Natasja Barské-Gelling

Adviezen van een jeugdbeschermer aan ouders of een minderjarige worden niet altijd opgevolgd. Een schriftelijke aanwijzing kan in dat geval een nuttig pressiemiddel zijn.

Voor jeugdbeschermers is het cruciaal dat zij het juiste voortraject volgen. Of de juiste zorgvuldigheid in acht is genomen bij het geven van de schriftelijke aanwijzing, kan namelijk een heel belangrijke vraag worden wanneer de betrokkene het niet eens is met de aanwijzing. Hij of zij kan dan namelijk binnen veertien dagen na de dagtekening van de schriftelijke aanwijzing een verzoek indienen om de aanwijzing vervallen te verklaren. Dat heeft tot gevolg dat de kinderrechter zal toetsen of de schriftelijke aanwijzing wel aan de wettelijke vereisten voldoet.

Het ingewikkelde van zo’n procedure is dat daarbij niet alleen het jeugdrecht een rol speelt, maar dat ook het bestuursrecht om de hoek komt kijken. De reden daarvoor is dat de aanwijzing een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Uit de rechtspraak blijkt dat de wettelijke vereisten voor een schriftelijke aanwijzing niet bij iedere jeugdbeschermer scherp op het netvlies staan. In deze blog zal ik daarom de belangrijkste aandachtspunten van een schriftelijke aanwijzing bespreken.  

De toets van de kinderrechter

Het eerste belangrijke aandachtspunt is dat de jeugdbeschermer, medewerker van een Gecertificeerde Instelling (GI), eerst moet proberen om de betrokkene(n) door middel van overleg en overreding zover te krijgen dat de gewenste medewerking wordt verleend. Pas wanneer dat niet lukt, mag een schriftelijke aanwijzing worden gegeven. Stel dat dat niet lukt en de aanwijzing wordt gegeven, dan is het tweede belangrijke aandachtspunt dat we te maken hebben met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat is een belangrijk gegeven, omdat die wet bepaalde vereisten bevat voor een besluit. Als een verzoek wordt gedaan om de aanwijzing vervallen te laten verklaren, zal de kinderrechter daarom toetsen of de aanwijzing aan de volgende vereisten voldoet:

  • De schriftelijke aanwijzing is zorgvuldig tot stand gekomen;

  • De GI heeft alle relevante belangen kenbaar tegen elkaar afgewogen;

  • De schriftelijke aanwijzing is deugdelijk gemotiveerd.

Hoe moet je die vereisten precies interpreteren? Aan de hand van een casus zal ik dat hieronder verduidelijken.

Een voorbeeld

Dit jaar diende een moeder bij de rechtbank Rotterdam een verzoekschrift tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing in, waarbij het ging om de omgangsregeling die de GI had vastgesteld. Veel schriftelijke aanwijzingen gaan over de omgangsregeling, zo dus ook in dit voorbeeld.

De noodzaak van de aanwijzing

De GI vond dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk was, omdat de ouders onderling niet uit de verdeling van de herfstvakantie kwamen. De kinderrechter is van oordeel dat er voor de GI inderdaad een noodzaak was om in te grijpen. De ouders zouden de herfstvakantie volgens het ouderschapsplan namelijk in onderling overleg afspreken, maar kwamen er samen echt niet uit. Dit lukte ook niet nadat de GI de ouders intensief had begeleid. De GI mocht in deze situatie in het belang van de kinderen daarom een knoop doorhakken.

De totstandkoming, belangenafweging en motivering

De kinderrechter oordeelde echter anders over de totstandkoming en de motivering van de aanwijzing. De kinderrechter meende dat de schriftelijke aanwijzing niet aan de vereisten daarvoor voldeed, en wel om de volgende redenen:

  • Het is onduidelijk hoe en wanneer de GI het voornemen om een schriftelijke aanwijzing te geven met de moeder heeft besproken;

  • De GI heeft niet tijdig aan de betrokkenen bevestigd dat het een vergissing is dat de oudste dochter in de schriftelijke aanwijzing werd vermeld;

  • Het is onduidelijk op welke wijze de GI rekening heeft gehouden met de werktijden van de moeder bij de vaststelling van de omgangsregeling;

  • Ook is het onduidelijk of de verjaardag van de vader, die in de herfstvakantie viel, in de belangenafweging is betrokken.

De beslissing

Alles bij elkaar genomen oordeelde de kinderrechter dat de aanwijzing op een aantal belangrijke punten niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De kinderrechter besliste daarom dat de schriftelijke aanwijzing vervallen verklaard zal worden.

Wees kritisch

Uit bovenstaand voorbeeld blijkt dat het heel belangrijk is om de uiterste zorgvuldigheid te betrachten als het gaat om de totstandkoming en de motivering van een schriftelijke aanwijzing. Een schriftelijke aanwijzing kan nog zo noodzakelijk zijn, maar een jeugdbeschermer redt het bij de kinderrechter niet wanneer de aanwijzing niet aan alle besproken vereisten voldoet. Het is dus raadzaam om als hulpverlener steeds weer kritisch te zijn op je werkwijze bij een schriftelijke aanwijzing. Dat kan voorkomen dat schriftelijke aanwijzingen die echt noodzakelijk zijn in het belang van het kind, toch geen effect hebben.

Deze blog is geschreven voor de kwartaalnieuwsbrief 'Echtscheiding & Hulpverleners'. Natasja Barské-Gelling is advocaat familierecht en mediator. Ze treedt veelvuldig op bij echtscheiding. 

Lees ook: 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises