Jan Dirk van Vlastuin

In deze blog zal ik eerst bespreken wat een vergoedingsrecht inhoudt. Daarna zal ik ingaan op de vraag of daarop beslag kan worden gelegd. De echtgenoot die investeert in een privégoed van de andere echtgenoot, krijgt daarvoor een vordering op de andere echtgenoot.

In deze blog zullen wij eerst bespreken wat een vergoedingsrecht inhoudt. Daarna zal ik ingaan op de vraag of daarop beslag kan worden gelegd.

Door mr. Jan Dirk van Vlastuin en mr. André Bussink

Wat is een vergoedingsrecht?

De echtgenoot die investeert in een privégoed van de andere echtgenoot, krijgt daarvoor een vordering op de andere echtgenoot. Die vordering wordt in het recht aangeduid met de term vergoedingsrecht. Een vergoedingsrecht ontstaat bijvoorbeeld als de man een deel van het aankoopbedrag van de woning van zijn vrouw betaalt of als hij bijdraagt in de kosten van een forse verbouwing. Maar ook als hij aflost op de hypothecaire geldlening die zijn vrouw voor de aankoop van die woning heeft afgesloten.

Hoe wordt de hoogte van het vergoedingsrecht berekend?

Voor 2012 had degene die in een goed van de andere echtgenoot had geïnvesteerd, recht op (nominale) terugbetaling van zijn investering. Dat leidde wel eens tot onredelijke uitkomsten. Stel dat een man 50% heeft bijgedragen in de aankoop van een woning van € 200.000,-. Als die woning na twintig jaar wordt verkocht voor het dubbele bedrag, dan kreeg de man slechts de door hem bijgedragen € 100.000,- terug. Hij had geen recht op een aandeel in de waardestijging.

Deze wettelijke regeling is daarom met ingang van 2012 veranderd. Degene die heeft geïnvesteerd in het goed van de andere echtgenoot heeft sindsdien recht op een evenredig deel van de waarde van het goed. De vraag op welk deel van die waarde hij recht heeft, wordt vastgesteld op het moment waarop de investering is gedaan.

Voor investeringen in het goed van de andere echtgenoot die voor 2012 zijn gedaan, geldt overigens nog steeds de oude regel.

Ontstaan vergoedingsrechten alleen bij huwelijkse voorwaarden?

Er ontstaan vaker vergoedingsrechten tussen echtgenoten die onder het sluiten van huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd. De echtgenoot die een eenmanszaak exploiteert, zal er vaak voor kiezen om huwelijksvoorwaarden te sluiten waarbij de woning alleen op naam van de andere echtgenoot wordt gezet. Op die manier probeert men te voorkomen dat schuldeisers van de onderneming zich op de woning kunnen verhalen.

Maar ook personen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, kunnen beschikken over privévermogen. Dat geldt allereerst voor zaken die die aan die echtgenoot zijn geschonken of die hij heeft geërfd onder een uitsluitingsclausule. Daarbij bepaalt de schenker of erflater dat het geschonken goed niet in de gemeenschap van goederen zal vallen.

Daarnaast geldt dat degenen die na 1 januari 2018 – zonder het maken van huwelijkse voorwaarden – zijn getrouwd, persoonlijk eigenaar blijven van alle zaken waarvan zij voor het huwelijk al eigenaar waren. De voorhuwelijkse woning van de ene echtgenoot, blijft diens privé vermogen. Evenals zijn persoonlijke hypothecaire geldlening. Als daarop later door de andere echtgenoot wordt afgelost, ontstaat een vergoedingsrecht.

En tenslotte vallen erfenissen en schenkingen sinds 1 januari 2018 automatisch (dus ook zonder dat dat sprake is van een uitsluitingsclausule) niet meer in de gemeenschap. Het geschonken of geërfde vermogen blijft privé bezit van degene die het heeft ontvangen.

Wanneer ontstaat het vergoedingsrecht?

Op grond van de wet ontstaat het vergoedingsrecht op het moment waarop de ene echtgenoot investeert in een goed van de andere echtgenoot. Die bepaling behoort niet tot het zogenaamde dwingende recht. In de huwelijkse voorwaarden kan dus worden afgeweken van deze wettelijke bepaling. Bijvoorbeeld doordat daarin is bepaald dat vergoedingsvorderingen pas opeisbaar zijn bij ontbinding van het huwelijk.

In de praktijk realiseren echtgenoten zich pas bij ontbinding van het huwelijk dat zij mogelijk aanspraak kunnen maken op terugbetaling van de door hen voor de woning van de andere echtgenoot betaalde bedragen. Formeel is de vordering echter ontstaan op het moment waarop de betaling plaatsvond.

Kan beslag worden gelegd op een vergoedingsrecht?

Een schuldeiser die beschikt over een executoriale titel kan in beginsel beslag laten leggen op ieder vermogensbestanddeel van zijn schuldenaar. Dus ook op diens vergoedingsrecht.

Als u een vordering heeft op de eigenaar van een eenmanszaak die op huwelijkse voorwaarden is getrouwd, is het vaak niet mogelijk om beslag te leggen op diens woning. De woning behoort vaak toe aan de andere echtgenoot. Maar als de schuldenaar in de loop van de jaren financieel heeft bijgedragen in de aankoop of verbouwingen van de woning of als hij uit zijn eigen inkomen of vermogen aflossingen op de hypotheekschuld heeft betaald, heeft deze schuldenaar (mogelijk zonder dat hij zich dat realiseert) een vordering op de andere echtgenoot.

Een schuldeiser kan daarom derdenbeslag leggen onder de andere echtgenoot op het bedrag dat deze op grond van het wettelijke vergoedingsrecht aan de schuldenaar dient te voldoen. Door het beslag, dient de andere echtgenoot dat bedrag niet aan de schuldenaar te betalen maar aan de beslagleggende deurwaarder. Bij de beslaglegging verstrekt de deurwaarder een formulier aan de andere echtgenoot. Deze kan daarop invullen of en hoeveel hij verschuldigd is aan de andere echtgenoot.

Complicaties

Juist omdat echtgenoten zich vaak niet realiseren dat sprake is van een vergoedingsrecht, kan het gebeuren dat degene onder wie beslag is gelegd op het door de deurwaarder verstrekte formulier invult dat hij of zij niets aan de andere echtgenoot verschuldigd is. De wet biedt de mogelijkheid aan de beslaglegger om de juistheid van die verklaring te betwisten. De procedure waarin de juistheid van de verklaring wordt betwist, moet binnen twee maanden nadat de verklaring is afgelegd, worden ingesteld.

Uitgangspunt is dat de beslaglegger in die verklaringsprocedure aantoont dat de afgelegde verklaring niet klopt. De beslaglegger weet echter in veel gevallen niet welke bedragen tijdens het huwelijk door de ene echtgenoot ten behoeve van een goed van de andere echtgenoot zijn betaald. Daardoor zou het in veel gevallen onmogelijk zijn om een verklaringsprocedure te winnen.

Gelukkig heeft de Hoge Raad al in 2009 bepaald dat degene onder wie het beslag is gelegd, gedocumenteerd moet aantonen dat de afgelegde verklaring juist is. op degene onder wie het beslag is gelegd rust volgens de Hoge Raad een verzwaarde motiveringplicht. Dat is begrijpelijk. Juist omdat alleen de echtgenoten precies kunnen vertellen welke betalingen allemaal hebben plaatsgevonden.

Nader overleg?

Als u te maken heeft een schuldenaar die zelf geen verhaal bieden terwijl diens echtgenoot wel veel vermogen heeft, dat kunt u vrijblijvend contact opnemen met één van onze beslagadvocaten. Wellicht kan beslag worden gelegd op het vergoedingsrecht.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises