arbeidsverhouding inmiddels is verstoord, de wet verlangt echter voor ontslag dat ook vaststaat dat herplaatsing niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In dit geval ging het om een school dat onder een koepel van 38 scholen valt, zodat herplaatsing elders prima mogelijk is. Daarbij betrekt de kantonrechter het grote lerarentekort.
De conclusie is dat de gevorderde ontbinding wordt afgewezen en het dienstverband daarmee onverkort in stand blijft.
Deze uitspraak laat zien dat een school(bestuur) er onverstandig aan doet om bij ontoelaatbaar gedrag van een leerkracht direct af te stevenen op de beëindiging van het dienstverband, zonder andere maatregelen serieus te overwegen. Zeker wanneer het een leerkracht betreft met een lange en onberispelijke staat van dienst, ligt het voor de hand een berisping of overplaatsing te overwegen.
Niet uit te sluiten valt dat de gevorderde ontbinding wel zou zijn toegewezen wanneer de school een duidelijk protocol, handboek of sanctiebeleid zou hebben gehad waaruit expliciet blijkt dat de school een zerotolerancebeleid voert bij fysiek contact.