U moet er niet aan denken: één van uw dierbaren overlijdt door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk kan worden gehouden. Hoe erg dat ook is, in Nederland bestaan er tot op dit moment voor u slechts zeer beperkte mogelijkheden om in zo’n geval smartengeld te vorderen van de aansprakelijke partij; dat kan bijvoorbeeld wel als er sprake is van zogenaamde shockschade. Daarvan is – kort gezegd – sprake als u getuige bent van (de directe gevolgen van) een gebeurtenis waarbij een dierbare wordt gekwetst of gedood, met als gevolg dat u geestelijk letsel oploopt.

Affectieschadevergoeding is in Nederland niet toegestaan

U kunt geen smartengeld vorderen op basis van het enkele feit dat een dierbare door het onrechtmatig handelen van een ander is komen te overlijden of is gekwetst; zogenaamde affectieschadevergoeding is in Nederland niet toewijsbaar. De reden hiervan is blijkens de wetsgeschiedenis dat de Nederlandse wetgever commercialisering van verdriet wil tegengaan. In 2010 is er door de Eerste Kamer nog een wetsvoorstel verworpen dat beoogde om vergoeding van affectieschade mogelijk te maken.

In Nederland bestaat er nu dus nog geen wettelijke basis voor het toekennen van affectieschadevergoeding. De jurisprudentie staat vergoeding van shockschade wel toe.Opvallend is dan ook een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam d.d. 18 december 2013. Een man komt door een geweldsmisdrijf om het leven. De moeder en zijn twee minderjarige kinderen vorderen smartengeld. De rechter wijst de vordering van zowel de moeder als de twee kinderen toe.

Smartengeld of toch affectievergoeding?

Voor wat betreft de moeder en één van de kinderen is dat niet vreemd: zij zijn direct geconfronteerd met de gevolgen van het geweldsmisdrijf (de moeder op het plaats delict en het kind in het ziekenhuis) en hebben daaraan geestelijk letsel overgehouden. Er is sprake van shockschade. Het tweede kind was niet direct geconfronteerd met de ernstige gevolgen van het misdrijf en er was evenmin sprake van geestelijk letsel. Toch wijst de rechtbank de vordering tot smartengeld ook ten aanzien van dit kind toe; zij overweegt dat smartengeld ook kan worden toegewezen als er geen sprake is van geestelijk letsel. Het feit dat het wegvallen van de vader nadelige gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het kind is genoeg voor het toewijzen van de vordering tot smartengeld. Dit is in ieder geval niet conform de shockschade-jurisprudentie en doet sterk denken aan affectieschadevergoeding.

Opvallend is trouwens dat een andere rechter van de Rechtbank Rotterdam eveneens op 18 december 2013 in een andere zaak uitgebreid ingaat op de shockschade-jurisprudentie en op basis daarvan immateriële schadevergoeding toewijst aan de echtgenote van een vermoorde man (. Deze rechter oordeelt dat de echtgenote geestelijk letsel heeft opgelopen hoewel dit niet door een psychiater is vastgesteld. De Rechtbank Rotterdam lijkt haar eigen weg te gaan als het gaat om shockschade en affectieschade. Met name het eerste oordeel sluit niet aan bij de huidige stand van het recht. Het oordeel speelt wel in op de heersende maatschappelijke opvattingen over het al dan niet toekennen van affectieschadevergoeding.

Bent u op zoek naar een advocaat omdat u te maken hebt met letselschade? Onze specialisten staan u graag vrijblijvend te woord. Neem contact op met mr. Barbara van Nieuw Amerongen of met onze letselschadeafdeling.

Deel dit artikel

Expertises