Natasja Barské-Gelling

Na een scheiding hebben ouders recht op omgang met hun kinderen. Overigens niet alleen recht, maar ook een plicht tot omgang met hun kind. Als ouders heb je de plicht om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.

Na een scheiding hebben ouders recht op omgang met hun kinderen. Overigens niet alleen recht, maar ook een plicht tot omgang met hun kind. Als ouders heb je de plicht om de band tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.

Wie?

Niet alleen ouders hebben recht op omgang. In principe heeft een ieder die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat recht op omgang. Dit vloeit voort uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 8 EVRM). Ieder die dus een hechte band met een kind heeft danwel veel omgang met het kind heeft of heeft gehad, heeft recht op omgang met dit kind. Het gaat dus niet alleen om de ouders, maar ook bijvoorbeeld om grootouders, pleegouders, stiefouders en broers en zussen.

Wanneer niet?

Het uitgangspunt is dus dat er recht is op omgang. Echter, een rechter kan iemand het recht op omgang ook ontzeggen. Dit kan alleen:

  • als omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijk of lichamelijk ontwikkeling van het kind;

  • als een ouder niet geschikt of niet in staat is tot omgang;

  • als het kind 12 jaar of ouder is en zelf ernstige bezwaren heeft tegen de omgang;

  • als omgang om een andere reden in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

Omgang met anderen dan ouders

In de praktijk blijkt het vaak toch lastig voor anderen dan ouders (bijvoorbeeld de grootouders) om een omgangsregeling vastgesteld te krijgen. Meestal kan wel aangetoond worden dat sprake is geweest van een voldoende nauwe persoonlijke betrekking. Het probleem is dat als hierover geprocedeerd moet worden, dit vaak betekent dat de verhoudingen tussen grootouders en ouders verstoord is.  In dat geval kan de rechter oordelen dat omgang alsnog tegen het belang van het kind in gaat, omdat een gedwongen omgangsregeling veel spanning en onrust met zich mee zal brengen.

Communicatie

In een situatie waarbij een ouder omgang wil met zijn/haar kind ligt dit anders. Hierbij is eigenlijk altijd het uitgangspunt dat een kind een goed contact met vader en moeder moet houden. De rechter zal niet snel oordelen dat omgang tussen vader of moeder en kind wordt ontzegd. Dit kan alleen in heel ernstige situaties (van bijvoorbeeld ernstig drugsgebruik of andere problemen).

Desondanks komt het in de praktijk regelmatig voor dat het ex-partners niet lukt om goede afspraken over de kinderen te maken dan wel dat zij die afspraken niet nakomen. Dit heeft vaak te maken met onderliggende problemen die voortkomen uit (het verbreken van) de relatie. Als de relatie ernstig verstoord is, dan lukt het ouders vaak niet (goed) meer om te communiceren. Gelukkig gaat dit in veel gevallen ook wel goed.

Als het ouders echter niet lukt om tot goede afspraken te komen of als een van de ouders de gemaakte afspraken niet nakomt, dan wordt vrijwel altijd allereerst ingezet op hulpverlening met als doel verbetering van de communicatie.

Sancties

Op zich zijn er ook juridische wegen om te bewandelen als afspraken niet nagekomen worden, waaronder:

De rechter vragen om een dwangsom op te leggen;

  • De hulp van politie of kinderbescherming inroepen;

  • Lijfsdwang (in dat geval wordt de weigerachtige ouder een tijdje gevangengenomen. De rechter gaat hier echter terughoudend mee om);

  • De rechter vragen om het hoofdverblijf te wijzigen.

Dit alles zijn uiteindelijk laatste redmiddelen. In de praktijk zal dus eerst ingezet worden op hulpverlening. Alles met als doel dat de kinderen een ongestoorde verhouding met zowel zijn vader als hun moeder kunnen hebben.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises