Recent is Jason (21 jaar) veel in het nieuws geweest. Hij heeft zelf ruim een jaar in verschillende instellingen voor gesloten jeugdhulp gezeten. Hij vertelde de NOS dat de gesloten jeugdhulp afgeschaft moet worden: “Van opsluiting word je helemaal niet beter”. Dit nieuwsbericht geeft wel aan hoe actueel het thema gesloten jeugdhulp op dit moment is. Er zijn al langer zorgen over tekortschietende hulp aan depressieve kinderen in de gesloten jeugdhulp en – helaas – het aantal zelfdodingen binnen de gesloten jeugdhulp. Terwijl de gesloten jeugdhulp bij uitstek een veilige plek zou moeten zijn voor jongeren die zeer intensieve hulp nodig hebben.
Aanleiding
De gesloten jeugdhulp bestaat sinds 2008. Kinderen met heftige problematiek die zich aan hulp willen onttrekken, kunnen door de kinderrechter in een gesloten instelling worden geplaatst. Vóór 2008 werd deze groep jongeren samen met strafrechtelijk geplaatste jongeren in een justitiële jeugdinrichting geplaatst. Ik was zelf heel benieuwd naar de motivering van de kinderrechter bij een beslissing om een jongere gesloten te plaatsen. Het is namelijk nogal een grote beslissing: een kind opsluiten met als doel om dat kind op te voeden. Toch gebeurt dit in Nederland vaak: in 2017 was sprake van 1.916 plaatsingen.
Wat heb ik onderzocht?
interviews en historisch onderzoek
Ik heb verschillende dingen onderzocht. Allereerst heb ik met heel veel kinderen in de gesloten jeugdhulp gesproken: kun jezelf uitleggen waarom je gesloten bent geplaatst? Hoe ervaar je de geslotenheid van de plaatsing, enz. Deze interviews zijn uitgewerkt in het proefschrift. Vervolgens heb ik historisch onderzoek gedaan. Ik wilde de huidige gesloten jeugdhulp beter leren begrepen aan de hand van haar geschiedenis. Ik heb 200 jaar historie van de gesloten jeugdhulp in kaart gebracht. Wie besliste of een kind gesloten werd geplaatst (vroeger kon een vader dat zelf aan de rechter vragen!)? Hoe werd een gesloten plaatsing in de rechtspraktijk gelegitimeerd? De geschiedenis laat zien dat de (gesloten) uithuisplaatsingsmaatregel de inherente neiging heeft om aan te ‘zuigen’, met name als lastig gedrag van een kind het meest in het oog springt.
analyse kinderrechten
Vervolgens ben ik de kinderrechten van deze groep kinderen gaan analyseren: in het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens staat dat je kinderen mag opsluiten ‘met het doel toe te zien op hun opvoeding’. Een plaatsing in gesloten jeugdhulp zal dus altijd moeten worden getoetst aan de doelmatigheid van deze plaatsing. Uit het toetsingskader blijkt dat opsluiten mag, maar slechts onder strikte voorwaarden. Het VN-Kinderrechtenverdrag en andere rechtsbronnen geven aan dat het opsluiten van kinderen slechts bij uitzondering en als laatste maatregel en voor de kortst mogelijke duur mag worden toegepast. Ik heb een kinder- en mensenrechtentoetsingskader opgesteld waaraan de afweging of een gesloten plaatsing gerechtvaardigd is, getoetst kan worden.
jurisprudentieonderzoek
Ik heb dit toetsingskader naast 586 rechterlijke uitspraken over gesloten jeugdhulp gelegd. Dit zijn alle gepubliceerde uitspraken in de eerste tien jaar van de gesloten jeugdhulp (2008-2017). Het jurisprudentieonderzoek laat zien dat de rechterlijke motivering eerder probleembeschrijvend van aard is dan doel- en oplossingsgericht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat kinderrechters met name aan het noodzaakscriterium toetsen en in veel mindere mate aan het doelmatigheidscriterium. Dit is met name problematisch wanneer er een verlengingsbeslissing wordt genomen. In de motivering van de rechter wordt vaak twijfel geëtaleerd of de inzet van gesloten jeugdzorg nu wel zo passend is, maar is vaak van doorslaggevend belang dat er geen passend alternatief is voor een gesloten plaatsing. Dit ligt onder andere aan het ontbreken van een eenduidige definitie van ‘passende behandeling’. Eén duidelijke functie van een gesloten plaatsing is dat deze wordt gebruikt om rust en stabiliteit te creëren. Maar voldoet een gesloten plaatsing wel aan het rechtmatigheidsvereiste wanneer de behandeling niet meer blijkt in te houden dan dat? In combinatie met zorgen over de veiligheid binnen accommodaties voor gesloten jeugdhulp, ligt hier de grootste uitdaging voor de praktijk in de komende jaren.
Conclusies en aanbevelingen
Een van de conclusies van dit onderzoek is dan ook dat er sprake is van een wijdverbreide praktijk waarbij het opsluiten van kinderen haar rechtvaardiging vindt in het doel dat deze kinderen worden opgevoed, die in de Nederlandse context vooral te wijten is aan een gebrek aan passende en realistische alternatieven in de kinder- en jeugdpsychiatrie, gespecialiseerde pleegzorg en andere vormen van jeugdbescherming en jeugdhulp. Een van mijn aanbevelingen is om het aantal plekken in de gesloten jeugdhulp te halveren. Ook moet in de wet worden geregeld dat een machtiging gesloten jeugdhulp slechts voor de duur van een half jaar kan worden opgelegd. Verder vind ik dat kinderrechters meer vrijheid moeten krijgen: op dit moment kunnen ze een verzoek om een plaatsing in gesloten jeugdhulp afwijzen, voor kortere duur toewijzen of toewijzen. Wat mij betreft steeds moet een kinderrechter ook kunnen kiezen uit een ‘open’ uithuisplaatsing of een plaatsing in de jeugd-ggz. Echter, dit vereist wel dat er in de komende jaren veel wordt geïnvesteerd en realistische alternatieven voor een gesloten jeugdhulp die de jeugdige zowel qua problematiek als qua persoon op weg naar de volwassenheid uitermate serieus neemt.
De uitkomsten van het onderzoek in de praktijk
Ik hoop dat het onderzoek bijdraagt aan het bewustzijn dat een gesloten plaatsing vrijheidsbeneming tot gevolg heeft en vraagt om een evenwichtige besluitvormingsprocedure een sterke rechtspositie van de jongere. Vrijheidsbeneming is soms noodzaak, maar moet altijd gepaard gaan met een nastrevenswaardig doel dat recht doet aan het kinderrecht op aandacht, juist voor jongeren met serieuze problemen. Kinderrechten impliceren dat een kind altijd opnieuw een kans krijgt, juist ook in een weerbarstige realiteit.
Op dit moment is er veel aandacht voor de gesloten jeugdhulp. Denk aan de documentaire over Alicia die landelijk veel aandacht kreeg. Ook is er onlangs een ander proefschrift verschenen over het gebruik van repressie in de gesloten jeugdhulp als belemmerende factor voor de effectiviteit van gesloten jeugdhulp. Ik hoop dat dit een momentum is om werk te maken van serieuze verbeteringen voor jongeren die gebaat zijn bij een specialistische behandeling. Gesloten jeugdhulp mag dan niet de enige overgebleven keuze zijn.