Catia Luis Fula
Minderjarigen mogen de meeste officiële handelingen niet zelfstandig verrichten. Denk bij officiële handelingen aan een inschrijving voor een school, het geven van toestemming voor een medische behandeling of het aanvragen van een paspoort.
Minderjarigen mogen de meeste officiële handelingen niet zelfstandig verrichten. Denk bij officiële handelingen aan een inschrijving voor een school, het geven van toestemming voor een medische behandeling of het aanvragen van een paspoort. De ouder met gezag kan deze handelingen namens het kind verrichten. Als het kind twee ouders met gezag heeft, moeten beiden ouders toestemming geven voor het verrichten van een officiële handeling, ook als zij gescheiden zijn. Het komt voor dat ouders hier niet samen uitkomen. Zo kan de één bijvoorbeeld willen dat het kind naar een bepaalde middelbare school gaat, terwijl de andere ouder het hier niet mee eens is. Als één van deze ouders geen toestemming wil geven, kan de andere ouder de rechter verzoeken om de toestemming van de weigerachtige ouder te vervangen. Hiervoor moet dus wel een procedure worden gestart bij de rechtbank. Hoe deze procedure verloopt en wat er van het oordeel van de rechtbank kan worden verwacht, zal ik illustreren door middel van een drietal recente uitspraken.
Vervangende toestemming voor medische behandeling
Een noodzakelijke medische behandeling voor een kind en een vader die deze behandeling helemaal niet zo noodzakelijk vindt. Dat speelde in een recente zaak waarin vervangende toestemming aan de rechtbank werd verzocht door moeder. Vader weigerde toestemming te geven voor de medische behandeling voor zijn minderjarige zoon, omdat hij van mening was dat de noodzaak hiertoe onvoldoende was onderbouwd. Moeder denkt hier anders over en wil - samen met de minderjarige zelf - heel graag dat de behandeling plaatsvindt. De rechtbank buigt zich over de zaak en kijkt of er aan de voorwaarde is voldaan die geldt om vervangende toestemming te verlenen voor medische behandelingen: is de medische behandeling noodzakelijk om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige af te wenden? In dit geval luidt het antwoord “ja”. Het is gebleken dat de minderjarige met ernstige psychische problematiek kampt en het noodzakelijk is om deze in kaart te brengen, om ernstig gevaar voor de geestelijke gezondheid van het kind af te wenden. Vervangende toestemming wordt dus verleend.
Vervangende toestemming geslachtsnaamwijziging
Deze tweede zaak betreft een situatie waarin door moeder vervangende toestemming wordt gevraagd om de achternaam van de minderjarige te wijzigen naar de achternaam van de nieuwe echtgenoot van moeder. Als reden hiervoor geeft moeder dat er nooit contact geweest is tussen vader en kind, terwijl het kind al sinds haar geboorte wordt opgevoed door haar stiefvader. Ook het kind zelf geeft aan graag dezelfde achternaam te willen hebben als haar stiefvader, moeder en oudere zus.
De rechtbank is niet meteen overtuigd. De rechter heeft tijdens het gesprek met het kind de indruk gekregen dat zij niet helemaal beseft wat voor impact de geslachtsnaamwijziging zou hebben. De geslachtsnaam behoort namelijk tot de identiteit van een persoon en het is niet in het belang van het kind om deze lichtvaardig te wijzigen. De rechtbank vraagt zich bovendien af of het kind voldoende ruimte is gegeven door moeder om zich een volledig beeld te vormen van haar vader. Het negatieve beeld dat het kind van haar vader heeft, lijkt te zijn gekopieerd van dat van haar moeder.
De rechter concludeert daarom dat er nog teveel onduidelijkheden zijn om goed vast te kunnen stellen wat in het belang is van het kind. De Raad voor de Kinderbescherming wordt gevraagd om onderzoek te doen en advies te geven over de vraag of de wijziging van de geslachtsnaam in het belang van het kind is.
Vervangende toestemming verhuizing
In deze laatste zaak wordt de rechter verzocht om een conflict tussen ouders te beslechten met betrekking tot de verhuizing van moeder en kind naar een andere woonplaats. Deze woonplaats is op twee uur rijafstand van waar moeder eerst woonde met vader - en waar vader nu nog steeds woont. Vader is het niet eens met deze verhuizing. Hij wil een grotere rol in het leven van het kind krijgen, wat onmogelijk is als het kind zo ver weg woont.
De rechter kijkt voor het nemen van een dergelijke beslissing niet alleen naar het belang van het kind, maar neemt alle omstandigheden mee. Zo is belangrijk of er noodzaak is om te verhuizen, wat de frequentie van contact tussen kind en ouder is voor en na verhuizing en in hoeverre moeder de verhuizing heeft doordacht. In dit geval is de rechter van oordeel dat er geen noodzaak lijkt te zijn voor de verhuizing en deze bovendien onvoldoende is doordacht en voorbereid. Zij had meer rekening moeten houden met de impact die de verhuizing zou hebben op het contact tussen vader en kind. De rechtbank begrijpt dat moeder graag dichterbij haar familie zou willen wonen, maar dit is een persoonlijke wens die de verhuizing niet meteen noodzakelijk maakt. Dat moeder inmiddels een baan heeft gevonden in haar nieuwe woonplaats en ingeschreven staat voor een woning maakt het oordeel van het hof niet anders. Moeder krijgt geen vervangende toestemming om te verhuizen.
Belang van het kind de belangrijkste overweging
Er is elk van deze zaken een gemene deler: de rechter neemt de beslissing die hij in het belang van het kind wenselijk acht. Hij zal hierbij alle omstandigheden van het geval in ogenschouw nemen, uiteraard worden ook de belangen van de andere betrokkenen meegenomen. Het belang van het kind vormt echter de belangrijkste overweging. Bij een verzoek tot vervangende toestemming dient hier dan ook rekening mee te houden – het is geen manier om de wil van een ouder door te drukken, maar bedoeld om het belang van het kind te kunnen dienen.