Iedere werknemer heeft het recht om enkele weken in het jaar vakantie te vieren. Om ervoor te zorgen dat een werknemer ook daadwerkelijk vakantie opneemt, wordt van een werkgever verlangd dat hij daar actief op toeziet. Vakantie is in zekere zin niet alleen een recht, maar ook een plicht: een werknemer moet namelijk van tijd tot tijd afstand nemen van zijn werk en uitrusten.

Goed overleg

In de praktijk vindt het opnemen van vakantie vaak in goed onderling overleg plaats. In het ergste geval is het een kwestie van geven en nemen. Maar soms gooien crisissituaties roet in het eten en kunnen werknemers niet gemist worden. Bijvoorbeeld op het moment dat hamsterende consumenten supermarkten volledig leegkopen. Kan een werknemer dan toch gewoon op vakantie, of kan hij zelfs van vakantie worden teruggeroepen? Of de keerzijde kan zich voordoen: door een negatief reisverbod kan een geplande vakantie niet doorgaan, zodat een werknemer liever gewoon weer aan het werk gaat. Als hij niet is ingeroosterd en er eigenlijk geen werk voor hem is, heeft hij dan het recht om zijn vakantiedagen te bewaren tot een later moment en gewoon weer te komen werken?

Werkgever stelt de vakantie vast

Wettelijk uitgangspunt is dat een werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt, overeenkomstig de wensen van de werknemer. Dit betekent dat een werknemer zijn verzoeken kenbaar kan maken en dat een werkgever daarmee rekening moet houden voordat hij vakantie vaststelt, maar de uiteindelijke beslissing is aan de werkgever (immers, “werkgever stelt vast”).

Vakantie weigeren of intrekken

Een werkgever kan een verzoek om vakantie dus ook weigeren. Maar een weigering moet in alle gevallen wel redelijk zijn. De wet eist dat er sprake moet zijn van gewichtige redenen. Wat precies gewichtige redenen zijn, verschilt van geval tot geval, maar zal in ieder geval tot een “ernstige verstoring van de bedrijfsvoering” moeten leiden. Het corona-virus of de eventuele nasleep daarvan, lijkt bij uitstek zo’n reden.

Bij zulke uitzonderlijke omstandigheden biedt de wet zelfs de mogelijkheid dat een werkgever een vastgestelde vakantie kan wijzigen of zelfs een werknemer tijdens zijn vakantie kan oproepen. Is een werknemer in het buitenland, dan heeft dat natuurlijk wat meer voeten in de aarde. Wel zal een werkgever eerst altijd met de werknemer moeten overleggen en eventuele schade (bijvoorbeeld annuleringskosten) vergoeden. Maar net als dat de werkgever de vakantie vaststelt, kan een werkgever de vakantie uiteindelijk ook weer intrekken. En wanneer zo’n uitzonderlijke situatie zich voordoet en werknemer verschijnt vervolgens niet op het werk, dan kan een werkgever daar sancties op stellen.

En als de werknemer zelf weer aan het werk wil?

De wet biedt geen aparte regeling voor een werknemer die op geplande vakantiedagen terug wil komen en in plaats daarvan toch liever nu weer aan het werk wil. Als er werk voor handen is, hoeft er natuurlijk geen probleem te zijn. Maar dat wordt lastiger als werknemer niet is ingeroosterd en in zijn plaats al andere collega’s zijn opgeroepen. Omdat het recht op vakantie in principe niet afhankelijk is van het doorgaan van een vakantiereis, hoeft een werkgever een werknemer niet zomaar toe te laten tot werk als een geboekte vakantie niet doorgaat. Een werknemer kan immers ook thuis vakantie vieren en uitrusten. Maar aan de andere kant moet er ook in dat geval wel een goede reden zijn om een verzoek te weigeren van werknemer om zijn vakantie uit te stellen.

Lees ook:

Deel dit artikel

Expertises