Natasja Barské-Gelling

Als een van de echtelieden rond de scheiding zijn baan verliest en een ontslagvergoeding ontvangt is de vraag of de ex-partner daar ook aanspraak op kan maken. Met andere woorden: valt een ontslagvergoeding al dan niet in de gemeenschap van goederen? Hier is al veel over geprocedeerd.

Ontslagvergoeding: voor of na de scheiding? 

Om die vraag te kunnen beantwoorden moet als eerste worden gekeken naar de vraag wanneer de aanspraak op de ontslagvergoeding is ontstaan. De aanspraak valt alleen in de gemeenschap als die is ontstaan vóórdat de huwelijksgemeenschap van partijen is ontbonden. De ontslagvergoeding hoeft dus niet voor die datum te zijn uitgekeerd, maar er moet wel voordien een aanspraak zijn ontstaan.

Vervolgens dient gekeken te worden of de ontslagvergoeding verknocht is aan de ontvanger. Een (aanspraak op een) ontslagvergoeding kan verknocht zijn indien deze strekt tot vervanging van inkomen uit arbeid dat de echtgenoot bij voortzetting van de dienstbetrekking zou hebben genoten. Om te kunnen beoordelen of de aanspraak in de huwelijksgemeenschap valt, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de periode voor en de periode na ontbinding van de huwelijksgemeenschap. Alleen het deel dat ziet op de periode na ontbinding van de huwelijksgemeenschap valt niet in de gemeenschap.

In 2018 heeft de Hoge Raad bepaald dat dit ook niet alleen geldt indien de ontslagvergoeding is aangewend voor de aankoop van een stamrechtverzekering of is ondergebracht in een stamrecht-BV, maar ook indien een ontslagvergoeding is uitbetaald in de vorm van een bedrag ineens (zonder een verzekering of stamrecht-BV).

Verknocht, zolang je geen nieuwe baan hebt? 

In 2019 heeft de Hoge Raad hier opnieuw over geoordeeld. Wat was het geval? De man in kwestie ontving een ontslagvergoeding. Niet ter discussie stond dat de aanspraak op de ontslagvergoeding strekte tot vervanging van inkomen uit arbeid van de man na de datum van ontbinding van de gemeenschap (in dit geval in de periode vanaf 1 juli 2015). Feit was echter ook dat de man al per 30 juli 2015 weer een nieuwe baan had.

Het hof oordeelde dat alleen het salaris over de maand juli 2015 als verknocht kon worden aangemerkt en dat de resterende ontslagvergoeding in de gemeenschap viel. Hier was de man het niet mee eens. Hij ging in cassatie. Met succes. De Hoge Raad oordeelde namelijk anders. De Hoge Raad oordeelt dat het enkele feit dat de aanspraak op de ontslagvergoeding strekt tot vervanging van inkomen uit arbeid in de periode na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap, maakt dat de aanspraak op de ontslagvergoeding buiten de huwelijksgemeenschap valt.

Een belangrijke uitspraak, waaruit blijkt dat de Hoge Raad de leer dus strikt toepast. Op zich is namelijk juist dat de aanspraak zag op vervanging van inkomen na ontbinding van de huwelijksgemeenschap. Feit was echter ook dat de man een maand later alweer een andere baan had met zelfs nog een hoger inkomen. Dit blijkt echter geen rol te spelen. De Hoge Raad oordeelt dat de volledige ontslagvergoeding aan de man is verknocht.

Deze blog is geschreven voor de kwartaalnieuwsbrief 'Echtscheiding & Ondernemers'. Mr. Natasja Barské-Gelling is advocaat familierecht en mediator. Ze treedt veelvuldig op voor ondernemers die in echtscheiding verwikkeld zijn. 

Lees ook: 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises