Bas Hengstmengel


4-5 min.

In het onderwijs (PO en VO) is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (het vaste contract) de norm. Het aandeel vaste contracten is dan ook relatief hoog.

Voor docenten in het PO is dat 88,5% en in het VO 76,6% (gemeten in personen; cijfers 2023). Een tijdelijk contract behoort wel tot de mogelijkheden, maar dan voor maximaal twaalf maanden. Slechts in ‘bijzondere gevallen’ (Cao VO) of ‘zeer bijzondere gevallen’ (Cao PO) is een tweede tijdelijk contract van twaalf maanden mogelijk.

De wet biedt met de zogenoemde ‘ketenregeling’ de mogelijkheid om maximaal drie tijdelijke contracten in maximaal drie jaar aan te bieden voordat een vast contract ontstaat. Daarbij geldt dat na een onderbreking van tenminste zes maanden de keten opnieuw begint te lopen. Voor standaardsituaties (reguliere vaste functies) kennen de Cao’s PO en VO is echter juist een beperking ten opzichte van de wettelijke ketenregeling, namelijk: maximaal twee keer een tijdelijk contract van twaalf maanden.

Flexibiliteit

Toch is er dikwijls behoefte aan flexibiliteit, bijvoorbeeld in verband met vervanging wegens ziekte of het soms projectmatige en dus tijdelijke karakter van financiering. Hoe wordt die flexibiliteit vormgegeven? Het aandeel ‘personeel niet in loondienst’  (PNIL) is relatief beperkt: in het PO 4,2%, in het VO 4,1% (cijfers 2022). Het betreft dan o.a. ZZP’ers en uitzendkrachten. De grootste flexibiliteit zit echter niet in de externe inhuur, maar in het uitgebreide palet aan tijdelijke contracten voor heel specifieke situaties, waarbij juist veel gebruik wordt gemaakt van de afwijkingsmogelijkheden ‘bij cao’. Waar de Cao’s PO en VO voor standaardsituaties strenger zijn dan de wettelijke ketenregeling, maken ze voor specifieke situaties juist meer dan andere cao’s gebruik van de afwijkingsmogelijkheden.

Zo kunnen in het PO voor vervangingswerkzaamheden (niet bij ziekte) aan een medewerker maximaal zes contracten in drie jaar worden gegeven. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om vervanging bij zwangerschaps- en bevallingsverlof of (aanvullend) geboorteverlof. Juist voor vervanging gedurende kortere periodes door een beperkte groep bevoegde docenten in een vervangingspool zit je snel aan drie tijdelijke contracten. Hoe kort een contract ook duurt, het telt als één contract. Daarom is het aantal te sluiten tijdelijke contracten soms belangrijker dan de totale duur.

In het VO kunnen voor projecten waarvoor additionele gelden beschikbaar zijn gesteld aan een medewerker maximaal vier contracten voor maximaal vier jaar worden gegeven. Een bijzondere regeling is er ook voor docenten die lesgeven aan nieuwkomers (ISK/EOA-scholen). Vanwege de grote fluctuatie in het leerlingenaantal is ook hier gekozen voor maximaal zes contracten in drie jaar.

In deze gevallen is dus sprake van een verruiming van de ketenregeling. In andere situaties wordt binnen de grenzen van de (standaard) ketenregeling enige flexibiliteit geboden.

Vervanging tijdens ziekte

Een speciale regeling in het PO geldt voor vervanging tijdens ziekte in een onderwijsgevende of –ondersteunende functie. Met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) uit 2020 werd, na lobbywerk vanuit de onderwijssector, de mogelijkheid in het leven geroepen om zelfs een onbeperkt aantal tijdelijke contracten aan te gaan voor een onbeperkte duur. De gehele ketenregeling is buiten toepassing verklaard voor die situatie. Cao-partijen hebben dat onbeperkte aantal contracten overgenomen, maar hebben de periode wel beperkt tot maximaal drie jaar.

Juist voor vervanging gedurende kortere periodes door een beperkte groep docenten in een vervangingspool zit je snel aan drie tijdelijke contracten. Hoe kort een contract ook duurt, het telt als één contract. Dat is het grote belang van dat onbeperkte aantal contracten.

Een onbeantwoorde vraag is overigens of een stapeling van specifieke situaties mogelijk is, waarbij bijvoorbeeld in het PO eerst gedurende drie jaar een aantal tijdelijke contracten wordt aangegaan wegens vervanging tijdens ziekte en aansluitend gedurende drie jaar een aantal tijdelijke contracten wegens gewone vervanging.

Wetsvoorstel Wet meer zekerheid flexwerkers

De onderwijs-cao’s maken dus ruim gebruik van de mogelijkheid ‘bij cao’ af te wijken van de ketenregeling. De vraag is echter of dat ook zo blijft. Er is namelijk een wetsvoorstel Wet meer zekerheid flexwerkers in de maak, dat momenteel na advies van de Raad van State bij de Ministerraad ligt. Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is om de afwijkingsmogelijkheid van de ketenregeling via cao’s te schrappen en de onderbrekingstermijn (waarna de keten opnieuw begint te lopen) te verlengen tot maar liefst vijf jaar. Dat zou een majeure verschuiving betekenen voor de onderwijs-cao’s. De PO-raad en VO-raad uitten eerder al hun zorgen. Overigens laat dit wetsvoorstel de wettelijke regeling voor vervanging tijdens ziekte in het PO onverlet.

Een ander onderdeel van het wetsvoorstel is de afschaffing van oproepcontracten. Ook die maatregel kan problemen opleveren in het onderwijsveld, met name in vervangingspools.

Ten slotte

Het PO en VO kennen de nodige flexibiliteit via hun cao’s, maar de vraag is of dit zo blijft. De beweging naar inperking van flexibele contracten is onmiskenbaar ingezet in politiek Den Haag. Bij BVD advocaten blijven we deze ontwikkelingen voor u volgen.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie