Cornelis Klepper

Wat als in de overeenkomst twee verschillede sets algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard? Deze vraag speelde bijvoorbeeld in een geschil1 tussen twee vennootschappen, waarbij in alle opdrachtbevestigingen onder het kopje ‘leveringsvoorwaarden’ werd vermeld dat de algemene voorwaarden voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten van toepassing waren, en onder het kopje ‘onderhoud en projecten’ werd vermeld dat op alle leveringen en diensten de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden voor de metaal- en elektrotechnische industrie van toepassing waren.

De rechter oordeelde in lijn met de jurisprudentie2 dat in een dergelijk geval geen algemene voorwaarden van toepassing zijn. Al in 1997 bepaalde de Hoge Raad immers dat, wanneer naar twee onderling verschillende sets algemene voorwaarden is verwezen terwijl niet duidelijk is welke voorwaarden in een specifiek geval gelden, geen van beide sets van toepassing is. Dit is in dergelijke gevallen de hoofdregel.

Recent moest de Hoge Raad zich opnieuw uitspreken over een dergelijk geval.3 Een producent van voer voor landbouwdieren kreeg een geschil met de grondstoffenleverancier. De onderliggende overeenkomst vermeld achter ‘contract conditions’: ‘C.N.G.D. (Conditiën van de Nederlandse handel in Granen en Diervoederstoffen’. In deze voorwaarden is een arbitraal beding opgenomen: alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van een koopovereenkomst waarop de CNGD van toepassing zijn zullen door arbitrage worden beslecht. Echter, onderaan dezelfde overeenkomst is (in kleiner lettertype) te lezen dat de Algemene Verkoop- en Betalingsvoorwaarden van de verkoper van toepassing zijn. Deze voorwaarden geven aan dat alle geschillen in eerste aanleg beslecht zullen worden bij de rechtbank Middelburg.

Koper startte een procedure bij de rechtbank, waarna verkoper een beroep deed op het arbitraal beding en vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde. De rechter oordeelde dat dit geen geval was waarin niet te zeggen is welke voorwaarden van toepassing zijn. In hoger beroep bekrachtigd het hof het oordeel van de rechtbank en oordeelt dat het arbitraal beding (uit de CNGD) in dit geval geldt en niet het gerechtelijk beding uit de algemene voorwaarden. Waarom? In de eerste plaats omdat de CNGD speciaal voor deze overeenkomst is ingevuld, terwijl de algemene voorwaarden in een standaardzin van toepassing worden verklaard. Verder acht het hof de omstandigheid dat de koper een professionele partij is van belang omdat de koper daardoor wist van het arbitragebeding. De koper mocht erop vertrouwen dat bij strijdigheid tussen de algemene voorwaarden en de CNGD de laatstgenoemde zou prevaleren.

Verkoper is het niet eens met dit oordeel en gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen grond is om beide sets buiten toepassing te laten. Volgens de HR is dit een vraag van uitleg aangaande onderling onverenigbare bedingen, het hof heeft daarbij de Haviltex-maatstaf blijkbaar op de juiste manier gebruikt. De rechter kan hierbij gewicht toekennen aan de wijze waarop de desbetreffende bedingen in de overeenkomst zijn vermeld, dan wel geïncorporeerd. Dit is de uitzondering.

Indien in een overeenkomst twee verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard met daarin strijdige bedingen zal bij een geschil gekeken moeten worden naar de wijze waarop de bedingen in de overeenkomst zijn vermeld.

Indien in een overeenkomst twee verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard met daarin strijdige bedingen zal bij een geschil gekeken moeten worden naar de wijze waarop de bedingen in de overeenkomst zijn vermeld. Of dit nieuwe handvat voldoende grip op de werkelijkheid biedt, zal moeten blijken.

1 Gerechtshof ’s Hertogenbosch 30 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5679
2 HR 28 november 1997, NJ 1998, 705 (Visser/Avéro)
3 HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:1125

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises