Op maandag 6 april 2020 om 9 uur is het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) ‘live’ gegaan en kunnen aanvragen worden ingediend tot 31 juli 2020. Een toelichting op deze regeling, inclusief rekenvoorbeelden.

Op maandag 6 april 2020 om 9 uur is het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) ‘live’ gegaan en kunnen aanvragen worden ingediend tot 31 juli 2020. Vóór 1 juni 2020 zal het kabinet bespreken of de regeling met drie maanden wordt verlengd.

Bij het indienen van de aanvraag moet u de volgende gegevens aanleveren:

  • bedrijfsnaam, loonheffingennummer en rekeningnummer;

  • de gekozen 3 maanden periode (mrt t/m mei, april t/m juni of mei t/m juli). Dit is dus afhankelijk van de vraag wanneer de werkgever de (grootste) omzetdaling verwacht;

  • de verwachte omzetdaling in procenten.

Ondernemers komen voor het NOW in aanmerking als sprake is van een omzetdaling van tenminste 20% over een aaneengesloten periode van 3 maanden en voor maximaal 90% van de loonsom.

De voorwaarden blijven daarmee nogal abstract. Ter verduidelijking worden de volgende rekenvoorbeelden gebruikt.

Berekening omzetverlies

U hebt over 2019 een omzet van € 160.000. De gemiddelde omzet over 3 maanden is dan € 40.000. Op basis hiervan gaat u het omzetverlies berekenen.

Voorbeeld 1: Stel dat u in maart 2020 nog een omzet had van € 14.000 In april verwacht u een omzet van € 10.000 en in mei een omzet van € 5.000. Uw gemiddelde omzet over deze 3 maanden berekent u door de bedragen bij elkaar op te tellen. Dan komt u uit op een bedrag van € 29.000 omzet over 3 maand. Het verschil aan omzet in percentages wordt dan berekend door dit bedrag te delen door de gemiddelde omzet over 3 maanden in 2019 en te vermenigvuldigen met 100: € 29.000 / € 40.000 x 100 = 72,5%. Uw omzet over de maanden maart, april en mei 2020 bedraagt dus slecht 72,5% van de gemiddelde omzet in 2019 over drie maanden. Er is dus sprake van een omzetverlies van 27,5%. Omdat het omzetverlies boven de 20% ligt, kunt u daarvoor een aanvraag indienen.

Voorbeeld 2: Stel dat u in maart 2020 nog een relatief goede omzet hebt behaald van € 25.000, maar in april en mei verwacht u een veel lagere omzet van € 10.000 in april en € 3.000 in mei 2020. In dat geval is de omzet over deze drie maanden € 38.000. € 38.000 / € 40.000 x 100 = 95%. Uw gemiddelde omzet is dus slechts met 5% gedaald ten opzichte van de gemiddelde omzet in 2019. In dat geval kunt u voor de maand maart niet in aanmerking komen voor het NOW.

Echter, de verwachte omzet daalt fors voor april en mei 2020. De verwachting is bovendien dat uw omzet in juni 2020 met een prognose van € 2.000 nog lager zal liggen. Nu u niet in aanmerking komt voor het NOW per maart 2020, kunt u dit voor april opnieuw bekijken.

Uw omzet over de maanden april, mei en juni 2020 is totaal € 15.000. Het verschil met de gemiddelde omzet over drie maanden in 2019 is dan € 15.000 / € 40.000 x 100 = 37,5%. Uw omzet is dus met 62,5% gedaald. Uw onderneming komt daarmee vanaf de maand april 2020 wél in aanmerking voor het NOW. Op die wijze kunt u voor elke maand berekenen of u in aanmerking komt voor het NOW.

