Bertjan Agteresch

Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Bij gekochte paarden blijkt het echter verstandig te zijn om dit wél te doen. Dat laten de feiten zien van het in deze blog te bespreken arrest van de Hoge Raad van 15 februari 2019.1 De kern van dit arrest ziet op de klachtplicht bij consumentenkoop. Wanneer moet de koper melden dat het gekochte dier of product niet voldoet aan de overeenkomst?

Een teleurstellend droompaard

Fervent paardenliefhebber Monica2 koopt op 5 februari 2013 een prachtig paard, Mercury. Daarmee gaat haar lang gekoesterde droom in vervulling om een geschikt en gezond dressuurpaard te kopen. Mercury wordt voor € 10.000,- gekocht van een bedrijf dat een stal met wedstrijdpaarden en fokpaarden exploiteert.

Het eerste begin van Mercury is veelbelovend. Maar vanaf april 2013 gaat Mercury kwakkelen: het paard loopt niet echt heel goed. Tussen april en juni 2013 vinden daarom enkele behandelingen plaats door een masseur/fysiotherapeut. Deze behandelingen hebben helaas niet het gewenste resultaat: de klachten verergeren.

In juli 2013 zijn de klachten van Mercury zo ernstig dat onderzoek door een dierenarts noodzakelijk is. Dat onderzoek vindt op 28 augustus 2013 plaats. De onderzoeksresultaten zijn voor Monica erg teleurstellend. Mercury blijkt in een veel slechtere toestand dan zij had verwacht op grond van de gesloten overeenkomst. Op 2 september 2013 stuurt zij dan ook een eerste e-mail aan de verkoper waarin wordt aangegeven dat Mercury een gebrek heeft aan de hals. Het grootste gebrek blijkt een ‘kissing spine’ te zijn, een vergroeiing van de uitsteeksels van de wervels in de rug.

Klachtplicht

In deze procedure staat met name de klachtplicht centraal bij non-conformiteit. Kort gezegd houdt non-conformiteit in dat de gekochte zaak (of het gekochte dier) niet de eigenschappen bezit die de koper mocht verwachten bij het sluiten van de overeenkomst. Artikel 7:23 lid 1 BW bepaalt dat de koper geen beroep meer kan doen op non-conformiteit, als de verkoper niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, op de hoogte is gesteld. Bij een consumentenkoop moet de verkoper binnen bekwame tijd na de ontdekking van de non-conformiteit op de hoogte worden gesteld. Voor consumenten staat in de wet dat een termijn van twee maanden na deze ontdekking nog op tijd is.  

Hof

Het hof onderzoekt in zijn arrest of de koper binnen bekwame tijd na ontdekking van het gebrek de verkoper daarvan op de hoogte heeft gesteld. Het hof oordeelt, evenals de rechtbank, dat Monica te laat heeft geklaagd. In april 2013 kwamen de eerste klachten van Mercury al openbaar. Pas vijf maanden later, in september, heeft Monica voor het eerst een bericht aan de verkoper gestuurd. Juist bij dieren moet de verkoper op tijd worden geïnformeerd, zodat de verkoper nog genoeg bewijs kan verzamelen. De uitkomsten van de dierenarts mochten niet worden afgewacht. De koper krijgt dus nul op zijn rekest.

Hoge Raad

De Hoge Raad is het oneens met het hof en vernietigt zijn beslissing. Bij een consumentenkoop gaat de termijn van artikel 7:23 lid 1 BW pas lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat sprake is van non-conformiteit en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken.

Monica heeft aangevoerd dat Mercury weliswaar vanaf het begin niet goed functioneerde, maar dat zij geen aanleiding had om te denken dat de problemen werden veroorzaakt door een gebrek dat non-conformiteit oplevert. Monica stelt dat zij de non-conformiteit pas na het onderzoek van de dierenarts in augustus heeft ontdekt.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het recht niet goed heeft toegepast dan wel dat het oordeel onvoldoende is gemotiveerd. Het hof heeft namelijk niet duidelijk overwogen dat de non-conformiteit al rond april 2013 door Monica daadwerkelijk is ontdekt. Als Monica pas in augustus 2013 na het onderzoek door de dierenarts heeft ontdekt dat het paard niet voldoet aan de overeenkomst, heeft Monica ruim op tijd geklaagd.

Conclusie

Als koper is het zaak na het constateren van non-conformiteit niet (te) lang te wachten met het informeren van de verkoper. In de wet staat vermeld dat ‘binnen bekwame tijd’ moet worden geklaagd. Als niet op tijd wordt geklaagd, vervalt voor de koper de mogelijkheid een beroep te doen op non-conformiteit: een forse sanctie. In dat geval staat de koper dus, voor dat aspect, met lege handen.

Uit de wet en uit dit arrest volgt dat voor consumenten een soepelere regel geldt dan voor niet-consumenten. Een consument hoeft namelijk pas te klagen na ontdekking van de non-conformiteit van het gekochte. Op dat moment gaat de termijn van ‘binnen bekwame tijd’ lopen.

Voor zowel consumenten als niet-consumenten loont het om niet te lang te treuzelen de verkoper op de hoogte te brengen van (vermeende) non-conformiteit. Tegelijk is het wel nuttig om de zorgvuldigheid in het doen van onderzoek en het aanschrijven van de verkoper niet uit het oog te verliezen.

[1] HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:228.
[2] Namen zijn gefingeerd.

Lees ook:

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises