Jaco van den Brink

Het afgelopen seizoen laat weer veel uitspraken zien over informatie en communicatie en ook de zorg voor sociale veiligheid op school. Het delen van informatie over het kind is begrijpelijkerwijs een gevoelig onderwerp waarover regelmatig een klacht wordt ingediend.

Het afgelopen seizoen laat weer veel uitspraken zien over informatie en communicatie en ook de zorg voor sociale veiligheid op school. Het delen van informatie over het kind is begrijpelijkerwijs een gevoelig onderwerp waarover regelmatig een klacht wordt ingediend. Over pedagogische en onderwijskundige afwegingen heeft de school belangrijke professionele ruimte waar de commissie of de rechter natuurlijk niet in treedt. Wel wordt soms kritisch beoordeeld of de communicatie richting ouders ook adequaat is en voldoende inlevingsvermogen laat zien in wat voor de ouders belangrijk is. Hieronder weer een aantal aandachtspunten uit de recente stroom van jurisprudentie.

  • Meerdere uitspraken betreffen de zorg van school voor de sociale veiligheid van kinderen. Signalen van ouders over mogelijk pestgedrag moet school steeds serieus nemen. In elk geval moet elke school een pestprotocol hebben en daarnaar handelen. Zowel pro-actief als reactief moet school aandacht besteden aan de sociale veiligheid. School behoeft echter niet te garanderen dat zich geen incidenten zullen voordoen, dat is immers niet mogelijk. School heeft een eigen professionele afwegingsruimte om maatregelen in te zetten; dat kan betekenen dat het enige tijd duurt voordat resultaat kan worden verwacht van een bepaalde aanpak.

  • Invoelingsvermogen richting de ouders kan betekenen dat een wijziging van de groepsindeling ook tijdig wordt aangekondigd. Kort voor de zomervakantie, zonder een eerder signaal, is in dat opzicht onzorgvuldig. Vanuit hetzelfde oogpunt wordt geoordeeld: wanneer een school weet dat moeder moeite heeft met speciaal onderwijs voor haar kind, moet school de moeder bij een onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte wel voorbereiden op de mogelijkheid dat dit speciaal onderwijs als advies de uitkomst wordt.

  • Een ouder met gezag, ten aanzien van een kind dat jonger is dan 16, heeft recht op alle informatie over het kind – op grond van de AVG. Dat geldt niet voor een ouder zonder gezag. Op grond van het Burgerlijk Wetboek heeft ook deze ouder wel recht op informatie over “belangrijke feiten en omstandigheden over verzorging en opvoeding van het kind”. Het is niet nodig dat de ouder toegang krijgt tot het schoolsysteem. Bijvoorbeeld twee keer per jaar in een gesprek de ouder inlichten over de voortgang van het kind, en de periodieke rapportages toezenden, is voldoende.

  • Ouders van een onder toezicht gesteld gezin klaagden over de informatie die school had verstrekt aan de gezinsvoogd (LKC-advies 109371). De commissie oordeelde dat de school informatie mag verstrekken die voor de gezinsvoogd van belang kan zijn, zoals bijvoorbeeld over incidenten op school, over de wijze van halen en brengen etcetera. Het feit dat de moeder een klacht tegen de school had ingediend, had school echter niet mogen delen omdat dit niet relevant was voor de gezinsvoogd.

  • De informatie die een basisschool verstrekt aan een opvolgende school, is wettelijk vrij uitvoerig geregeld: het onderwijskundig rapport (OKR) mag dan worden verstrekt. Alle informatie die wordt verstrekt, moet ook in afschrift aan de ouders worden gegeven. Het OKR omvat alleen:

a. administratieve gegevens;

b. gegevens over onderwijshistorie, leerresultaten en stage- en werkervaring;

c. gegevens over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het gedrag;

d. gegevens met betrekking tot de gegeven of geïndiceerde begeleiding;

e. gegevens omtrent de verzuimhistorie.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises