Leendert Krijgsman

Het uitgangspunt is dat contractspartijen er vrij in zijn om met elkaar af te spreken wat zij willen. Wel heeft de wetgever een aantal vormen van overeenkomsten gereguleerd, zoals de arbeids- en de huurovereenkomst. In sommige gevallen is het zo dat contractspartijen verschillende overeenkomsten combineren in één overeenkomst, de zogeheten gemengde overeenkomst.

In veel gevallen beseffen partijen het niet als zij een gemengde overeenkomst sluiten. Denk bijvoorbeeld aan een pension, waar gasten voor een bepaalde prijs kunnen overnachten en veel klanten tegelijkertijd een prijs betalen voor schoonmaakdiensten alsmede voor ontbijt, lunch en diner. Bij het boeken worden de afzonderlijke prijzen doorgaans netjes op de ‘pensionovereenkomst’ vermeld.

Intussen bevat de pensionovereenkomst dan elementen van huur (de woonruimte/kamer), maar ook van opdracht (schoonmaakdiensten) en van koop (eten en drinken).

Vervolgens rijst de vraag welke regels op de pensionovereenkomst van toepassing zijn. De regels van huur, van opdracht, of van koop? Of van alle drie?

Een ander voorbeeld is een franchisenemer die van de franchisegever tevens het bedrijfspand huurt. Vaak worden in één overeenkomst afspraken gemaakt over zowel de huur van het pand als over de franchise. Volgens welke wettelijke regels moet deze overeenkomst nu worden beoordeeld? Als de ondernemer als huurder tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, kan dat dan bijv. ook gevolgen hebben voor de franchiseverhouding?

Juridische gevolgen

Artikel 6:215 van het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat als er sprake is van een gemengde overeenkomst de zogenoemde cumulatieleer als uitgangspunt moet worden genomen. Dit houdt in dat de bepalingen van de afzonderlijke overeenkomsten cumulatief van toepassing zijn op de gemengde overeenkomst.

Wanneer de pensioneigenaar de pensionovereenkomst in zijn geheel wil opzeggen, moet hij mogelijk dus drie wettelijke regimes bezien. De opzegging van de koopovereenkomst met betrekking tot het diner betekent niet per definitie ook de opzegging van de huurovereenkomst van de kamer. Vanwege de samenhang tussen de overeenkomsten kan het echter zo zijn dat het niet wenselijk is om de ene overeenkomst later te laten eindigen dan de andere. Wanneer de huurovereenkomst wordt opgezegd is het bijvoorbeeld niet wenselijk om de overeenkomst van opdracht voor schoonmaakdiensten te laten voortduren. Kortom: of de opzegging van de ene overeenkomst ook de opzegging van de andere overeenkomst tot gevolg heeft, moet van geval tot geval worden bezien.

Ook gecompliceerd is het als de wettelijke bepalingen ten aanzien van de verschillende overeenkomsten strijdig zijn met elkaar of inhoudelijk van elkaar verschillen. Denk bijv. aan de werknemer die in een dienstwoning woont. De arbeidsrechtelijke beschermingsbepalingen zijn anders van aard dan de opzegbescherming die uit het huurrecht voortvloeit. Het voert te ver om dit in het kader van deze blog uit te werken, maar als ondernemer doet u er goed aan te beseffen dat het in de praktijk vaak voorkomt dat onder de noemer van één overeenkomst veel zaken worden geregeld, terwijl er juridisch gezien sprake is van twee of meer overeenkomsten. Contractspartijen willen vaak “één allesomvattend document” hebben waarin alle afspraken zijn vervat. Maar in dat ene document kunnen meerdere overeenkomsten opgesloten liggen.

Houdt er dus rekening mee dat op dat ene document meerdere wettelijke regimes van toepassing kunnen zijn!

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises