De raderen van het bestuur draaien soms maar langzaam. Particulieren, ondernemers en instellingen ondervinden dat geregeld, bijvoorbeeld wanneer zij een aanvraag indienen of bezwaar maken tegen een onwelgevallig besluit. Diverse wetten, zoals de Algemene Wet Bestuursrecht, stellen termijnen waarbinnen bestuursorganen tot een besluit op een aanvraag of bezwaar moeten komen. In de praktijk blijken veel bestuursorganen deze termijnen echter niet steeds te halen, tot frustratie van de aanvrager of bezwaarmaker. Het kan dan bijzonder teleurstellend zijn wanneer geen effectieve actie openstaat tegen een treuzelend (of overbelast) bestuursorgaan, dat de wettelijke of redelijke termijn inmiddels heeft overschreden. Met de Wet Dwangsom heeft de wetgever daaraan tegemoet willen komen.

Sinds de invoering van deze wet, is het mogelijk een bestuursorgaan in gebreke te stellen wanneer deze niet beslist binnen de wettelijke of redelijke termijn. Wanneer het bestuursorgaan binnen twee weken na deze ingebrekestelling nog altijd niet tot een besluit is gekomen, verbeurt deze dagelijks dwangsommen. Rijk zal men daar overigens niet van worden; het totaal is gemaximeerd op € 1.260,-. In hoeverre deze dwangsommen ook een reële compensatie vormen, zal dus sterk van de zaak afhangen.

Voor de verantwoordelijke ambtenaar kan de dreigende dwangsom echter een prikkel zijn om de kwestie met meer dan gebruikelijke spoed op te pakken. Verschillende bestuursorganen houden immers bij welke afdelingen dwangsommen verbeuren. Een ingebrekestelling kan ook daarom aanmoedigen tot snellere besluitvorming.

Er is echter nog een bijkomend voordeel, dat belangrijker kan zijn dan de dwangsom zelf. Voluit heet de wet namelijk Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Wanneer het bestuursorgaan ook twee weken na de ingebrekestelling nog niet heeft besloten, kan de aanvrager of bezwaarmaker de kwestie aan de rechter voorleggen. In tegenstelling tot de situatie voor de Wet dwangsom, hoeft men dus geen bezwaar te maken tegen het uitblijven van een besluit. Dat betekent overigens niet dat de verbeurde dwangsommen in de plaats van het besluit zijn gekomen; het bestuursorgaan is nog altijd gehouden een besluit te nemen, maar voor het instellen van beroep bij de rechter hoeft daar niet langer op te worden gewacht. Omdat het bestuursorgaan nog altijd verplicht is een besluit te nemen, lopen de dwangsommen ook tijdens de beroepsprocedure door - tot er een besluit is genomen of het maximumbedrag is bereikt.

De Wet Dwangsom biedt dus mogelijkheden de besluitvorming te versnellen en dat kan in veel situaties van groot nut zijn.

Deel dit artikel

Expertises