Anje Slootweg

Het vak van docent in Nederland wordt niet gezien als erg begerenswaardig. Keer op keer worden er oplossingen gezocht voor dit fenomeen. Men wil het imago van het vak verbeteren, door bijvoorbeeld salarisverhogingen en werkdrukverlichting. Een van de nieuwste vondsten in dit verband is het entreerecht.

Het entreerecht houdt in dat elke docent in het voortgezet onderwijs met een eerstegraads bevoegdheid, die 50% of meer van zijn lessen binnen structurele formatie geeft in de bovenbouw, recht heeft op een LD functie, de hoogste uitvoerende functie die de CAO Voortgezet Onderwijs kent.

Bezwaren

Het entreerecht kan zorgen voor een ongewenste leegloop vanuit de onderbouw en het VMBO.

Scholen hebben grote bezwaren geuit tegen het rücksichtslos vergeven van LD functies, enkel op basis van opleiding en niet op basis van kwaliteit. Er wordt een trek vanuit de onderbouw en het VMBO gevreesd, terwijl ook daar goede docenten nodig zijn.

Dit voorjaar was vrijwel iedereen het er over eens dat het entreerecht een misplaatste vondst was. Echter, de vakbonden hielden hieraan vast, omdat het entreerecht ook in de bestaande CAO was opgenomen als een in 2014 ingaand recht. Gezien de gewekte verwachtingen, werd wenselijk geacht dat het entreerecht toch zou doorgaan. Uiteindelijk is op 15 april 2014 een onderhandelaarsakkoord tot stand gekomen. Daarin is opgenomen dat het entreerecht doorgaat, zij het slechts voor één jaar. Bovendien kan de LD functie worden afgenomen wanneer in de praktijk blijkt dat de betreffende docent niet het niveau haalt dat bij een LD functie hoort.

Verdelen ‘bovenbouwuren’ optie?

In reactie op de invoering van het entreerecht staat scholen nog slechts één middel ten dienste: het dusdanig verdelen van de lessen over de eerstegraads docenten die nog geen LD functie hebben, dat zij onder de 50% aan lesuren in de bovenbouw blijven. Dit leidt vervolgens tot een stroom aan beroepsprocedures, omdat docenten van oordeel zijn dat hen zonder redelijke grond promotie wordt onthouden. Zij hebben daarmee een eerdere uitspraak in een eerdere beroepsprocedure (najaar 2013) aan hun zijde. Deze commissie heeft een oordeel gegeven over het afnemen van bovenbouwuren van een docent die sinds jaar en dag veel in de bovenbouw lesgaf. De Commissie achtte aannemelijk dat dit uitsluitend was gebeurd om de medewerker een LD functie te onthouden.

Of verdere uitspraken deze zelfde lijn aanhouden, moet op het moment van het schrijven van deze blog nog worden afgewacht. Neem gerust contact met ons op om te vragen naar de actuele stand van zaken.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises