Dico Bogerd

Welke betekenis heeft een aan een bestuurder of commissaris verleende decharge? Kan hij, dank zij de verleende decharge, niet meer aansprakelijk gesteld worden?

Decharge is ontheffing van aansprakelijkheid van bestuurders voor het gevoerde beleid. Daarnaast wordt bij decharge de aansprakelijkheid van commissarissen voor het gehouden toezicht opgeheven . Over het algemeen is het zo dat decharge door de algemene vergadering wordt verleend.

Het is niet verplicht om decharge te verlenen. Zo heeft Ahold in 2002 geen decharge aangevraagd en in 2003 het voorstel tot decharge, onder druk van de aandeelhouders, teruggetrokken. Aan de andere kant kan het in het belang van de onderneming zijn om decharge te verlenen, ook als de RvC of het bestuur niet onberispelijk zijn geweest. Dit om de goede verhoudingen binnen een onderneming te behouden.

Aan de ene kant heeft decharge verstrekkende gevolgen. Het zorgt ervoor dat de bestuurder of commissaris ontslagen wordt van aansprakelijkheid voor al zijn handelen. Zelfs al zou hij daarmee de onderneming bewust en opzettelijk nadeel hebben toegebracht. Dit heeft de Hoge Raad al in 1989 bepaald in het Ellem-arrest en ze is nog steeds deze opvatting toegedaan. In deze zaak bestond de algemene vergadering uitsluitend uit de directeur en zijn vrouw. De directeur had een grote lening verschaft aan een vennootschap die niet bestond. Na de leningverschaffing was hem decharge verleend (door de algemene vergadering). De Hoge Raad was van mening dat alle aandeelhouders op de hoogte waren van de handelingen van het bestuur en dat de decharge daarom geldig was.

Aan de andere kant zijn de gevolgen van decharge beperkt. De bestuurder of commissaris wordt bij een geldige dechargeverlening alleen gevrijwaard van aansprakelijkheid tegenover de onderneming. Dus niet tegenover derden die schade hebben geleden. Ook kan de rechter een geldige decharge vernietigen op grond van de redelijkheid en billijkheid. Vernietiging op grond van de redelijkheid en billijkheid moet wel binnen een jaar na verlening van de decharge gebeuren, anders is de vordering verjaard.

Daarnaast is het zo dat de dechargeverlening moet plaatsvinden op basis van de gegevens die aan de algemene vergadering zijn verstrekt (Staleman/Van de Ven-arrest). Als later blijkt dat er een bestuurder schade heeft veroorzaakt door activiteiten die niet bij de algemene vergadering bekend waren, geldt de decharge niet voor de bestuurder. Hij kan alsnog aansprakelijk worden gesteld. Recent bepaalde ook de Rechtbank Midden-Nederland dat de decharge zich slechts uitstrekt tot de gegevens die uit de jaarrekening blijken of anderszins aan de algemene vergadering zijn medegedeeld voordat deze de jaarrekening vaststelde.

Al met al moet de betekenis van een gegeven decharge dus niet overschat worden. De decharge geldt alleen ten opzichte van de onderneming, dus een derde die schade heeft geleden kan een bestuurder nog steeds aansprakelijk stellen voor wanbeleid. Indien er activiteiten niet vermeld zijn bij de algemene vergadering, dan kunnen de bestuurders en commissarissen hiervoor alsnog aansprakelijk gesteld worden.

In de praktijk blijkt uiteindelijk dat decharge vaak gebruikt wordt als uiting van algemene waardering. Vanuit deze visie kan het zo zijn dat er geen decharge wordt verleend aan bestuurders en commissarissen omdat ze onder de maat hebben gepresteerd, ondanks dat er geen grote fouten zijn gemaakt. Zo wordt aan de leden of aandeelhouders een middel geboden om aan te geven dat het roer om moet. Een voorbeeld hiervan hebben we in 1990 kunnen zien, toen aan de bestuurders en commissarissen van Nedlloyd geen decharge werd verleend. Dit betekende voor Nedlloyd dat er een ommekeer in het beleid moest komen. Voor de bestuurders en commissarissen had het niet verlenen van decharge geen juridische gevolgen, alleen leden ze wel gezichtsverlies. Zo heeft de algemene vergadering een geducht wapen in handen gekregen: door tegen te stemmen deelt de algemene vergadering als het ware een ‘gele kaart’ uit. In 2004 gebeurde dit bij Shell, waar 40% van de aandeelhouders tegen dechargeverlening stemde, en daarmee het bestuur en de RvC een ‘gele kaart’ toonden.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises