Lennart Alberts

Op 12 mei 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam een uitspraak gedaan over een schadekwestie verband houdend met funderingswerkzaamheden. Een aantal bekende aspecten passeren de revue, maar ook uit deze uitspraak kan een duidelijke les geleerd worden.

Op 12 mei 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam een uitspraak gepubliceerd over een schadekwestie verband houdend met funderingswerkzaamheden. Een aantal bekende aspecten passeren de revue, maar ook uit deze uitspraak kan een duidelijke les geleerd worden.

Wat is er gebeurd?

Op 20 maart 2015 gaf Eigenaar opdracht tot het verrichten van sloopwerkzaamheden. Vervolgens zouden er bij Eigenaar funderingswerkzaamheden verricht worden. Op 20 april 2015 is bij Buren een vooropnamerapport opgemaakt; dat was op de dag dat de funderingswerkzaamheden gestart waren. Medio juni stuurde Buren een aansprakelijkheidsstelling naar Eigenaar, omdat er schade aan de woning van Buren toegebracht zou zijn door de funderingswerkzaamheden.

Eigenaar heeft de aansprakelijkstelling betwist, omdat de schade zich manifesteert bij de uitbouw van Buren en deze uitbouw zou zelf niet op de juiste wijze gefundeerd zijn; die uitbouw was volgens Eigenaar namelijk al verzakt. Wel heeft Eigenaar enig herstelwerk aan die uitbouw verricht, maar dat bleek niet afdoende en Buren hebben na een enkel jaar een indicatie laten opmaken van de herstelkosten.

Maatstaf bij bouwwerkzaamheden: zorgvuldigheid

De rechtbank oordeelde dat Eigenaar onrechtmatig gehandeld had en dat zijn werkzaamheden de oorzaak waren voor de schade die Buren geleden hadden. Eigenaar ging tegen dat oordeel in hoger beroep bij het Gerechtshof en voerde verschillende argumenten aan.

Het Gerechtshof is met de rechtbank van oordeel dat van degene die bouwwerkzaamheden gaat verrichten, de nodige zorgvuldigheid mag worden verwacht om het ontstaan van schade aan de eigendommen van derden te voorkomen. Het Gerechtshof somt daarbij een aantal omstandigheden op, die in het kader van de vraag of er in een geval onrechtmatig gehandeld is een rol spelen:

  • Of voorafgaand aan de werkzaamheden voldoende onderzoek is verricht om schade te voorkomen.

  • Of en zo ja in welke mate de schade voorzienbaar was.

  • Of er adequate voorzorgsmaatregelen zijn getroffen of hadden kunnen worden getroffen.

Zijn er adequate voorzorgsmaatregelen getroffen?

Het Gerechtshof legt nadrukkelijk de vinger bij de vraag of er adequate voorzorgsmaatregelen getroffen zijn. Eigenaar heeft de bouwput uitgegraven zonder een stabiele en vormvaste keerwand. Weliswaar is er bemaling toegepast en heeft Eigenaar een damwand en neuzen aangebracht, maar dat bleek te laat gebeurd te zijn omdat de bouwput toen al gegraven was en de verzakkingen reeds ingetreden waren. Dit, terwijl Eigenaar verklaard heeft op basis van de vooropname dat die uitbouw van Buren ondeugdelijk gefundeerd zou zijn en reeds verzakt zou zijn. Daarmee waren de schadelijke gevolgen voorzienbaar. Het Gerechtshof oordeelt dat Eigenaar tegen deze achtergrond bezien geen adequate voorzorgsmaatregelen getroffen heeft.

De les: vooropnamerapport onvoldoende

Wordt de lijn van het Gerechtshof gevolgd, dan is het laten opmaken van een vooropnamerapport onvoldoende. Dat rapport zal ook bestudeerd moeten worden met de vraag welke schade voorzienbaar is en welke voorzorgsmaatregelen er getroffen kunnen worden om die voorzienbare schade te voorkomen. Dat in dit geval Eigenaar op de dag van aanvang van de funderingswerkzaamheden de vooropname liet uitvoeren, behelsde dus een aanmerkelijk risico in zich.

Kortom, een vooropnamerapport is niet alleen maar een 0-meting om achteraf een fraaie vergelijking te kunnen maken, maar dient ook de aannemer om te beoordelen of en welke adequate voorzorgsmaatregelen er getroffen moeten worden.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises