Op een warme zomerdag besluiten twee medewerksters van een kinderopvang eropuit te trekken. Met een groep van tien kinderen verdeeld over twee auto’s reizen ze af naar een in de buurt gelegen speeltuin. Bij aankomst stapt iedereen uit, behalve een 2-jarig jongetje. Pas 1,5 uur na aankomst missen de kinderleidsters hem. Na een zoektocht in de speeltuin en op de parkeerplaats wordt hij uiteindelijk aangetroffen in de hete, afgesloten auto. Wonderwel is het jongetje ongedeerd gebleven.

Ontslag op staande voet

Voor de kinderleidsters bleef dit incident niet zonder gevolgen. Beiden zijn op staande voet ontslagen, dus zonder enige vergoeding of recht op een WW-uitkering. Hoewel er van opzet geen sprake was, gaf werkgever er blijk van niets anders te kunnen doen vanwege de ernstige gevolgen die deze fout had kunnen hebben. Vervolgens zijn beide kinderleidsters opgekomen tegen hun ontslag. Met één van hen zijn met een vaststellingsovereenkomst nadere afspraken gemaakt, in de andere kwestie is de zaak voor de rechter gekomen.

Te zwaar middel

De rechter stelt vast dat ouders die hun kinderen naar een professionele kinderopvang brengen erop mogen rekenen dat hun kinderen in vertrouwde handen zijn. Van de kinderleidster mocht verwacht worden dat steeds voldoende toezicht werd gehouden en dat zij zich ervan had vergewist dat de groep kinderen compleet was. Ook een tijdsduur van 1,5 uur waarin de vermissing niet werd opgemerkt, wordt haar aangerekend. Verder is algemeen bekend dat het achterlaten van een kind in een hete auto tot ernstige gevolgen kan leiden, zelfs tot de dood. Toch oordeelt de rechter dat een ontslag op staande voet in dit geval een te zware maatregel is. Deze ultieme sanctie is hier niet op zijn plaats wegens een verder onberispelijk dienstverband en de grote, persoonlijke gevolgen voor de kinderleidster. Een minder vergaande maatregel had volstaan.

Ontbinding met vergoeding

De rechter vindt echter niet dat sprake is van zodanig ernstig verwijtbaar gedrag of nalaten dat geen vergoeding verschuldigd zou zijn.

De rechter komt wel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechtsgrond daarvoor is gelegen in “verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.” De kinderleidster wordt in de eerste plaats aangerekend vanuit de hoedanigheid van haar functie het 2-jarige jongetje in een hete auto te hebben achtergelaten. Daarnaast wordt haar verweten de vermissing pas na 1,5 uur te hebben bemerkt. De rechter vindt echter niet dat sprake is van zodanig “ernstig verwijtbaar gedrag of nalaten” dat geen vergoeding verschuldigd zou zijn. Om die reden heeft de kinderleidster recht op de wettelijke transitievergoeding.

Kortom: de kinderleidster is door het incident haar baan kwijt wegens verwijtbaar handelen, maar heeft wel recht op een WW-uitkering en ontvangt een transitievergoeding. Voor de volledige uitspraak klikt u hier

Deel dit artikel

Expertises