Volgende maand beginnen de Cito Eindtoetsen in groep 8 weer. Voor de leerlingen reden om misschien een beetje zenuwachtig te zijn, voor sommige volwassenen aanleiding om (opnieuw) te discussiëren over de vraag of de toets-cultuur in Nederland niet is doorgeslagen. Wat je ook van al die toetsen vindt, als je een toets afneemt moet dat wel zorgvuldig gebeuren. En wat moet een  school dan doen als een leerkracht wel heel erg slordig nakijkt?

Plichtsverzuim?

Er is een Stichting Onderwijsgeschillen, bestaande uit commissies die oordelen over geschillen in het onderwijs. De commissie die oordeelt over het basisonderwijs heeft recent een uitspraak gedaan in een zaak die speelde tussen een school en de juf van groep 3. De werkgever had de betreffende leerkracht een berisping gegeven, omdat er was vastgesteld dat ze erg onzorgvuldig (niet elektronische) Cito toetsen had nagekeken. Bij de beoordeling van de toets, afgenomen bij alle leerlingen van haar groep, had ze in totaal 150 fouten gemaakt. Deze fouten bestonden voornamelijk uit het ten onrechte goed rekenen van verkeerde antwoorden, waardoor de resultaten over de hele linie te positief uitvielen. De school vond dat plichtsverzuim: de werknemer had nagelaten wat ze wel had moeten doen. Werknemer kreeg een officiële waarschuwing, een zogeheten berisping.

De juf geeft zelf aan dat ze niet begrijpt hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. Ze zegt dat ze de toetsen onder grote druk moest nakijken, onder andere omdat haar duo-collega een startende leerkracht was. Afgezien van dit voorval was er nog nooit een klacht over haar functioneren geweest. Al met al vond ze de waarschuwing onterecht.

De commissie overweegt vervolgens met betrekking tot de 150 fouten: “Dit zou op zichzelf kunnen worden aangemerkt als plichtsverzuim. Een werkgever moet er immers op kunnen vertrouwen dat leerkrachten toetsen nakijken zonder dat daar (te veel) fouten in worden gemaakt.”

Tekortkomingen

In deze specifieke casus is de commissie echter van mening dat de bewuste leerkracht niet ‘willens en wetens’ de bewuste fouten heeft gemaakt. Oftewel, ze deed het niet expres. Weliswaar is er sprake van ‘tekortkomingen’, maar de leerkracht toont zich bereid van deze fouten te leren. In zo een situatie is een traject van coaching en scholing de aangewezen route om het probleem aan te pakken. De werkgever heeft echter gekozen voor non-actiefstelling, berisping en ook communicatie daarover binnen de school. Naar het oordeel van de commissie heeft de school hiermee verkeerd opgetreden.

Bovenstaande uitspraak geeft handvatten bij beantwoording van de vraag of er in een bepaalde situatie sprake is van disfunctioneren of van plichtsverzuim. Disciplinaire sancties zijn volgens dit oordeel niet zonder meer passend, zelfs niet als bepaald gedrag van een leerkracht op zichzelf kan worden aangemerkt als plichtsverzuim.

De kinderen uit haar groep 3 zouden waarschijnlijk zeggen: “Voor slordig nakijken krijg je een aantekening in de Dit-kan-niet-map, maar de directeur mag niet gelijk zijn Zwarte Pet opzetten.”

Deel dit artikel

Expertises