Anje Slootweg

Jazeker, u leest het goed. De zogeheten ‘Staatscommissie Herijking Ouderschap’ heeft op 7 december jl. een rapport gepubliceerd onder leiding van voorzitter Aleid Wolfsen. Een rapport met de veelbelovende titel: ‘Kind en ouders in de 21e eeuw.’ De 21e eeuw: dé eeuw van de vergaande conflicten tussen ouders die hun partnerrelatie verbreken, maar wel samen voor hun kind moeten blijven zorgen. Vechtscheidingen nemen hand over hand toe en de overheid zit met de handen in het haar. Mijn verwachting, voor ik het rapport ter hand nam, was dan ook dat over één ding goed zou zijn nagedacht: hoe kunnen de conflicten tussen ouders verminderd worden en hoe stellen wij het belang van het kind voorop.

Meerouderschap: hoe meer zielen, hoe meer gedoe

De werkelijkheid blijkt anders. In een land waarin twee ouders al steeds minder in staat zijn om samen de opvoeding ter hand te nemen, bedenkt deze staatscommissie dat het mogelijk moet zijn dat een kind vier juridische ouders krijgt, het zogeheten meerouderschap. Twee keer zoveel ouders, twee keer zo veel conflicten. De kans dat vier ouders die alle vier gezag hebben, het eens worden over belangrijke zaken als een school, een therapie voor het kind, een sportuitoefening, is per definitie klein. Maar als er eenmaal conflicten en relatiebreuken ontstaan tussen volwassenen, dan is helemaal zeker dat er grote problemen ontstaan. En die kans is groot. Het echtscheidingspercentage in Nederland ligt momenteel op 40%. De kans dat er in een ingewikkelde opvoedingssituatie van drie of vier ouders conflicten en breuken ontstaan, is nog vele malen groter. Bovendien hebben we het dan over conflicten die vervolgens ook nog eens veel lastiger zijn op te lossen dan wanneer er een conflict bestaat tussen twee ouders. Waar twee ouders nog wel eens met hulp van een goede mediator tot verbetering van hun verhoudingen komen, zal een mediator die vier kibbelende volwassenen aan tafel krijgt, van zeer goede huize moeten komen om daarin overzicht te creëren en tot een oplossing te komen.

Financiële verplichtingen onoverzichtelijk 

Als vier ouders het gezag hebben en juridisch ouder zijn, zijn ook vier ouders onderhoudsplichtig. Ik zie de alimentatieberekeningen al voor me. Nu al worstelen rechters met de onderhoudsplicht van ouders en stiefouders. Een stiefouder tot wiens gezin een minderjarig kind behoort, wordt onderhoudsplichtig voor dit kind, naast de biologische ouders. De manier van alimentatie berekenen in ons land is alleen niet echt toegesneden op een onderhoudsplicht van meer dan twee ouders.  Als de plannen van de Staatscommissie doorgaan, zullen er alleen maar meer situaties ontstaan waarin nauwelijks meer te berekenen is welke bijdrage de niet-verzorgende ouders verschuldigd zijn aan de verzorgende ouder of verzorgende ouders. Gevolg: opnieuw ruzie tussen ouders als gevolg van de grote financiële onduidelijkheid.

Steeds meer procedures bij meerouderschap

De staatscommissie hamert bovendien in het plan op de cruciale rol van de rechter. Bij geschillen mag iedere ouder met gezag dit aan de rechter voorleggen en eventueel vragen om het aantal ouders met gezag terug te brengen, omdat zij het niet langer eens kunnen worden. Hoe is het mogelijk dat er zoveel nadruk wordt gelegd op de juridische mogelijkheid om een rechter in te schakelen? Iedereen die in de echtscheidingspraktijk werkt, weet dat procedures, waarin het draait om winnen en verliezen, veel stress veroorzaken bij ouders en helemaal bij kinderen. Als ouders tegen elkaar procederen, stralen zij uit dat zij de overheid nodig hebben om hun eigen ruzies op te lossen. Een slechter voorbeeld voor een kind is niet denkbaar.

Het is te hopen dat de plannen van de Staatscommissie met een sisser aflopen. Anders voorzie ik nog meer onveiligheid voor kinderen, omdat ouders meer bezig zijn met hun eigen rechten dan met het belang van hun kinderen.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises