Anje Slootweg
Anje Slootweg
Op 13 november 2012 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) aangenomen. De Tweede Kamer nam deze wet al op 6 december 2011 aan. Op 1 januari 2013 is deze wet in werking getreden. Deze wet bevat een regeling die de beloning en de ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen stevig aan banden legt. De consequenties voor bestuurders in de zorg zijn aanzienlijk.
Voor wie geldt de wet?
De WNT is van toepassing op topfunctionarissen. De wet geeft een uitgebreide definitie van dit begrip. Het komt er feitelijk op neer dat leidinggevenden op het hoogste niveau en leidinggevenden belast met de dagelijkse leiding topfunctionarissen zijn in de zin van deze wet. Te denken valt voor zorginstellingen aan de Raad van Bestuur en het Managementteam.
De vraag zou vervolgens kunnen rijzen of zorginstellingen wel tot de publieke en semipublieke sector kunnen worden gerekend. Immers, deze wet geldt niet voor topfunctionarissen die buiten deze sectoren werkzaam zijn. Deze vraag leefde ook bij de Nederlandse Vereniging van Zorg Directeuren (NVZD). Begin januari 2013 heeft deze vereniging een kort geding opgestart bij de rechtbank te Den Haag. Inzet van dit kort geding was een uitspraak van de rechtbank dat de zorgbestuurders niet onder de reikwijdte van deze wet zouden vallen. Argument dat werd aangevoerd, was dat zorginstellingen private instellingen zijn waaraan de minister geen loonnormen zou kunnen opleggen. De rechter maakte op 11 januari jl. korte metten met deze poging. Sindsdien is onmiskenbaar dat ook zorgbestuurders onverkort onder deze wet vallen.
Consequenties voor de lonen
Wanneer vaststaat dat de wet geldt voor zorgbestuurders, is uiteraard de volgende vraag welke consequenties dit heeft. Allereerst zijn er consequenties voor de hoogte van het salaris van deze bestuurders. Dat mag in 2013 niet hoger zijn dan € 187.340 bruto, te vermeerderen met sociale verzekeringspremies. Dit maximum wordt jaarlijks bij ministeriele regeling aangepast.
Consequenties voor de hoogte van de ontslagvergoeding
Vanaf 1 januari 2013 mogen zorginstellingen met hun bestuurders geen hogere ontslagvergoeding overeenkomen dan € 75.000 bruto. Dat is een aanzienlijk verschil met vergoedingen die op dit moment gangbaar zijn en niet zelden enkele tonnen bedragen.
Overgangsrecht?
Hoe nu om te gaan met de bestuurder die in 2012 nog € 250.000 bruto verdiende? Gaat die in één klap substantieel achteruit in inkomen? Zo is het niet. Er is overgangsrecht ontwikkeld dat voorziet in een geleidelijke afbouwregeling van enkele jaren. Het betreft een vrij ingewikkelde regeling, die er kort samengevat op neerkomt dat over zeven jaar geen enkele zorgbestuurder nog meer mag verdienen dan het door de wet gestelde maximum. Voor na 1 januari 2013 nieuw aangetreden bestuurders geldt de wet met onmiddellijke ingang. Dit zou dus een reden kunnen zijn voor bestuurders om voorlopig op hun plek te blijven en niet van werkkring te veranderen.
Daarnaast geldt dat wanneer in een arbeidsovereenkomst of Sociaal Plan dat voor 1 januari 2013 tot stand is gekomen een hogere vergoeding is opgenomen dan € 75.000 bruto, deze afspraak geëerbiedigd wordt. Voor de ontslagvergoeding die door de rechter wordt vastgesteld, is bovendien van belang dat de rechter niet aan de WNT gebonden is. Deze wet bindt alleen partijen. Het is dus mogelijk dat rechters ook na 1 januari 2013 vergoedingen zullen vaststellen die hoger zijn dan
€ 75.000 bruto.
Handhaving?
En wat als ik me hier niet aan houd? Dat is de vraag die menig rechtzoekende stelt als er juridisch advies wordt ingewonnen. De WNT kent een uitgebreide handhavingsparagraaf. Deze komt erop neer dat de overheid instanties die hogere vergoedingen of hogere salarissen toekennen, een dwangsom kan opleggen om hen zo te dwingen tot nakoming. Wanneer die dwangsom niet betaald wordt, kan de overheid naar de bestuurder gaan en het teveel betaalde daar invorderen. In het laatste geval wordt het ingevorderde bedrag niet aan de bestuurder terugbetaald, maar komt het ten goede aan de overheid. Het lijkt er dus op dat men ook in de zorg met de WNT zal moeten leren leven.