Natasja Barské-Gelling
Natasja Barské-Gelling
Op dit moment krijgen alleen getrouwde stellen automatisch het gezag over hun kind. Een ongetrouwde vader krijgt dus (overigens net als een duomoeder) niet automatisch het gezamenlijk gezag). Reden voor D66 om een wetsvoorstel met betrekking tot het juridisch ouderschap in te dienen waarmee de positie van beide ouders gelijkgesteld wordt. Volgens Natasja Barské, familierechtadvocaat bij BVD advocaten, levert de huidige ongelijkheid minder juridische problemen op dan volgens D66 het geval is.
Al jaren is een tendens te zien dat steeds minder mensen trouwen. Er worden dus ook steeds meer kinderen geboren bij een ongetrouwde vader en moeder.
Ongetrouwde vaders weten vaak wel dat zij hun kind kunnen erkennen. Zij realiseren zich echter lang niet altijd dat ze daarmee niet automatisch meteen ook daadwerkelijk al gezag over hun kind hebben. D66 acht dit een onwenselijke situatie en heeft – om dit te wijzigen maandag 17 mei 2016 een initiatiefwetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend.
Op zich is het inderdaad vreemd dat getrouwde stellen automatisch gezag over hun kind krijgen en ongetrouwde stellen niet. Volgens Tweede Kamerlid Vera Bergkamp zou dit voor grote juridische problemen kunnen zorgen, bijvoorbeeld na een scheiding. Naar mijn mening ligt dit genuanceerder.
Een ongetrouwde vader krijgt weliswaar niet automatisch gezamenlijk gezag, maar de wet bepaalt wel dat, als de ongetrouwde vader alsnog gezamenlijk gezag wil, hij hiertoe een verzoek bij de rechtbank kan indienen. Dit verzoek wordt vrijwel altijd toegewezen, ook als moeder hier niet mee in zou stemmen.
Een dergelijk verzoek wordt namelijk alleen afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Negen van de tien keer zal zich dit niet voordoen en zal de rechtbank het verzoek dus honoreren. Overigens geldt andersom ook. Als ouders gezamenlijk gezag hebben over het kind, kan dit gewijzigd worden (in eenhoofdig gezag) op grond van dezelfde argumenten.
Conclusie: Ook in de huidige praktijk is het dus al gewoon, relatief eenvoudig, mogelijk om gezamenlijk gezag te krijgen.
Het is op zich juist dat voor het verkrijgen van gezamenlijk gezag nu een aparte procedure moet worden gevoerd. Dit brengt extra kosten met zich mee. Daarbij is er eigenlijk geen logische reden voor het onderscheid tussen getrouwde en ongetrouwde ouders. In alle gevallen moet immers het belang van het kind centraal staan (ongeacht of hun ouders al dan niet getrouwd zijn). Om deze reden ben ik, ondanks mijn nuances bij de argumentatie, een voorstander van het initiatiefwetsvoorstel.