Anje Slootweg

De vennootschap onder firma is in het huwelijksvermogensrecht een vreemde eend in de bijt. Een vof is namelijk een bijzondere gemeenschap en vormt een afgescheiden vermogen.

De vennootschap onder firma is in het huwelijksvermogensrecht een vreemde eend in de bijt. Een vof is namelijk een bijzondere gemeenschap en vormt een afgescheiden vermogen. Vennootschappelijke goederen vallen niet in een huwelijksgemeenschap. Je kunt de vof ook niet gelijktrekken met regelingen rondom een bv die in de gemeenschap van goederen valt, want de vof is geen rechtspersoon. Hoe verdeel je een typische ‘man-vrouwfirma’ dan bij echtscheiding?

Waarderingsgrondslag

Dat kan behoorlijk ingewikkeld zijn. Allereerst gaat het bij de verdeling niet om het aandeel in de vennootschap zelf (dat valt niet in de huwelijksgemeenschap), maar om de waarde van de economische deelgerechtigheid. Welke waarderingsgrondslag daarvoor gebruikt moet worden, kan een flinke discussie opleveren, zeker als hierover niets is vastgelegd in de vennootschapsovereenkomst. Het gebeurt dan ook geregeld dat een rechter aan de verdeling van een vof te pas moet komen.

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag volgt dat dit onderwerp om bijzondere expertise vraagt en daarom niet altijd in de echtscheidingsprocedure kan worden meegenomen. In deze zaak waren partijen beiden vennoot en verzochten in de echtscheidingsprocedure onder meer aan de rechtbank om het aandeel van de vrouw in de vof te bepalen.

De rechtbank overweegt dat dit verzoek niet in de verdeling van de huwelijksgemeenschap kan worden betrokken en duidt het verzoek van partijen aan als een nevenverzoek. Een nevenverzoek wordt door de rechtbank behandeld als (1) er voldoende samenhang is met het verzoek tot echtscheiding en (2) de behandeling daarvan niet tot onnodige vertraging van het geding zal leiden.

Te ingewikkeld

Het verzoek van partijen doorstaat deze toets niet. De rechtbank is namelijk van mening dat zij ‘onvoldoende voorgelicht en uitgerust’ is om zonder onnodige vertraging een goed oordeel over dit verzoek te vormen. De standpunten van partijen lopen namelijk ver uiteen, de overgelegde stukken zijn moeilijk te doorgronden en mogelijk is er noodzaak tot een deskundigenonderzoek. Bovendien is de verdeling van een vof volgens de rechtbank bij uitstek een kwestie voor de civiele handelsrechter.

Hoe nu verder? Partijen worden niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek en moeten hun vorderingen als vennoten afzonderlijk inleiden bij dagvaarding. Helaas zijn deze mensen voorlopig nog niet uitgeprocedeerd. Bij advisering over een vof en echtscheiding is het dus belangrijk om partijen hierop te wijzen en om gedegen advies in te winnen. 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises