Judith van Setten-van den Brink

Het openbaar vervoer is over het algemeen een geschikt middel om veilig op de plaats van bestemming te komen. In sommige gevallen kan het echter het anders...

Het openbaar vervoer is over het algemeen een geschikt middel om veilig op de plaats van bestemming te komen. In sommige gevallen kan het echter het anders lopen. Dit roept de vraag op wie aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. In dit blog zal ik op hoofdlijnen ingaan op de aansprakelijkheid van de vervoerder wanneer u tijdens een reis in het openbaar vervoer in Nederland een ongeval overkomt.

De vervoersovereenkomst

Daarvoor gaan we eerst terug naar de juridische basis. Bij de aankoop van een kaartje bij de vervoerder of het afsluiten van een abonnement met een vervoerder, ontstaat een vervoersovereenkomst tussen u en de vervoersmaatschappij. Onderdeel van deze overeenkomst is dat de vervoerder zich verplicht om u veilig naar de plaats van bestemming te vervoeren. Dit wordt ook wel de ‘zorgplicht’ van de vervoerder genoemd.

Ongeval in het OV: wie is aansprakelijk?

Het kan zijn dat u tijdens uw vervoer letsel oploopt. Bijvoorbeeld doordat de vervoerder een scherpe bocht neemt, onverwacht remt/optrekt of een aanrijding veroorzaakt. Letsel kan ook ontstaan tijdens het in- of uitstappen. De wet bepaalt in artikel 8:105 BW dat de vervoerder aansprakelijk is voor schade die een reiziger overkomt door een ongeval met en tijdens het vervoer. De wet definieert die tijd als de periode dat de reiziger aan boord van het vervoermiddel is, instapt of uitstapt. In de rechtspraak is eerder de vraag opgeworpen of de definitie van ‘tijdens het vervoer’ de gehele periode tussen het inchecken en uitchecken omvat. De rechtbank oordeelde dat de periode van instappen slechts het feitelijke instappen zelf omvat; de periode die de reiziger daarvoor (tussen het inchecken en feitelijk instappen) op het perron doorbrengt, valt daar niet onder. 

Vervoerdersovermacht

De wet acht de vervoerder niet aansprakelijk indien het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder niet kan vermijden en waarvan de vervoerder de gevolgen niet kan voorkomen. Dit wordt ook wel overmacht genoemd. De wet benoemt expliciet dat een zorgvuldig vervoerder omstandigheden zoals lichamelijke of geestelijke tekortkomingen van de bestuurder van het voertuig of de aanwezigheid van een gebrekkig voertuig kan vermijden. Met andere woorden: de vervoerder kan zich in die gevallen niet op overmacht beroepen. De aansprakelijkheid van de vervoerder en het beroep op overmacht zijn in de rechtspraak eerder aan bod gekomen. Ik zal enkele uitspraken benoemen waarin deze vragen zich voordeden.   

Val tijdens het afremmen van de bus

Tijdens een busrit beweegt een passagier zich richting de uitgang om uit te checken. Terwijl de passagier naar voren loopt, remt de buschauffeur en valt de passagier. Gevolg: een gebroken dijbeen en een wondje aan de linkerhand. Uiteindelijk stelt de passagier de vervoerder aansprakelijk op grond van art. 8:105 BW. De vervoerder beroept zich op overmacht en stelt dat de buschauffeur gewoon, niet abrupt of hard, heeft geremd en dat het aannemelijk is dat de passagier is gestruikeld of gevallen bij het opstaan tijdens de rit. De vervoerder beschouwt dit als een omstandigheid die een zorgvuldige bestuurder niet kan vermijden.

De rechtbank brengt hiertegen in dat een beroep op overmacht slechts succesvol is indien de vervoerder aantoont dat hij alle maatregelen heeft genomen om de schade te voorkomen die redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder gevergd mogen worden. Op basis van de beschikbare informatie gaat de rechtbank er vanuit dat de vervoerder dusdanig hard heeft geremd dat de passagier zijn evenwicht verloor en viel. De buschauffeur had volgens de rechtbank de halte behoedzamer kunnen benaderen of de passagier kunnen waarschuwen om te blijven zitten tot de bus tot stilstand was gekomen. De rechtbank voegt hier nog aan toe dat het een ouders passagier betreft en het algemeen bekend is dat oudere mensen slechter ter been zijn en eerder vallen.

In deze zaak deed de vervoerder een beroep op eigen schuld. Dit verweer ziet op omstandigheden die te wijten zijn aan gedragingen van de passagier zelf. Als daarvan sprake is, hoeft de aansprakelijke partij de gevolgen van deze gedragingen in principe niet te dragen. De rechtbank gaat mee in de stelling van de vervoerder dat de passagier in verband met zijn eigen veiligheid pas had moeten opstaan op het moment dat de bus volledig tot stilstand was gekomen. Uiteindelijk moet de passagier daarom 20% van de schade zelf betalen.

Noodstop tijdens busrit

Het komt regelmatig voor dat een buschauffeur een noodstop moet maken. Zeker in steden tijdens spitstijd kan dit nog weleens voorkomen. Ook in de volgende zaak maakte de buschauffeur een noodstop. Als gevolg daarvan viel de passagier. Ze hield de busmaatschappij verantwoordelijk voor de gevolgen van haar val. De zaak komt bij de rechter. Voor de beoordeling van aansprakelijkheid zijn de achterliggende feiten en omstandigheden van groot belang. Deze kwestie is daarin illustratief. Het uitgangspunt is namelijk dat aansprakelijkheid vaststaat, tenzij de vervoerder kortweg zorgvuldig heeft gehandeld en het ongeval niet kon vermijden. De rechtbank acht voor de beoordeling het volgende van belang:

  • De passagier vroeg de buschauffeur bij het instappen haar te waarschuwen zodra de bus de halte van bestemming had genaderd.

  • De buschauffeur beloofde dit te doen en verzocht de passagier tot dat moment plaats te nemen.

  • De passagier is in de tussentijd twee keer opgestaan om te vragen of de uitstaphalte al was bereikt, waarop de buschauffeur aangaf dat de oproep moest worden afgewacht en haar verzocht weer te gaan zitten.

  • Er waren voldoende zitplekken tijdens de busrit.

  • Op een zeker moment moest de buschauffeur een noodstop maken om een ongeval met een plotseling naderende scooter te voorkomen.

De rechtbank oordeelde op basis van het voorgaande dat de chauffeur zich als een zorgvuldig vervoerder had gedragen door een mogelijk ernstig ongeval met de scooter te voorkomen. Daarmee is de aansprakelijkheid van de vervoerder voor de letselschade van de passagier afgewezen.

Enkele laatste aandachtspunten

Ten aanzien van verkeersongevallen geldt een verjaringstermijn van drie jaar. Voor ongevallen tijdens het openbaar vervoer is dit niet anders. Dat betekent dat u binnen drie jaar na de ongevalsdatum de vervoerder aansprakelijk moet stellen. Doet u dit niet, dan vervalt uw recht op schadevergoeding. Het is belangrijk dat u hier alert op bent om te voorkomen dat u (onterecht) met de schade achterblijft.

De aansprakelijkheidsgrondslag die in deze blog is uitgewerkt ligt het meest voor de hand in geval van een aansprakelijkstelling na een ongeval tijdens het openbaar vervoer. Er zijn echter nog andere aansprakelijkheidsgrondslagen mogelijk. Een uitwerking daarvan reikt voor deze blog te ver. Mocht u geconfronteerd worden met letselschade die ontstaat in het openbaar vervoer, dan kan een letselschadespecialist deskundige bijstand verlenen in het beoordelen van de juiste aansprakelijkheidsgrond en het verhalen van de letselschade.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises