Erhard Koekoek

Het is algemeen bekend dat bij een arbeidsongeval de werkgever meestal aansprakelijk is voor de schade van werknemer. Dat komt doordat werkgevers een grote zorgplicht hebben voor de veiligheid op de werkvloer. Bij een arbeidsongeval is het daarom ook aan de werkgever om aan te tonen dat hij aan deze zorgplicht heeft voldaan. De werknemer kan volstaan met de stelling dat hij bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. En hoe goed je als werkgever ook je best doet met een instructie hier en een waarschuwing daar, meestal is het oordeel van de rechter dat het toch (net) niet genoeg was. Meestal, maar dus niet altijd. Zo ook in een recent arrest van het gerechtshof Den Haag.

Tramconducteur

Een tramconducteur werkzaam bij het RET in Rotterdam raakte betrokken bij een ongeval. Een stil staande tram werd van achteren aangereden door een andere tram, waardoor de conducteur op de grond viel. Hij stelt vervolgens blijvende knieklachten, rugklachten en psychische klachten opgelopen te hebben. De werkgever wordt daarom aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.

Nu het ongeval op de werkplek (de tram) heeft plaatsgevonden, is de werkgever aansprakelijk, tenzij hij kan aantonen dat hij alle zorgverplichtingen is nagekomen. In dit geval stelt de werkgever dat hij veel aandacht heeft geschonken aan de gevaren van de werkplek. Omdat de tram continu stopt en optrekt en ook regelmatig moet reageren op verkeerssituaties in een drukke stad, is het een bekend gevaar dat de tram onverwachte bewegingen maakt. De werkgever had door middel van opleiding en instructie de werknemer(s) alert gemaakt op deze gevaren. De conducteur had ook een opleiding gevolgd, bestaande uit een theoriegedeelte en een praktijkgedeelte. Daarbij was onder meer uitgelegd hoe de conducteur moet staan en lopen tijdens het controleren.

Opleiding en instructie

Kortom, er was heel specifiek aandacht geweest om schade als gevolg van de plotselinge bewegingen van de tram te voorkomen. In dit geval ging het gerechtshof mee in de stelling van werkgever dat er was voldaan aan de zorgplicht. Dat deze maatregelen geen absolute waarborg vormen dat zich geen incident zal voordoen, wordt ook niet van de werkgever verwacht. Niet viel in te zien wat deze werkgever nog meer of anders had kunnen doen.

Overigens is het goed om te beseffen dat wanneer het gerechtshof toch zou hebben geoordeeld dat werkgever niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dit nog niet direct een schadevergoedingsplicht zou opleveren. De werknemer moet namelijk nog wel aantonen dat de opgelopen schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. Met andere woorden; zijn de knieklachten en rugklachten wel echt ontstaan door de val, of zijn er andere oorzaken (slijtage/degeneratie) aan te wijzen. Dat laatste kan bijvoorbeeld blijken uit een rapportage van de medisch adviseur. 

Deze werkgever ontkomt in dit geval dus aan aansprakelijkheid, omdat hij kon aantonen dat er gezorgd was voor een relevante opleiding waarin specifiek aandacht was voor het valgevaar op de werkplek. Werkgever kon laten zien dat er serieus werk was gemaakt van de veiligheid op de werkvloer. Laat deze uitspraak daarom een stimulans zijn voor werkgevers om serieus werk te (blijven) maken van opleiding en instructie van de werknemer. Het loont!

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises