Jaco van den Brink

Deze week verscheen een uitspraak van de Raad van State, over een vergunning voor een tijdelijk winkelcentrum. In 2008 was daarvoor een eerste vergunning verleend, vanwege een veelomvattend nieuwbouwproject. Vanwege de duur van de nieuwbouw moest er in 2015 een nieuwe vergunning komen voor dit tijdelijk winkelcentrum – maar nog steeds tijdelijk. Het College van Burgemeester en Wethouders verleende daarop een nieuwe vergunning – mede een uitbreiding van de Albert Heijn – met gebruikmaking van de kruimellijst, tot 2025.

Daar haalt de Afdeling van de Raad van State een streep doorheen (evenals de rechtbank al had gedaan): die vergunning op basis van de kruimellijst kon slechts voor een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf 2008.

Ondertussen echter had het College ook al een nieuwe vergunning verleend, tot 2023. Ditmaal zonder gebruikmaking van de kruimellijst; daarvoor zijn dan de strengere voorwaarden nodig, van met name de ‘goede ruimtelijke onderbouwing’. Of die onderbouwing voldoende is, ligt nog onder de rechtbank. Vanwege tijdelijkheid van de vergunde afwijking van het bestemmingsplan, zullen de eisen aan een dergelijke onderbouwing wellicht minder streng worden toegepast: tijdelijke verstoring van het woon- en leefklimaat is altijd minder ernstig dan blijvende.

Hoe dan ook, een vergunning voor tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan kan wellicht soelaas bieden als de retailer op korte termijn winkelruimte nodig heeft, waarop langere termijn geen detailhandel wordt toegestaan. 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises