Anje Slootweg
Een paar dat niet getrouwd is, doet er verstandig aan een samenlevingscontract bij de notaris te maken. In de wet is voor samenwoners immers niets geregeld. Als je dan zelf geen afspraken bij de notaris vastlegt, is aan het einde van de relatie vaak niet duidelijk welke verplichtingen over en weer gelden. Maar is alles wat in een samenlevingscontract staat ook altijd geldig? Over deze vraag deed het Hof in Den Haag recent een uitspraak.
Vertrekken = betalen
Twee mensen met een Chinese achtergrond wonen al geruime tijd in Nederland. Ze wonen samen en zijn naar de notaris geweest voor en samenlevingscontract. In dit contract staat onder andere dat de man, wanneer de samenleving wordt verbroken, aan de vrouw voor elk jaar dat ze samen zijn geweest, een bedrag van € 12.000 moet betalen. De mensen zijn bijna 6 jaar samen geweest, voordat de man vertrekt. Als de man vertrokken is, neemt de vrouw het samenlevingscontract ter hand. Ze leest het nog eens door en besluit naar de rechter te stappen. Haar verzoek aan de rechter is om vast te leggen dat de man haar vanwege zijn vertrek ruim € 70.000 moet betalen.
In strijd met de ‘goede zeden’
De man is het hier absoluut niet mee eens. Hij vindt dat een afspraak als deze in strijd is met de goede zeden. Hij heeft dit geld niet. Het zou het voor hem onmogelijk maken om de vrouw te verlaten. En elk jaar zouden de sloten op zijn ‘gevangenis’ steviger worden, want het bedrag dat hij de vrouw verschuldigd is, zou ieder jaar oplopen. Rekenvoorbeeld: als de man na 10 jaar zou vertrekken, zou hij al € 120.000 verschuldigd zijn en bij 20 jaar zelfs € 240.000.
De vrouw is het hier niet mee eens. Zij stelt dat een afspraak als deze in China heel normaal is en dat het moet voorkomen dat de man haar volledig onverzorgd zou achterlaten.
Het woord is aan de rechter
Zowel de rechtbank als het Hof geeft de man gelijk. Inderdaad is een afspraak als deze in strijd met de goede zeden. Dat betekent dat de afspraak nietig (= niet geldig) is. Op de zitting is duidelijk geworden dat de bedoeling van de vrouw was om de man door deze bepaling in het samenlevingscontract ‘gevangen’ te houden. Hij zou zich alleen van deze verplichting kunnen bevrijden door met de vrouw te trouwen. Bij een huwelijk vervalt immers het samenlevingscontract. Een verplichting om te trouwen en een feitelijke onmogelijkheid om te vertrekken, vindt de rechter bovendien in strijd met de grondrechten van de man. Hij moet immers keuzes over de inrichting van zijn privé leven in vrijheid kunnen maken. Dat een afspraak als deze in China wellicht wel kan, doet hieraan niet af, aldus de rechter. Het paar heeft in de samenlevingsovereenkomst immers opgenomen dat het Nederlandse recht van toepassing is en niet het Chinese. Het is daarmee het Nederlandse recht waaraan de rechter zal moeten toetsen.
Meerdere kanten
Tegen de beslissing van de rechter kan verschillend worden aangekeken. Het is goed dat een relatie niet lichtvaardig verbroken kan worden en dat een paar er eerst alles aan doet om problemen op te lossen, voor een relatie wordt beëindigd. Het is echter de vraag of een soort ‘huwelijksdwang’ en het creëren van een ‘gevangenis’ iets goeds oplevert. Veel beter is het om bij scheuren in een relatie tijdig hulp te zoeken en de problemen bij de wortel aan te pakken.