Jaco van den Brink

Copyrights, auteursrechten, intellectuele eigendom (IE): er wordt nogal eens mee geschermd. Kan ik in kort geding laten verbieden dat een ander deze blog ergens publiceert? Wanneer is het precies mogelijk dergelijke aanspraken te laten gelden? Voor een roman blijkt het in elk geval anders te liggen dan voor een trekhaak (Rechtbank Utrecht, 22-02-2012).

Kinderstoelen

Enkele weken geleden  sprak de Hoge Raad zich uit over kinderstoelen, in een verduidelijkend arrest over de reikwijdte van auteursrechten (HR 22-02-2013, LJN:BY1529).

Het auteursrecht kan worden beschouwd als het meest ingeroepen IE-recht. In deze casus was daarop een beroep gedaan door een Noorse fabrikant van kinderstoelen, die reeds decennialang haar ‘Tripp Trapp’ kinderstoel op de markt brengt. Gedaagde partij was de producent van kinderstoel ‘Carlo’, die sinds 2007 wordt verhandeld. De Rechtbank had bepaald dat op de Tripp Trapp inderdaad auteursrechten rustten, en dat de Carlo daarop inbreuk maakte. Het Hof echter, en nu ook de Hoge Raad, zagen dit anders.

Vraag was vooral in hoeverre de vormgeving van de Tripp Trapp bepaald is door functionele vereisten van de kinderstoel. In zoverre rusten er namelijk geen auteursrechten op het product. Hoezeer de Tripp Trapp-producent ook prat gaat op de handige verstelmogelijkheden van de kinderstoel, dit betreft een technisch-functionele vinding waarop geen auteursrechten ontstaan. Duidelijk was evenwel dat het ontwerp van de Tripp Trapp ook vormgevingselementen bevat die de stoel een bepaalde uitstraling geven, maar niet door functionaliteit worden gedicteerd. Nu de Carlo (volgens het Hof) juist die elementen echter niet had gekopieerd, was er geen sprake van inbreuk op auteursrechten.

Wat het arrest mede interessant maakt, is dat de Hoge Raad een keurig resumé biedt van de voorafgaande (ingewikkelde) jurisprudentie over de reikwijdte van auteursrechten. Zo had de Hoge Raad in 1997 de formulering gebruikt dat een ontwerp (om voor auteursrecht in aanmerking te komen) niet ‘te zeer ‘ een door technische vereisten beperkte keuze mocht zijn, terwijl in 2006 werd overwogen dat geen auteursrecht rust op datgene wat ‘noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch effect’. In de literatuur is wel verondersteld dat dit onderscheid duidt op een ontwikkeling naar meer auteursrechtelijke bescherming. Echter, in het arrest van vorige maand worden beide formuleringen gebruikt en met elkaar in verband gebracht: de Hoge Raad wenste duidelijk een synthese aan te brengen in zijn voorafgaande jurisprudentie.

Andere vormen

Overigens zijn er nog een aantal andere vormen van IE-rechten denkbaar. Zo is er het modelrecht. Voor niet-ingeschreven modellen gelden echter (deels) dezelfde beperkingen als voor auteursrechten, en rechten hierop gelden bovendien slechts voor drie jaar (hierop wordt dan ook hoogst zelden een beroep gedaan). Voor een ruimere modelrechtelijke bescherming dient het ontwerp gedeponeerd en ingeschreven te worden. Technische vindingen kunnen met name worden beschermd door het aanvragen van een octrooi.

Ten slotte is het ook mogelijk een actie uit onrechtmatige daad in te stellen tegen een concurrent die zich aan ongeoorloofde concurrentie schuldig maakt. Hiervan is echter niet snel sprake, voorwaarde is bijvoorbeeld dat de concurrent, door het product van een ander slaafs na te bootsen, het publiek in verwarring brengt omtrent de herkomst van het product.

Maar alles kan hier uiteraard niet besproken worden. Meldt u zich gerust voor een advies op maat!

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises