Anje Slootweg

Als hulpverlener bent u regelmatig betrokken bij ouders die vastlopen tijdens of na een echtscheiding. Communicatie loopt niet, vakantieregelingen zorgen voor hoofdbrekens, kinderen worden gedurig te laat of juist veel te vroeg teruggebracht, etc. etc.

Als hulpverlener bent u regelmatig betrokken bij ouders die vastlopen tijdens of na een echtscheiding. Communicatie loopt niet, vakantieregelingen zorgen voor hoofdbrekens, kinderen worden gedurig te laat of juist veel te vroeg teruggebracht, etc. etc. En dan verzucht een ouder nog wel eens: ‘ik zou best een advocaat willen inschakelen, maar die echtscheiding heeft al zoveel geld gekost’.

Ieder voor zich

U bent mogelijk bekend met de mogelijkheid om een toevoeging aan te vragen ( met andere woorden: in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand). Veel ouders, zeker in de huidige periode van hoge kosten, hebben daarvoor een te hoog inkomen, maar hebben toch te weinig buffer om zich de kosten van een advocaat te kunnen veroorloven. Ik krijg vaak de vraag of de kosten niet kunnen worden verhaald op de andere partij, die de problemen veroorzaakt. In procedures tussen ondernemers of tussen een werkgever en een werknemer is heel gebruikelijk dat de partij die in het ongelijk wordt gesteld, de proceskosten betaalt. In het familierecht is bewust gekozen voor het uitgangspunt dat ieder van de ouders de eigen kosten betaalt.

Van belang is echter te weten dat van dit uitgangspunt de laatste jaren regelmatig wordt afgeweken. Rechters straffen het onnodig starten van een procedure de laatste tijd meer dan eens toch af met een proceskostenveroordeling. Een voorbeeld vinden we in een uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant d.d. 17 augustus 2022.

Casus: discussie over de vakantie

De ouders in deze kwestie hebben (zoals veel ouders) discussie over de verdeling van de zomervakantie. De afspraak was dat de kinderen in het ene jaar vier weken bij de ene ouder zijn en twee weken bij de andere ouder en in het andere jaar andersom. Dit omdat de moeder de gewoonte heeft om elke twee jaar gedurende vier weken naar Turkije te gaan. Welke verdeling dat precies zou moeten zijn, is echter niet overeengekomen. Ten aanzien van de concrete invulling van de zomervakantie 2022 legt de vrouw een verzoek neer bij de rechtbank in een kort geding (een spoedprocedure).

De rechter maakt de vrouw echter de nodige verwijten. Ten eerste klopt haar vordering niet. Ze vordert nakoming van de verdeling van de zomervakantie uit een eerdere uitspraak, terwijl in die uitspraak helemaal geen verdeling van die zomervakantie was opgenomen.

Ten tweede speelt hier het feit dat de advocaat van de man al in april een brief had gestuurd naar de advocaat van de vrouw over de verdeling van de zomervakantie. Noch de vrouw, noch haar advocaat hebben op deze brief gereageerd. Pas in juli legt de vrouw aan de man een voorstel voor de verdeling van de zomervakantie voor dat haaks staat op het voorstel van de man. De vrouw kan niet van de man verwachten dat hij zijn plannen op het laatste moment wijzigt, terwijl er geen gerechtelijke uitspraak is op basis waarvan de man dat verplicht zou zijn.

Nodeloos

Conclusie van de rechtbank: de procedure is nodeloos gestart. De vrouw moet de kosten van de man betalen. Let op: het betreft hier vaak geen volledige veroordeling, er zijn  bepaalde standaards voor, maar het levert de man in dit geval toch € 1.330 op.

Laten we hopen dat dit soort uitspraken ertoe leiden dat mensen toch beter nadenken voor zij het gerechtelijk apparaat belasten met procedures over non issues en hun geschillen zelf oplossen of door hun advocaten onderling laten oplossen.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises