Erhard Koekoek

Het kabinet heeft goed bestuur in de zorg op de agenda gezet. Minister Schippers wil de vrijblijvendheid van de medezeggenschapregels verminderen, cliëntenraden beter faciliteren en het gebruik van (juridische) procedures bij geschillen praktischer maken. Dit roept de vraag op hoe de medezeggenschap binnen zorginstellingen op dit moment is gefaciliteerd? En welke mogelijkheden biedt de (juridische) gereedschapskoffer van cliëntenraden binnen zorginstellingen eigenlijk? In deze blog zal ik hierop nader ingaan.


Status wetgeving

Dit roept de vraag op hoe de medezeggenschap binnen zorginstellingen op dit moment is gefaciliteerd?

De huidige regels omtrent medezeggenschap in de zorg zijn onder meer vastgelegd in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Deze wet bestaat uit slechts 10 artikelen. Dit heeft alles te maken met de grote diversiteit aan zorginstellingen waarop de Wmcz van toepassing is. De wetgever heeft destijds (1996) veel zaken aan zelfregulering willen overlaten. Die zelfregulering lijkt kennelijk niet te hebben gebracht wat men had gehoopt, dus komt er weer beweging aan het wetgevingsfront.

De (regelgeving in de) zorg is overigens al langer volop in beweging. Zo zou al eerder een nieuwe wet komen die de Wmcz en een aantal andere patiëntenwetten moest verenigen in één wet, te weten de Wet cliëntenrecht zorg (Wcz). De Wcz is echter niet ingevoerd en de behandeling ervan is opgeknipt in vier delen. Een nieuwe medezeggenschapsregeling is tot op heden (nog) niet als wetsvoorstel ingediend, zodat de Wmcz nog steeds geldt.

Versterking cliëntenraden

Het kabinet lijkt nu voornemens de cliëntenraden verder te versterken. Ondanks onze huidige samenleving waar steeds meer de nadruk komt te liggen op de participatie van het individu, blijft collectieve medezeggenschap kennelijk noodzakelijk. Het vastleggen van wettelijke bevoegdheden voor collectieve medezeggenschap schept duidelijkheid en heeft een normerende werking. Kern van de huidige wet is de verplichting van de zorgaanbieder tot het instellen van een cliëntenraad bij iedere instelling die hij in stand houdt. Verder heeft de zorgaanbieder de verplichting van jaarlijkse verslaglegging over de wijze waarop uitvoering aan de Wmcz is gegeven en openbaarmaking van dit verslag.

Op grond van de thans geldende wet- en regelgeving hebben cliëntenraden een:

  • ? informatierecht;

  • ? recht op overleg;

  • ? (verzwaard) adviesrecht;

  • ? initiatiefrecht;

  • ? enquêterecht;

  • ? recht op bindende voordracht van een bestuurslid.

De zorgaanbieder kan daarnaast ook vrijwillig extra rechten aan de cliëntenraad hebben toegekend.

Juridische gereedschapskoffer

Voornoemde rechten en plichten hebben beperkt waarde indien zij bij schending niet afdwingbaar zijn. In het belang van de cliënten, is het daarom zo geregeld dat schendingen aan een onafhankelijke partij kunnen worden voorgelegd. Om die reden is in de Wmcz een dubbele nalevingprocedure vastgelegd, waarbij de kantonrechter of de vertrouwenscommissie bevoegd is.
Het komt nogal eens voor dat voornoemde twee wegen (kantonrechter/vertrouwenscommissie) niet afdoende zijn, omdat er bijvoorbeeld een spoedeisend belang is of er ernstig wordt getwijfeld over de juistheid van het beleid. Voor dergelijke situaties bestaan er dan twee juridische wegen die bewandeld kunnen worden:

  1. In geval van een spoedeisend belang kan de cliëntenraad een kort geding voeren.

  2. In geval de cliëntenraad grond(en) heeft te twijfelen aan een juist beleid of juiste gang van zaken, kan een enquêteverzoek worden ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.

Uit de rechtspraak blijkt ook de waarde van (het aangekondigde gebruik van) deze juridische middelen bij het vinden van een praktische en constructieve oplossing voor een medezeggenschapsconflict. Ook biedt dit inzicht in wat de verschillende partijen in zorgmedezeggenschap, waaronder het bestuur en de cliëntenraad, van elkaar mogen verwachten.

Sint Maartenskliniek

Een recent voorbeeld betreft een procedure tussen de cliëntenraad van de stichting Sint Maartenskliniek Nijmegen en de Raad van Bestuur.1 Ten behoeve van de cliëntenraad was een reglement en informatieprotocol opgesteld waarin stond welke informatie aan de cliëntenraad werd verstrekt. Toen er een nieuwe bestuurder aantrad, ontstond er - kort samengevat - een geschil over deze informatieverstrekking. Volgens de cliëntenraad werden de eisen niet nageleefd die de wet, het reglement en het informatieprotocol stelt aan de informatieverstrekking. Om die reden had zij haar taak in het afgelopen jaar niet naar behoren kunnen vervullen. De Raad van Bestuur was echter van mening wel degelijk aan haar verplichting te hebben voldaan. Partijen kwamen er niet uit en de cliëntenraad startte daarop een kort geding.

De rechter wees een groot deel van de vorderingen toe. De stichting Sint Maartenskliniek Nijmegen diende alsnog:

  • afschriften te verstrekken van de notulen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur;

  • een complete lijst te verstrekken van alle (voorgenomen) besluiten en van alle onderwerpen die nog aan de orde zouden komen over de gevorderde periode. Tevens diende er per (voorgenomen) besluit of onderwerp dat nog aan de orde zou komen een korte omschrijving te worden gegeven van het onderwerp en wat er, indien reeds een besluit was (voor)genomen, precies was besloten;

  • de kosten van de door de juridisch adviseur van de cliëntenraad verrichtte en nog te verrichten werkzaamheden te betalen.

Feitelijk werd op deze manier de naleving van de rechten van de cliëntenraad alsnog afgedwongen. Deze zaak onderstreept dan ook de waarde van (de dreiging van) een procedure bij het vinden van een praktische en constructieve oplossing voor een medezeggenschapsconflict. Cliëntenraden hebben dan ook goede mogelijkheden om hun rechten geldend te maken in de medezeggenschapsrol die ze op grond van de wet hebben. Daarbij is het de kunst om de verhouding op een zodanige spanning te houden dat de cliëntenraad als een serieuze medezeggenschapspartner van de zorgaanbieder wordt beschouwd terwijl de persoonlijke verhoudingen goed en professioneel blijven.

Heeft u vragen over de medezeggenschap van cliëntenraden binnen zorginstellingen? Neem dan contact op met een advocaat van onze praktijkgroep Zorgorganisaties via 0318 53 17 80 of per e-mail: veenendaal@bvd-advocaten.nl.

1 Rechtbank Gelderland 23 januari 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:322.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises