Per 1 juli 2012 is wettelijke geregeld hoe incassokosten op de schuldenaar verhaald
kunnen worden.

Achtergrond
Een schuldeiser zal zijn geldvordering veelal eerst buitengerechtelijk proberen te innen
voordat een (kostbare) gang naar de rechter wordt gemaakt. Evenwel brengt een
buitengerechtelijke incasso ook kosten met zich mee: buitengerechtelijke incassokosten.
Op grond van artikel 6:96 BW kan de schuldeiser van zijn schuldenaar dan ook een
vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten vorderen. Uit de praktijk blijkt dat
rechters bij de beoordeling van deze vordering niet steeds dezelfde maatstaf hanteren.
De wetgever grijpt nu in: artikel 6:96 BW wordt met ingang van 1 juli 2012 flink
uitgebreid en geconcretiseerd bij Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke
incassokosten (hierna: ‘het besluit’). In het hiernavolgende zullen de belangrijkste
wijzigingen en implicaties voor de praktijk worden besproken.

De twee belangrijkste veranderingen betreffen de nieuwe berekeningsmethode en het
aanmaningsvereiste.

Terug te vorderen bedragen
De nieuwe berekeningsmethode is in het besluit opgenomen. De buitengerechtelijke
incassokosten worden berekend door de uitkomsten van de volgende
percentageberekeningen bij elkaar op te tellen:

  • 15% over de eerste € 2.500,- van de hoofdsom;

  • 10% over de volgende € 2.500,- van de hoofdsom;

  • 5% over de volgende € 5.000,- van de hoofdsom;

  • 1% over de volgende € 190.000,- van de hoofdsom;

  • 0,5% over de hoofdsom voor zover hij € 200.000,- overstijgt.

De vergoeding bedraagt ten minste € 40,- en maximaal € 6.775,-. Wanneer een
schuldeiser meerdere opeisbare vorderingen heeft en met het incassotraject voor die
vorderingen nog geen aanvang heeft gemaakt door het sturen van een aanmaning, dan
dienen de vorderingen voor de berekening volgens het besluit bij elkaar te worden
opgeteld.

De vergoeding van buitengerechtelijke kosten die volgens het besluit is berekend, wordt
op voorhand redelijk geacht: rechters zullen die buitengerechtelijke kosten dan ook
toewijzen. De berekening is overigens slechts van toepassing op uit overeenkomsten
voortvloeiende verbintenissen tot betaling van een geldsom. De berekeningsmethode is
dus bijvoorbeeld niet van toepassing bij het incasseren van een schadevergoeding uit
hoofde van een onrechtmatige daad.

Eerst aanmanen
De tweede belangrijke wijziging, het aanmaningsvereiste, houdt in dat het noodzakelijk
is dat de schuldeiser, nadat de schuldenaar in verzuim is geraakt (bijvoorbeeld wanneer
hij de termijn voor betaling heeft overschreden), een aanmaning stuurt aan de
schuldenaar. Doet hij dit niet, dan maakt hij geen aanspraak op buitengerechtelijke
incassokosten. In de aanmaning moet vermeld zijn dat de schuldenaar nog twee weken
de tijd krijgt om de vordering te voldoen en wat de gevolgen zijn wanneer hij niet binnen
twee weken de vordering voldoet. Overigens geldt dit ‘aanmaningsvereiste’ slechts in het
geval van een consument-schuldenaar.

Aanpassen algemene voorwaarden
Het belangrijkste doel van de wetswijziging is de bescherming van consumenten tegen
onredelijke buitengerechtelijke kosten. De nieuwe regeling is dan ook van dwingend
recht wanneer er sprake is van een vordering op een consument. In alle andere gevallen
is de regeling van regelend recht.

Wanneer in een overeenkomst of in de algemene voorwaarden ten nadele van de
consument een beding is opgenomen in strijd met de nieuwe regeling, dan kan de
consument dit beding vernietigen. De regeling uit artikel 6:96 BW zal dan in de plaats
treden van het vernietigde beding. Desalniettemin is het raadzaam om de algemene
voorwaarden op dit punt aan te passen. Vanzelfsprekend omdat een onderneming met
algemene voorwaarden die in lijn zijn met de Nederlandse wet professioneel overkomt.
Maar ook omdat de Consumentenbond en de Consumentautoriteit privaatrechtelijke
handhavingsinstrumenten kunnen inzetten om schuldeisers die in strijd handelen met
artikel 6:96 BW tot de orde te roepen.

Inwerkingtreding
De nieuwe regeling treedt op 1 juli 2012 in werking en is van toepassing op alle
vordering in de voldoening waarvan de schuldenaar op die datum nog niet in verzuim
was.
 

Deel dit artikel

Expertises