Dico Bogerd
Heeft een Directeur-grootaandeelhouder (DGA) recht op een WW-uitkering als hij ontslagen wordt? Of valt dit onder ‘het ondernemersrisico’? Recent heeft de Hoge Raad een interessant arrest gewezen, waarin een DGA recht op een WW-uitkering bij ontslag wordt toegekend. 1
Situatie
De situatie was als volgt: een DGA heeft een BV opgericht voor het uitgeven van boeken, reclamemateriaal, beeld- en geluidsdragers, en dergelijke. Hij hield 48% van de aandelen in de BV, terwijl zijn dochter 26% van de aandelen in handen had. De overige 26% van de aandelen was in handen van een goede bekende.
Aangezien er geen nieuwe titels werden binnengehaald en de verkoop tot nihil was gedaald, hebben de aandeelhouders in 2009 besloten dat de BV haar activiteiten staakt. De DGA ontslaat zichzelf per 1 maart 2009 eervol. Vervolgens klopt de DGA bij het UWV aan voor een WW-uitkering. Het UWV weigert dit omdat hij volgens het UWV als DGA aan is te merken. Een DGA is immers niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en heeft dus ook geen recht op een WW-uitkering.
Beoordeling
Voor de vraag of iemand DGA is, moet worden gekeken naar de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder. Daarin wordt limitatief opgesomd wie is aan te merken als DGA en dus vrijgesteld is van werknemersverzekeringen. Centraal in deze zaak staat hoe een van de vier mogelijkheden moet worden uitgelegd:
“Als de aandelen van de vennootschap voor ten minste 2/3 deel worden gehouden door bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad van de bestuurder”.
Uit de toelichting bij deze regeling blijkt dat daarmee de situatie wordt beoogd dat “de directeur en/of zijn familieleden tot en met de derde graad” ten minste 2/3 deel van de aandelen houdt. Het UWV beroept zich op deze toelichting. De DGA heeft samen met zijn dochter 74% van de aandelen in de BV. Dat is meer dan 2/3 deel, dus is hij als DGA voor de werknemersverzekeringen aan te duiden.
De Hoge Raad gaat hier niet in mee en is van mening dat in dit geval de tekstuele uitleg moet worden gevolgd. De gevolgen van kwalificatie als DGA kunnen namelijk zeer groot zijn. Een DGA valt niet onder de werknemersverzekeringen en zal daarom zelf een regeling moeten treffen om het risico van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid te kunnen dragen. Verder blijkt niet uit de “bewoordingen en systematiek” van de bepaling, dat het aandelenbezit gezamenlijk moet worden genomen.
Tot slot
Op grond hiervan stelt de Hoge Raad de DGA in het gelijk. Het aandelenbezit van een bloed- en aanverwant hoeft dus niet bij het aandelenbezit van de bestuurder te worden opgeteld, zoals de toelichting doet vermoeden. Het is natuurlijk wachten op het moment dat de regeling in overeenstemming wordt gebracht met hetgeen zij volgens haar toelichting beoogt.
________________________________________________
1 HR, 22 maart 2013, LJN: BY9295