Kan een intentieovereenkomst zomaar opgezegd worden? Wat is de verhouding tussen het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad als het college de overeenkomst gesloten heeft? Rechtbank Midden-Nederland boog zich over zo’n zaak waarbij de politiek een intentieovereenkomst ‘binnendringt’.

Intentieovereenkomst

In gemeente Oudewater wordt al jaren gepraat over een zwembad – overdekt of openlucht. In 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders daarom een intentieovereenkomst gesloten met PSI om plannen voor het zwembad uit te werken. Hierin werd onder andere opgenomen dat de intentieovereenkomst opgezegd kon worden als vervolgovereenkomsten niet gesloten zouden (kunnen) worden. Ook was een voorbehoud gemaakt dat medewerking van de gemeenteraad gevraagd en verleend zou worden, tenzij de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid van de gemeente ander handelen vereiste. De gemeenteraad kwam echter na enige tijd met een motie waarin stond dat het college de overeenkomst op moest zeggen.

Opzegbepaling en voorbehoud

PSI legde de opzegbepaling en het voorbehoud ('publiekrechtelijke verantwoordelijkheid') zo uit dat opzegging alleen mogelijk was als de gemeenteraad om planologische of financiële redenen niet akkoord zou gaan met het plan van PSI, wat dus een beperking was van het voorbehoud. Het college legde de bepaling over opzegging zo uit dat opzeggen in alle gevallen kon waarin de raad niet aan het plan van PSI wilde meewerken.

Rechtmatig opgezegd?

Een van de vragen die de rechtbank beantwoordde was de vraag of PSI de rol van de gemeenteraad terecht beperkt achtte tot planologie en het budgetrecht. Daarover oordeelde de rechtbank uiteindelijk dat PSI als professionele partij rekening had moeten houden met andere mogelijke redenen waarom de gemeente af zou zien van de intentieovereenkomst. De gemeenteraad mocht gebruikmaken van haar autonome bevoegdheid om het college op te dragen de intentieovereenkomst op te zeggen. Het college had de intentieovereenkomst vervolgens ook rechtmatig opgezegd. Overigens was de gemeenteraad zelf niet gebonden aan de overeenkomst. Het college had de overeenkomst namens de gemeente gesloten en had de overeenkomst niet vooraf ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

Inspanningsverplichting

Had het college haar inspanningsverplichting geschonden? Nee, oordeelde de rechtbank. PSI had concreet moeten maken wat het college nog had kunnen doen. Dit liet PSI na, waardoor de inspanningsplicht het college niet voor de voeten geworpen kon worden.

Dat gemeenteraden zich mengen in intentieovereenkomsten is niet vreemd. Dat de overeenkomsten opgezegd kunnen worden op grond van ‘slechts’ de autonome bevoegdheid van de gemeenteraad wel. De rechtbank laat overigens ruimte voor een beperking van het voorbehoud dat de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid van de gemeente ander handelen zou vereisen dan medewerking van de gemeenteraad. De beperking van het voorbehoud moet dan alleen wel expliciet volgen uit de overeenkomst.

Break-up fee

In de intentieovereenkomst was een break-up fee opgenomen, die betaald zou moeten worden door een van de partijen bij opzeggen. De gemeente was gehouden het bedrag van €115.000 te betalen. Een schijntje, gelet op de totale claim van bijna één miljoen voor gederfde inkomsten die dus in het water viel.

Deel dit artikel

Expertises