Anje Slootweg
Op 1 juli 2015 zijn, zoals bekend, de belangrijkste onderdelen van de Wet Werk en Zekerheid doorgevoerd in het Nederlandse arbeidsrecht. Langzaam maar zeker begint de Nederlandse arbeidspraktijk aan deze gewijzigde regelgeving te wennen en hiermee te werken.
Wat bij velen niet bekend is, is dat zelfs die nieuwe transitievergoeding op dit moment in veel gevallen nog niet hoeft te worden uitbetaald en nog voordeliger oplossingen mogelijk zijn.
Het meest bekende onderdeel van de nieuwe wetgeving is waarschijnlijk wel de transitievergoeding, die een stuk voordeliger uitpakt dan de oude vergoeding op basis van de kantonrechtersformule. Wat bij velen niet bekend is, is dat zelfs die nieuwe transitievergoeding op dit moment in veel gevallen (veelal reorganisatie-ontslagen) nog niet hoeft te worden uitbetaald en nog voordeliger oplossingen mogelijk zijn. Dit is het gevolg van het ‘Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding’ dat tot 1 juli 2016 geldt en waarmee werkgevers tot die datum nog hun voordeel kunnen doen.
Dit voordeel kan worden behaald door werkgevers die onder een CAO vallen die nog niet is vernieuwd en aangepast aan de nieuwe wetgeving en waarin (veelal met name voor gevallen van reorganisatie) een wachtgeldregeling is opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de CAO VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Dit wachtgeld valt in verreweg de meeste gevallen substantieel lager uit dan de transitievergoeding. Het Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding bepaalt dat tot 1 juli 2016 werkgevers zich mogen beperken tot het uitbetalen van dit wachtgeld en dat zij de transitievergoeding niet verschuldigd zijn. Dit kan tienduizenden euro’s schelen.
Er is één mogelijke kink in de kabel. De kantonrechter in Rotterdam heeft geoordeeld dat het Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding niet mag leiden tot een substantieel lagere compensatie. Dit zou in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Een werknemer die onder de CAO Woondiensten viel, kreeg daarom niet slechts het wachtgeld van € 600, maar gewoon de transitievergoeding van
€ 7.000. Het is echter bij deze ene uitspraak gebleven, die nogal wordt bekritiseerd in arbeidsrechtelijk Nederland, omdat de vraag is of deze rechter niet op de stoel van de wetgever gaat zitten. Bovendien is de uitspraak bij veel werknemersjuristen niet bekend.
Het is dus zeer de moeite waard om, zeker in de onderhandeling, alleen het wachtgeld aan te bieden. Wellicht valt er nog iets te reorganiseren voor 1 juli 2016, zodat nog van dit voordeel kan worden geprofiteerd. Ik ben u in een voorkomend geval graag van dienst! (slootweg@bvd-advocaten.nl)