De eerste dag van het nieuwe jaar voelt voor veel mensen wat onwennig aan. Na alle oliebollen en nieuwjaarswensen, staan we weer aan het begin van een nieuwe en frisse start. Met uitzondering van de goede voornemens die gerealiseerd worden, blijven veel dingen hetzelfde. Veel mensen vergeten echter dat er voor de alimentatiebetaler en -ontvanger elk jaar op 1 januari iets verandert: net als veel andere tarieven, stijgt het alimentatiebedrag jaarlijks. Deze indexering is er om de koopkracht van alimentatieontvangers op peil te houden. In onze familierechtpraktijk komen we vaak tegen dat mensen dit vergeten en dat al jaren hetzelfde bedrag aan alimentatie wordt betaald.

Indexeren: hoe doe je dat?

Indexeren geldt voor partneralimentatie en kinderalimentatie. Indexeren moet altijd, tenzij schriftelijk is afgesproken of door de rechter is bepaald dat indexering wordt uitgesloten. Let op: een mondelinge afspraak helpt de alimentatiebetaler niet in dit verband, omdat die achteraf niet te bewijzen valt en meestal door de alimentatieontvanger wordt betwist.

Belangrijk is dat een alimentatiebedrag niet automatisch geïndexeerd wordt. Als de alimentatiebetaler niet aan de indexering denkt en ook niet op de vingers wordt getikt door de alimentatieontvanger, blijft het bedrag dus ieder jaar hetzelfde.

Van de alimentatiebetaler wordt verwacht dat hij de indexering ieder jaar, met ingang van de alimentatie voor de maand januari, zelf toepast. Aan welk percentage moet je dan denken? De minister van Justitie en Veiligheid stelt dit percentage elk jaar in november vast op basis van het loonindexcijfer. Met behulp van Google is het percentage  gemakkelijk te vinden, bijvoorbeeld op de website van de Rijksoverheid. Het indexcijfer voor kinder- en partneralimentatie in 2019 is 2%.

Een voorbeeld

Om te verduidelijken hoe je een alimentatiebedrag indexeert, geef ik een voorbeeld. Op de website van het LBIO vind je daarvoor een handige rekentool.

Stel dat Koen in 2018 iedere maand een bedrag van € 150 aan kinderalimentatie betaalt aan zijn ex-vrouw Marieke voor hun kind. In december 2018 moet Koen de kinderalimentatie voor de maand januari 2019 betalen. Koen moet vanaf december 2018 dus 2% meer kinderalimentatie betalen. Het bedrag wordt zodoende € 153 in plaats van € 150.

Stel nu dat Koen al vanaf 2017 een bedrag aan kinderalimentatie betaalt van € 150 per maand. Het bedrag dat hij in 2019 moet betalen, bereken je nu als volgt: eerst tel je de indexering voor 2018 bij de kinderalimentatie op en daarna de indexering voor 2019. Het indexcijfer voor 2018 was 1,5%. Koen moest in 2018 dus € 152,25 per maand moeten betalen. In 2019 moet hij dan € 152,25 + 2% betalen. Dat is € 155,30 per maand.

Indexering vergeten

Het komt geregeld voor dat mensen niet weten dat alimentatie geïndexeerd moet worden, waardoor zij jaar na jaar hetzelfde bedrag blijven betalen. Voor de alimentatieontvanger betekent dit dus dat diegene jarenlang een te laag bedrag ontvangt. Is dit verloren geld? In de meeste gevallen niet. Als de alimentatieontvanger er na lange tijd achter komt dat hij of zij meer alimentatie had moeten ontvangen, is het alsnog mogelijk om de misgelopen bedragen te vorderen. Daarbij geldt wel dat dit alleen kan tot maximaal vijf jaar terug. In juridische termen: het recht op inning van achterstallige indexering is na vijf jaar verjaard.

Check als alimentatieontvanger ieder jaar in januari even of het alimentatiebedrag is verhoogd met de indexering. Zo niet, vraag dan aan je ex-partner om dit alsnog te doen. Het is voor jullie beiden namelijk fijner dat dit direct gebeurt in plaats van jaren daarna. Na een aantal jaar kan het achterstallig bedrag flink zijn opgelopen en is het voor de alimentatiebetaler soms lastig om dit bedrag alsnog te betalen.

Lees ook: 

Moet ik echt 12 jaar alimentatie betalen? 

Betaalt u nog steeds alimentatie voor kinderen die 18 zijn geworden?

Deel dit artikel

Expertises