Lisette Riezebos-Naberman

Een verbod op nevenwerkzaamheden; dikwijls wordt dit opgenomen in een arbeidsovereenkomst. Een werkgever legt een werknemer hiermee een verbod op om andere werkzaamheden te verrichten gedurende het dienstverband met werkgever. Een rechter kan beoordelen of een dergelijk verbod geldig is. Daarbij worden de belangen van werkgever en werknemer tegen elkaar afgewogen. Recent heeft het gerechtshof zich gebogen over de reikwijdte van een dergelijk beding. Wat speelde hier?

Nevenwerkzaamhedenbeding

Het bedrijf, De Appouwer*,  had een verbod op nevenwerkzaamheden opgenomen in de arbeidsovereenkomst van werknemer Joost. Joost is werkzaam als financieel directeur. In het nevenwerkzaamhedenbeding is opgenomen dat Joost naast zijn werk geen werkzaamheden uit mag voeren die vergelijkbaar zijn met de diensten die het bedrijf verleent. Ook mag hij niet betrokken zijn bij dergelijke werkzaamheden.

In zijn vrije tijd werkt Joost aan de ontwikkeling van een app. Als de app nog in de testfase zit, informeert hij de algemeen directeur hierover. De algemeen directeur is hier niet blij mee omdat de app raakvlakken heeft met de dienstverlening van het bedrijf waar Joost zelf werkt. Joost wordt daarom voor de keuze gesteld: ófwel 100% kiezen voor De Appbouwers ófwel ontslag en focus op ontwikkeling van de app. Omdat partijen het niet eens worden,  volgt een procedure.

Schending

Joost voert in de procedure aan dat hij het verbod op nevenwerkzaamheden niet heeft overschreden omdat de app nog niet werkend was. Dit verweer gaat niet op. Omdat het beding ruim was geformuleerd, mag Joost ook niet betrokken zijn bij de ontwikkeling van de app. Dat de app nog niet werkte, neemt niet weg dat Joost wel betrokken was bij de ontwikkeling hiervan. De ontwikkeling was zelfs vergevorderd en Joost heeft zelf een patent aangevraagd voor de app. Het gerechtshof oordeelt dan ook dat het verbod op nevenwerkzaamheden geschonden is.

Boete

Voor schending van het beding kan De Appbouwer een boete vorderen. Op grond van de contractuele bepalingen zou een boete van € 49.200,- verschuldigd kunnen zijn. Het gerechtshof matigt deze boete evenwel tot € 3.000,-. Hierbij speelt onder meer mee dat de app nog in de testfase was, dat Joost zelf melding heeft gemaakt van de app en dat De Appbouwer geen (aantoonbare) schade heeft geleden.

Conclusie

Als een verbod op nevenwerkzaamheden ruim is geformuleerd, kunnen ook de 'voorbereidingen' om andere werkzaamheden te verrichten verboden zijn. Voor werkgevers is het daarom zaak het nevenwerkzaamhedenbeding zorgvuldig te formuleren, terwijl een werknemer er goed aan doen te weten waarvoor hij tekent.

* De naam van het bedrijf is gefingeerd

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises