Jaco van den Brink

In welke gemeente komt het niet voor: agrarische bedrijfswoningen, die niet meer door agrariërs worden gebruikt. Het levert betrokkenen doorgaans forse hoofdbrekens op: het gebruik is weggegroeid van de oorspronkelijke bestemming. Moet dan het gebruik worden gecorrigeerd, of de bestemming aangepast? Beide mogelijkheden hadden voorheen grote nadelen: bij correctie van het gebruik betekent dit vaak dat de bewoner dient te verhuizen - aanpassing van de bestemming in een woonbestemming is vaak niet mogelijk omdat vanwege het nabijgelegen bedrijf een ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ niet kan worden gegarandeerd.

De nieuwe ‘plattelandswoning’ voorziet dan ook in een behoefte: deze bestemming geeft de mogelijkheid voor gebruik als burgerwoning, maar met de lichtere mate van milieubescherming die hoort bij een bedrijfswoning.

Inmiddels is bijna anderhalf jaar de Wet plattelandswoningen in werking, en komt de stroom jurisprudentie hierover op gang.

De hier te bespreken uitspraak (Raad van State, 19 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:982) vormt een mooi voorbeeld van de manier waarop de plattelandswoning kan dienen als gulden middenweg tussen bedrijfs- en burgerwoning - en daardoor aan twee verhitte buren tegemoet kan komen.

Wat was er aan de hand? Voorwerp van geschil was een nieuw bestemmingsplan. De gemeenteraad had een voormalige bedrijfswoning nabij een glastuinbouwbedrijf bestemd als plattelandswoning. Het bedrijf wenste echter handhaving van de bedrijfsbestemming, en betoogde dat deze toegekend had moeten worden. Een ander (vermoedelijk de bewoner) echter betoogde dat de woning reeds geruime tijd niet meer als bedrijfswoning werd gebruikt, en daarom in aanmerking moest komen voor de bestemming van burgerwoning.

De raad bracht naar voren dat de ‘plattelandsbestemming’ juist aan beider belangen tegemoet kwam. Het gebruik als burgerwoning bleef zeer wel mogelijk voor de bewoner - hetgeen anders was geweest bij handhaving van de bedrijfsbestemming. De bedrijfsvoering van de glastuinbouw kwam niet in gevaar, doordat een plattelandswoning niet meer milieubescherming geniet dan een bedrijfswoning. Dit zou anders zijn geweest bij toekenning van een burgerbestemming.

De Afdeling acht de afweging van de gemeenteraad dan ook alleszins redelijk, zodat de bestemming in stand blijft.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises