Meneer Van Dale weet het antwoord, ook in het recht. Soms moet de rechter namelijk het woordenboek gebruiken om een begrip op te helderen. In de te bespreken uitspraak was dit nodig voor het begrip ‘hotel’.

In 2015 verleende het college van B&W van de gemeente Uithoorn een omgevingsvergunning aan de appellant.  Appellant mocht op de plaats van bestemming een bedrijfswoning en zes logiesappartementen realiseren. Omwonenden maakten bezwaar tegen de bouw en stelden beroep in bij de rechtbank. De rechter oordeelde dat het college onvoldoende rekening gehouden had met het bouwvlak en de bouwhoogten, dus vernietigde de rechter het besluit. Het college moest een nieuw besluit nemen. 

Dubbele toets van bouwplan

Nu is het zo dat als een bouwplan getoetst wordt aan een bestemmingsplan, twee zaken onderzocht worden. Ten eerste wordt gekeken of het bouwwerk zelf gebouwd kan worden in overeenstemming met het bestemmingsplan. Daarnaast wordt beoordeeld of het gebruiksdoel waarmee het bouwwerk wordt opgericht niet in strijd is met het bestemmingsplan. Ook de rechtbank toetste het bouwplan aan deze twee criteria. De rechtbank concludeerde over het laatste criteria dat langdurig verblijf in de te bouwen appartementen werd bedoeld door de appellant. Op de bestemming waren echter alleen hotelmatige activiteiten toegestaan. En dus ging het in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State om de vraag wanneer een hotel een hotel is.

'Normale spraakgebruik'

Doorgaans worden begrippen die gebruikt worden in een bestemmingsplan in de toelichting op de planregels verder uitgewerkt. Dat was nu echter niet het geval. Daarom werd aangesloten bij het 'normale spraakgebruik': het woordenboek Van Dale. In Van Dale wordt het begrip ‘hotel’ omschreven als 'gebouw waarin reizigers tegen betaling op een kamer kunnen overnachten'. Zou het langdurige verblijf in de appartementen hieronder vallen, dan mocht appellant de appartementen met dat doel bouwen. Appellant betoogde dat de omschrijving door Van Dale van het begrip ‘hotel’ achterhaald was en dat daarom niet aangesloten kon worden bij deze definitie. Daarin gingen de rechters niet mee. Van Dale beschouwt een hotel als een verblijf voor korte duur, dus deden de rechters dat ook. De appellant bracht nog naar voren dat er tijdens verblijf in de appartementen gebruik gemaakt kon worden van echte hotelfaciliteiten, zoals ontbijt en wisseling van beddengoed en handdoeken. Het mocht niet baten: de rechter oordeelde dat de rechtbank terecht tot de conclusie gekomen was dat het bouwwerk niet gebruikt zou worden als hotel. Het beoogde gebruik was dus in strijd met het bestemmingsplan.

Andere uitspraken

Deze zaak staat overigens niet op zichzelf als het gaat om het gebruik van het woordenboek Van Dale. In een recente uitspraak werd ook aangesloten bij Van Dale. Daar ging het om de uitleg van het begrip ‘woning’ en het verschil tussen wonen en recreatief verblijf.

En twee maanden geleden werd in een uitspraak teruggegrepen op het woordenboek Van Dale voor een omschrijving van het begrip ‘bouwblok’ om te bepalen of de bouwtekeningen voorzagen in een uitbreiding binnen het bouwblok.

Is de bestemming van de grond waar u wilt bouwen niet nader toegelicht in het bestemmingsplan? Check dan ook meneer Van Dale. Want hij weet altijd het antwoord.

Deel dit artikel

Expertises