De invoering van de nieuwe arbeidsrechtwetgeving per 1 juli jl. zorgt ervoor dat hoge ontslagvergoedingen goeddeels verleden tijd zijn. Door invoering van de transitievergoeding ter vervanging van de kantonrechtersformule is in veel gevallen de vergoeding nog maar een fractie van voorheen. Als de rechtbank oordeelt dat sprake is van een wettelijke ontslaggrond om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, valt de vergoeding steevast lager uit. In uitzonderlijke gevallen heeft de rechter een (reparatie)mogelijkheid om een extra vergoeding toe te kennen: de zogenaamde billijke vergoeding.
Uit een handjevol tot dusver gepubliceerde uitspraken blijkt nog niet dat veelvuldig flinke bedragen als billijke vergoeding worden toegewezen. Een uitspraak van 7 december jl. van de rechtbank Amsterdam springt eruit.
Verstoorde arbeidsrelatie
De casus is als volgt: in eerste instantie heeft een werkgever de rechtbank verzocht om de arbeidsovereenkomst met een werknemer - 10-jarig dienstverband en werkzaam als projectmanager - te ontbinden wegens disfunctioneren. De rechter wijst het verzoek op 9 juni 2015 af, met name omdat de werknemer niet voldoende de kans heeft gekregen zijn functioneren te verbeteren.
Kort daarop, 16 oktober 2015, dient de werkgever opnieuw een ontbindingsverzoek in, nu wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens de werkgever zou de werknemer ten onrechte niet meewerken aan een verbetertraject en zou van hem daardoor in redelijkheid niet gevergd kunnen worden de arbeidsovereenkomst langer te laten voortduren. De werknemer is niet van mening dat de arbeidsrelatie dusdanig is verstoord dat dit zou moeten leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de werknemer zet de werkgever alles op alles om een verstoorde relatie te forceren om zodoende het ontslag te bewerkstelligen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank komt tot de conclusie dat er op grond van een verstoorde arbeidsverhouding voldoende reden is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechtbank volgt de werknemer dat de werkgever laakbaar gedrag heeft vertoond en kwalificeert dit als ernstig verwijtbaar handelen, zodat een billijke vergoeding gerechtvaardigd is. Zo heeft de werkgever wel een verbetertraject ingezet, maar de werknemer geen eerlijke kans te geven op verbetering door werknemer na afwijzing van het eerste ontbindingsverzoek in functie terug te zetten. Ook werd de werknemer geschorst na weigering mee te werken aan het door de werkgever voorgestelde verbetertraject. Een verbetertraject waarvan de rechtbank vindt dat niet verwacht mocht worden van de werknemer daaraan zijn medewerking te verlenen.
Billijke vergoeding
Naast een (standaard) transitievergoeding van € 18.353,- wordt een billijke vergoeding toegewezen van € 40.000,-. De rechtbank oordeelt als volgt:
“Tot slot wordt overwogen dat in een geval als het onderhavige de billijke vergoeding een zekere omvang moet hebben, omdat anders het risico bestaat dat een relatief lage vergoeding voor lief wordt genomen, en in feite een vrijbrief vormt voor ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van de werkgever door een verstoorde arbeidsverhouding te construeren en zo op oneigenlijke wijze het einde van het dienstverband met een werknemer te realiseren. In zoverre is de vergoeding mede te beschouwen als een civielrechtelijke sanctie op ernstig verwijtbaar gedrag.”
Conclusie
Met een zak geld, kleiner dan voorheen, is het nog altijd mogelijk ongewenste werknemers te ontslaan.
Naar mijn mening heeft de rechtbank terecht de arbeidsovereenkomst ontbonden. Als er geen werkbare relatie meer is, dient het geen doel om werkgever en werknemer langer tot elkaar te veroordelen. Vervolgens dient aan de hand van de schuldvraag de ontbinding te worden gecompenseerd. In voornoemde situatie was volgens de rechtbank aan de werkgever in ‘overwegende en ernstige mate de verstoring te wijten’. Onder het oude recht zou in een dergelijke situatie met de kantonrechtersformule een veel hogere ontslagvergoeding zijn toegewezen dan het nu in totaal toegewezen bedrag van bijna € 60.000,-. Hoewel de rechtbank zich bewust is van het door werkgever ‘construeren’ van een verstoorde arbeidsverhouding, is met een zak geld, kleiner dan voorheen, het nog altijd mogelijk ongewenste werknemers te ontslaan.