Berekening loonkostensubsidie

Vervolgens wordt op basis van het omzetverlies berekend in hoeverre de ondernemer aanspraak maakt op de loonkostensubsidie. Dit wordt berekend door het percentage van de omzetdaling te vermenigvuldigen met de totale loonsom van alle werknemers uit een directe dienstbetrekking. Voor ingeleend personeel wordt dus geen subsidie toegekend. De berekening van de totale loonsom is op basis van het sv-loon. Dit betekent dat ook aanvullende lasten en kosten, zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan het pensioen en de vakantietoeslag in de subsidie worden meegenomen. Het UWV neemt de loonsom over de maand januari 2020 als uitgangspunt. De subsidie is bovendien gemaximeerd op het brutobedrag van € 9.538 per maand per werknemer. Werknemers met een hoger loon worden dus gedeeltelijk gecompenseerd.

Stel dat u 10 werknemers in dienst heeft met een contract voor bepaalde of onbepaalde tijd en waarvoor u in de maand januari 2020 € 35.000 aan sv-loon hebt betaald. In dat geval wordt de subsidie die u krijgt aan de hand van de voorbeelden 1 en 2 als volgt berekend van de formule A x B x 3 x 1,3 x 0,9. A is het percentage aan omzetdaling en B is de loonsom. Vervolgens wordt er vermenigvuldigd met 3 omdat de subsidie in eerste instantie wordt verstrekt over drie maanden. Ook wordt vermenigvuldigd met 1,3 omdat het UWV rekening houdt met een gefixeerd percentage van 30% voor overige (loon)kosten. Tenslotte wordt het bedrag vermenigvuldigd met 0,9 omdat 90% van de loonkosten wordt vergoed.

Dit leidt op basis van de voorbeelden tot de volgende berekeningen:

Voorbeeld 1: het omzetverlies is 27,5% in maart 2020. De berekening is dan als volgt: 27,5% x € 35.000 x 3 x 1,3 x 0,9 = € 33.783,75 aan totale loonkostensubsidie over drie maanden vanaf maart 2020. Dit bedrag wordt dan in drie termijnen uitbetaald.

Voorbeeld 2: Uit dit voorbeeld bleek dat uw onderneming voor maart 2020 nog niet in aanmerking kwam voor het NOW. Voor april 2020 is het omzetverlies 62,5% en komt uw onderneming dus wel in aanmerking voor het NOW. De berekening is dan als volgt: 62,5% x € 35.000 x 3 x 1,3 x 0,9 = € 76.781,25 aan totale loonkostensubsidie over drie maanden vanaf april 2020. Dit bedrag wordt dan in drie termijnen uitbetaald.

Voorschot

Bij uw aanvraag kunt u aangeven voor een voorschot in aanmerking te komen. Het UWV keert dan zonder het berekenen van het definitieve omzetverlies en de definitieve loonkosten 80% van het bedrag uit, zoals dat op basis van de door u aangeleverde gegevens kan worden berekend. Dit levert in onze voorbeelden de volgende voorschotten op: in voorbeeld 1 80% x € 33.783,75 = € 27.027 en in voorbeeld 2 80% x € 76.781,25 = € 61.425.

Het UWV streeft ernaar om het voorschot binnen 2-4 weken na de aanvraag te betalen. Nadat de periode waarvoor uw onderneming uit het NOW heeft ontvangen is afgelopen, moet binnen 24 weken gevraagd worden om vaststelling van de subsidie. Daarvoor zal ook een accountantsverklaring nodig zijn met betrekking tot het definitieve omzetverlies. Binnen 22 weken na de aanvraag tot vaststelling zal het UWV een eindberekening maken en aan de hand daarvan een teveel aan subsidie terugvorderen en een tekort aan subsidie alsnog uitkeren.

Aanvraag geweigerd?

Het kan zijn dat het UWV uw aanvraag – al dan niet terecht – weigert. Een aanvraag wordt geweigerd als bijvoorbeeld onvoldoende blijkt dat sprake is van een omzetdaling van tenminste 20%, of geen adequate loongegevens beschikbaar zijn. Mocht u er van overtuigd zijn dat uw aanvraag op onjuiste gronden is afgewezen, dan kun u daartegen bezwaar aantekenen bij het UWV. Het is raadzaam om u daarbij van juridisch advies te voorzien. Ook voor andere vragen over het NOW kunt u bij ons terecht!

Lees ook: 

Dossier: Coronavirus

Deel dit artikel

Expertises