In de zorg is het momenteel ‘alle hens aan dek’. Geen enkele hand kan gemist worden. Tegelijkertijd zijn de algemene richtlijnen van de overheid om de verspreiding van het virus in te dammen des te belangrijker voor de zorg. In deze blog geef ik vijf adviezen aan zorginstellingen om in deze coronacrisis op koers te blijven.  

1. Thuiswerken? Reiskosten stopzetten

Nagenoeg alle medewerkers zullen een reiskostenvergoeding ontvangen. Wanneer werknemers thuis willen of moeten werken, is er in principe geen reden om de reiskostenvergoeding door te betalen. Ook niet als werknemers buiten hun wil om thuis moeten werken. Een reiskostenvergoeding is namelijk geen loon, maar een onkostenvergoeding, die in principe alleen voor vergoeding in aanmerking komt wanneer deze kosten ook daadwerkelijk worden gemaakt. Dus de reiskostenvergoeding kan worden stopgezet als medewerkers thuiswerken (en sterker nog, als gebruik wordt gemaakt van de fiscale regeling “vaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer”, is het zelfs een verplichting om dit stop te zetten om hiervoor geen naheffing te krijgen).

2. Naleven corona-instructies

Van zorgpersoneel wordt op dit moment het uiterste gevraagd, maar het blijft belangrijk streng toe te zien op de naleving van de corona-voorschriften. Vanwege de grote risico’s op dit moment in de zorg, is zorgvuldigheid meer dan waar aan de orde. Hoewel het om praktische redenen tegenstrijdig voelt om personeel op de huid te zitten, is het kunnen zorginstellingen het zich niet permitteren hier niet bovenop te zitten. Er rust namelijk een verantwoordelijkheid op zorginstellingen om als werkgever om voor een veilige werkomgeving voor andere collega’s te zorgen, nog los van de maatschappelijke verantwoordelijkheid en de zorgplicht naar de zorgbehoevenden. En dat brengt met zich mee dat de nodige maatregelen getroffen worden, daarop wordt toegezien en desnoods sancties worden opgelegd. Belangrijk is wel om personeel hierover duidelijk in te lichten: geef aan wat de kaders zijn, waarom die regels zo belangrijk zijn en dat hier heel streng op wordt gehandhaafd.

3. De invloed van overwerk op de WW-premie

Sinds 1 januari dit jaar geldt de WAB (Wet arbeidsmarkt in balans), waarin onder andere is bepaald dat werkgevers op grond van de premiedifferentiatieregeling met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Omdat alle handen meer dan nodig zijn, zou deze bepaling in de zorg tot onbedoelde effecten kunnen leiden nu door het coronavirus veel extra overwerk nodig is. Het kabinet heeft daarom aangegeven deze maatregel voor het huidige kalenderjaar aan te passen, zodat deze regeling niet tot onbedoelde effecten leidt en zorgpersoneel hierdoor niet wordt geremd.

4. Vakantieperikelen

De wet bepaalt dat een werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt, overeenkomstig de wensen van de werknemer. Dit betekent dat een werknemer zijn verzoeken kenbaar kan maken en dat een werkgever daarmee rekening moet houden voordat hij vakantie vaststelt, maar de uiteindelijke beslissing is aan de werkgever (immers, “werkgever stelt vast”). Dit betekent dat een werkgever een verzoek om vakantie dus ook kan weigeren. Maar een weigering moet in alle gevallen wel redelijk zijn, waartoe de wet eist dat er sprake moet zijn van gewichtige redenen. Wat precies gewichtige redenen zijn, verschilt van geval tot geval, maar zal in ieder geval tot een “ernstige verstoring van de bedrijfsvoering” moeten leiden. Het corona-virus of de eventuele nasleep daarvan, kan bij uitstek zo’n reden zijn. En wanneer van zulke uitzonderlijke omstandigheden sprake is, biedt de wet zelfs de mogelijkheid dat een werkgever een vastgestelde vakantie kan wijzigen of zelfs een werknemer tijdens zijn vakantie kan oproepen.

5. Twijfels aan coronaklachten

Veel zorgpersoneel zal eerder tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden en bij milde klachten naar huis worden gestuurd in plaats van dat zij zelf de handdoek in de ring gooien. Maar het kan natuurlijk ook voorkomen dat er misbruik gemaakt wordt, medewerkers al te gemakkelijk thuisblijven, of dat daar misschien twijfels aan zijn. Het is in zulke gevallen verstandig zo snel mogelijk de bedrijfsarts of arbodienst in te schakelen. Het oordeel om wel of niet te moeten werken in het kader van ziekte en arbeidsongeschiktheid, kan namelijk enkel en alleen door de bedrijfsarts worden gegeven. Het uitgangspunt is dat een werkgever een ziekmelding in principe heeft te accepteren, dus als de werkgever hier iets anders van wil vinden, zal de medewerker zo snel mogelijk langs de bedrijfsarts moeten worden gestuurd om te beoordelen of deze thuis moet blijven of niet.

Lees ook: 

Deel dit artikel

Expertises