Anje Slootweg

Recent is door het Gerechtshof Den Haag een interessante uitspraak gedaan. Het ging om een stel dat niet met elkaar is getrouwd. De betreffende man en vrouw hebben wel vanaf 2010 samengewoond in een woning die zij in 2010 hebben gekocht.

Recent is door het Gerechtshof Den Haag een interessante uitspraak gedaan. Het ging om een stel dat niet met elkaar is getrouwd. De betreffende man en vrouw hebben wel vanaf 2010 samengewoond in een woning die zij in 2010 hebben gekocht. Ieder van hen krijgt de helft van de woning in eigendom. De aankoopprijs was € 445.000. Er is geen samenlevingscontract. Het idee is dat ieder van partijen de helft van de woning betaalt. De vrouw heeft haar helft uit eigen middelen bekostigd. De man heeft zijn helft geleend. De bank eist echter, zoals heel vaak het geval is, dat de vrouw mee tekent voor deze hypotheekschuld, zodat de bank twee schuldenaars heeft en daarmee risico’s beperkt. Omdat de man ook nog een lening bij DEFAM moet herfinancieren, wordt uiteindelijk € 260.000 geleend, op naam van beide partijen.

Verkoop woning

Op 1 februari 2018 wordt de woning verkocht voor € 475.000. Partijen zijn inmiddels uit elkaar. De notaris lost de hypotheekschuld bij de bank af en houdt het daarna resterende bedrag in depot, omdat partijen het niet eens zijn over de verdeling daarvan.

Partijen procederen in twee instanties over de verdeling van de overwaarde. De man stelt zich op het standpunt dat de overwaarde door de helft moet. De vrouw heeft immers meegetekend met de hypotheekschuld, dus dit is ook haar schuld geworden. De vrouw stelt echter dat zij haar volledige inleg terug moet krijgen.

Het Hof stelt de vrouw in het gelijk en redeneert als volgt. De verkoopopbrengst is € 475.000. Dat betekent dat aan ieder van partijen in beginsel € 237.500 zou toekomen. Daarop komen nog wat kosten in mindering, zodat de vrouw per saldo recht heeft op € 237.112. De man daarentegen, moet van zijn deel zijn hypotheekschuld dragen, die inmiddels is opgelopen tot ruim € 265.000. Omdat de notaris die schuld bij de overdracht van de woning uiteraard reeds heeft afgelost, is het bedrag in het depot niet toereikend om de vrouw haar aandeel van € 237.500 te voldoen. De conclusie is dat zij nog een vordering heeft op de man ter hoogte van het tekort in het depot.

Zorg tijdig voor een samenlevingsovereenkomst

Een redelijke uitspraak. Op deze manier wordt elk van partijen zoveel mogelijk teruggebracht in de vermogenspositie waarin hij of zij was aan het begin de relatie. In deze zaak was nog sprake van een volledig aflossingsvrije hypotheek. Als inmiddels zou zijn afgelost, zou de situatie in geval van samenlevers nog veel ingewikkelder worden, zeker wanneer er geen samenlevingscontract is. De vraag is dan wie de aflossingen heeft gedaan. Aan die partij komt de overwaarde toe die het gevolg is van de gedane aflossingen. Al met al ingewikkelde rekensommen, die kunnen worden vereenvoudigd wanneer wordt gekozen voor het tijdig opmaken van een duidelijke samenlevingsovereenkomst, in elk geval op het moment dat gezamenlijk een woning wordt aangekocht.

Lees ook:

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises