Kort geleden heeft de Hoge Raad een interessante uitspraak gedaan over samenloop van onderhoudsverplichtingen voor (stief) kinderen1. Aan de hand van een voorbeeld leg ik uit waar deze uitspraak in de praktijk op neer komt.

Voorbeeld
Stel: Paul heeft twee kinderen uit de samenwoning met zijn ex, Roos. Beide kinderen zijn nog minderjarig. Paul heeft de kinderen erkend. Alleen Roos heeft het gezag. Inmiddels heeft Paul een nieuwe vriendin, Anne. Anne heeft ook twee kinderen uit een eerdere relatie. Paul en Anne wonen samen en vormen een gezin met haar twee kinderen. Roos vindt dat Paul inmiddels meer kan betalen voor hun kinderen omdat hij zijn woonlasten met Anne kan delen en vraagt in een procedure om verhoging van de kinderalimentatie. Paul is het daar niet mee eens. Hij is van mening dat hij vanwege het feit dat hij ook (financieel) voor de kinderen van Anne zorgt geen hogere bijdrage voor zijn twee eigen kinderen kan betalen.

Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad betrof een vergelijkbare situatie. De Hoge Raad stelt allereerst vast dat ouders hun kinderen (financieel) moeten onderhouden. De wet voorziet echter niet in een onderhoudsplicht voor de kinderen van een partner met wie geen huwelijk of geregistreerd partnerschap is aangegaan.

Bij samenloop van een wettelijke en morele onderhoudsverplichting gaat de wettelijke voor!

Voor dit soort situaties bood de Hoge Raad in het verleden de volgende oplossing2. Als een ouder een onderhoudsplicht heeft uit een eerder(e) huwelijk of relatie en hij een nieuw gezin vormt, moet voor de bepaling van de hoogte van zijn onderhoudsplicht met alle redelijke uitgaven die hij heeft rekening worden gehouden. Het maakt niet uit of hij met zijn nieuwe partner is getrouwd of samenwoont. Dat onderscheid is in principe ook niet van belang bij de beoordeling van de redelijkheid van de gezinsuitgaven. Wel moet eerst bekeken worden wat een redelijke bijdrage is voor de kinderen voor wie hij wettelijk onderhoudsplichtig is. In dat kader zal ook een afweging van de belangen van de eigen kinderen tegenover de kinderen van de nieuwe partner aan de orde kunnen komen.

Maar deze oplossing gaat niet meer op sinds de wet in 2009 is aangepast. Nu geldt als regel het volgende3:

“Indien een persoon verplicht is levensonderhoud te verstrekken aan twee of meer personen en zijn draagkracht onvoldoende is om dit volledig aan allen te verschaffen, hebben zijn kinderen en stiefkinderen die de leeftijd van een en twintig jaren nog niet hebben bereikt voorrang boven alle andere onderhoudsgerechtigden.”

Achtergrond hiervan is dat ouders na echtscheiding beiden verantwoordelijk blijven voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Daaruit volgt dat de verplichting tot een behoorlijke bijdrage aan de kinderen voorgaat boven andere verplichtingen die de ouders op zich hebben genomen.

In deze casus was geen sprake van een samenloop van wettelijke verplichtingen tot levensonderhoud, zo constateert de Hoge Raad. Het betreft een samenloop van een wettelijke verplichting jegens de eigen kinderen van de man en een morele verplichting om in de kosten van de kinderen van zijn vriendin bij te dragen. Nu de wet deze zogenaamde morele verplichting niet (er)kent, moet volgens de Hoge Raad aangenomen worden dat ook dan de wettelijke verplichting voorrang heeft. De eerdere uitspraken in vergelijkbare gevallen kunnen niet meer worden toegepast.

De praktijk
Terug naar de situatie van Paul. Was Paul met Anne getrouwd, dan had bij de beoordeling van de vraag of hij meer zou kunnen betalen voor zijn kinderen betrokken moeten worden dat hij ook financieel verantwoordelijk is voor de kinderen van Anne. De kinderen van Anne zouden dan zijn stiefkinderen zijn. Maar nu hij samenwoont met Anne is deze verantwoordelijkheid er niet, althans niet op grond van de wet!

Mijn visie
Hoewel deze conclusie juridisch correct is, wordt daarmee geen recht gedaan aan de praktijk. Het komt nu eenmaal steeds vaker voor dat bij nieuwe gezinnen geen sprake is van een huwelijk maar van samenwonen, terwijl wel kinderen uit meerdere relaties financieel worden onderhouden.

Daarom zou wat mij betreft de wetgever de wet moeten aanpassen. Aangesloten kan worden bij de eerdere lijn van de Hoge Raad: rekening houden met de nieuwe gezinssituatie of nu sprake is van een huwelijk of niet en de belangen afwegen. Er gaan echter ook stemmen op om alleen de eigen ouders onderhoudsplichtig te laten zijn.

Advies
Als u in uw gezinssituatie te maken heeft met meerdere onderhoudsverplichtingen voor kinderen kunt u voor verdere informatie of advies terecht bij een van onze familierechtspecialisten.

1 Ik doel op de uitspraak van 2 mei 2014 met kenmerk ECLI:NL:HR:2014:1066, te vinden via de website www.rechtspraak.nl

2 Onder meer HR 25 november 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1558, NJ 1995/286

3 Artikel 1:400 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Deel dit artikel

Expertises